vrijdag 27 februari 2015

Onbeschoft



Zoals verwacht was de belangstelling voor mijn laatste stuk, Gerotzooi deel 2, minder groot dan voor deel 1. Tenminste het aantal reacties was een stuk minder. Het lijkt er sterk op, dat mijn lezers het zo langzamerhand heel normaal vinden dat de populatie Saarlooswolfhonden buiten de NVSWH het predikaat SWH in de meeste gevallen niet waard is. Maar omdat ze een papiertje hebben waarop staat dat die dieren wel tot dit ras behoren is men allang tevreden. De bekende kop in het bekende zand steken.
Zou men roepen dat al die inkruisingen ertoe hebben bijgedragen dat het inteeltpercentage binnen beide populaties verminderd is, dan zou je er nog begrip voor kunnen hebben. Alleen, dat is het niet. Niet één van de inkruisingen binnen de avls, eigenlijk moet je zeggen buiten de NVSWH, heeft dat percentage verminderd. Uiteraard die laatste outcross buiten beschouwing gelaten. Ik denk alleen dat over een aantal jaar wanneer die puppen uit deze combinatie met de Witte Herder ingezet zijn en hun nakomelingen ook weer, dat dankzij de zichzelf fokker noemende knoeiers binnen de avls dat inteeltpercentage weer op hetzelfde niveau staat als nu. Ik vrees dat men dat gelijk weer gaat gebruiken om weer een hond van een ander ras er door te kruisen, zodat de daadwerkelijke Saarlooswolfhond, zoals we die kennen van de NVSWH, definitief verdwenen is.
Trouwens, met het huidige foktempo van onze vereniging zal dat laatste niet zo vreemd zijn.

Intussen wordt aan alle kanten aandacht geschonken aan het 40-jarig bestaan van het ras Saarlooswolfhond. Eén van de leden van de avls wil daartoe zelfs een boekje uitbrengen met gedichtjes, verhaaltjes, foto’s, enz. enz. Zelfs een grafisch ontwerper heeft zijn medewerking al toegezegd. Ik hoop dat die man een expert is op het gebied van foto-bewerking, want hoe wil deze initiatiefneemster in hemelsnaam bastaardhonden doen lijken op raszuivere Saarlooswolfhonden.
Ik zeg expres “bastaardhonden”, omdat ik afgelopen tijd via een Franstalige facebook-pagina op zoek ben gegaan naar foto’s van honden die daarop genoemd werden. Eén van die honden is genaamd Hichka, roepnaam Kishin. Eerlijk is eerlijk, met mijn gebrekkig kennis van het ras, in vergelijking met de vele deskundige lezers van mijn stukjes, lijkt dat dier veel meer op een Tsjechoslowaakse Wolfhond dan op een SWH. Als ik vervolgens de foto van de hond Wolfsirius Amaranth onder ogen krijg, bekruipt mij toch echt het gevoel dat ik naar een hybride of naar een kruising met een Malamute zit te kijken. En dan zou op die foto dat dier pas 5 maanden oud zijn. Onmogelijk. Maar ja, u weet wat ik eerder geschreven heb. De kennel Wolfsirius wordt er al van alle kanten van beschuldigd te rotzooien met kruisingen van verschillende rassen en die bijvoorbeeld als raszuivere Tsjechoslowaakse Wolfhond te verkopen, dus waarom zou dit in hun ogen en in die van de Finse Kennelclub, dan geen raszuivere Saarlooswolfhond zijn.

U ziet, had de avls en dan in het bijzonder natuurlijk die outcross-commissie nou ook maar eens de tijd genomen de verschillende foklijnen van de SWH uit te zoeken, niet alleen via de papieren afstamming maar natuurlijk ook via de duizenden foto’s die op het net rondwaren, dat had men tot de conclusie kunnen komen dat een outcross totaal niet nodig had geweest. Alleen had de avls dan niet door het leven gegaan als de “redder” van het ras. Dan had die club gewoon thuis gehoord in het rijtje onbeduidende rasverenigingen en dat kan natuurlijk niet. Dat past niet bij het zichzelf aangemeten imago.

Verder gaat het gerucht, ik kan het helaas niet bevestigen, dat men zich bij de Raad van Beheer afvraagt wat men moet doen om meer deelnemers naar tentoonstellingen te lokken. Of dat nodig is, weet ik niet want ik heb gelezen dat er voor de tentoonstelling in Groningen op 28 feb/1 mrt zo’n 2700 inschrijvingen zijn. Hoeveel meer wil je er dan nog bijhebben.
Maar wat zou je moeten doen? Ik heb geen idee. Het is lang geleden dat ik op een hondententoonstelling geweest ben en ik heb me toen lopen verbazen over de hysterische gedragingen van veel exposanten. Je snapt dan niet dat die mensen zo’n beetje elk weekend wel ergens in Europa, of verder weg, in zo’n staat verkeren. Geen wonder dan ook dat zoveel honden neurotisch gedrag vertonen. Ik vrees dat bij dat soort mensen de nodige kilo’s valium en/of andere kalmeringstabletten erdoor gejaagd worden, de honden niet uitgesloten.

Maar in ieder geval schijnt onze vereniging er een antwoord op gevonden te hebben. Of de Raad en de FCI daarvan vrolijk worden blijft echter de vraag.
De NVSWH organiseert namelijk, in verband met dat 40-jarig jubileum, een INTERNATIONALE KAMPIOENSCLUBMATCH. Dat betekent dus volgens de NVSWH dat er ook een NATIONALE KAMPIOENSCLUBMATCH bestaat. Volgens het Kynologisch Reglement van de Raad kan op zo’n KCM een dubbel CAC behaald worden. Troost u, u hoeft geen bagagekarretje mee te nemen om dat CAC te vervoeren. Het betekend gewoon dat dit diploma voor twee telt. Dus als je als rasvereniging in het voorjaar nou eens een Nationale KCM organiseert en in het najaar een Internationale KCM, kan je dus vier punten halen. Dat telt lekker mee voor je diploma Nederlands Kampioen. Hoef je minder geld uit te geven voor dat papiertje.
Mocht u het echter nog niet begrepen hebben: Er bestaan geen Internationale Kampioensclubmatch of Nationale Kampioensclubmatch. Er bestaat alleen een Kampioensclubmatch.

Of, en dat waarschijnlijk eerder aan de hand zijn, weet men bij onze vereniging niet waar men over spreekt. Op een Kampioensclubmatch kan iedereen inschrijven die een hond van het betreffende ras heeft, of men nu wel of geen lid is van die vereniging en of men wel of niet in het land van de organiserende vereniging woont. Dat men rond dat 40-jarig jubileum helemaal doorgeslagen is van gekkigheid is overduidelijk wanneer u het programma van dat weekend bekijkt. De organisatoren, die ongetwijfeld vlak in de buurt van die locatie wonen, hebben namelijk bedacht dat er ’s middags gewandeld wordt om vervolgens ’s avonds dat symposium te laten plaatsvinden. Met andere woorden: de deelnemers aan dat symposium worden geacht na afloop daarvan nog eens een uur of misschien langer te rijden om thuis te komen om vervolgens de volgende dag weer diezelfde tijd terug te rijden voor die KCM. Ziet u het voor u. Het symposium is om 22.00 uur afgelopen, u praat nog even na en al snel is het rond 22.30 dat u in de auto stapt. Tegen middernacht bent u thuis, nog even de hond uitlaten, u drinkt nog wat en hup, tussen de koele lakens. De volgende morgen om 06.00 op, de hond uitlaten, de spullen voor de KCM inpakken en rond 07.30 rijdt u weg om ergens tussen 09.00 en 09.30 op hetzelfde adres van de vorige dag te arriveren. U bent al gammel, de hond is al helemaal gestoord van het autorijden en dan moet u nog de hele dag daar rondhangen om vervolgens aan het eind van de middag doodmoe en chagrijnig en, als het tegenzit, met een net zo vermoeide en chagrijnige hond weer in de auto te stappen richting thuisfront. Niet zo vreemd nu dat de NVSWH nog steeds oproepen rondstuurt voor deelnemers aan dat symposium en die KCM. Waarom dat symposium niet gewoon overdag. Bijvoorbeeld ’s morgens beginnen, dan lunch, ’s middags nog een paar uurtjes om vervolgens de mensen de gelegenheid te geven eventueel aan die wandeling deel te nemen. Zij die niet willen wandelen kunnen dan op tijd naar huis om de volgende dag fris en fruitig acte de présence te geven op die KCM.
Dat betekent natuurlijk wel dat je dan geen andere dingen kunt doen overdag, bijvoorbeeld een rondje golfbaan lopen of, omdat het Pasen is, eieren zoeken met je kinderen of kleinkinderen. Voor alles geldt: prioriteiten stellen.

Wel goed bedacht is een cursusje ringtraining te geven. Wat ik zo gelezen heb op diverse facebook-pagina’s is dat ook hard nodig. Dus zou ik zeggen: ook niet-leden van de NVSWH volg zo’n cursusje. Je wordt er alleen maar wijzer van, je slaat geen (grote) flater op die KCM en zowel jijzelf als je hond weten wat er verwacht wordt. Kan je nooit roepen bij een minder goede beoordeling dat het aan de keurmeester, het publiek of de ring ligt. Nee, dan moet je de schuld bij jezelf zoeken.

Dat het verder bij onze vereniging nog steeds niet goed gaat binnen het bestuur is afgelopen dagen weer gebleken. Ik heb al eens eerder geschreven over de ongemanierde aanhef van e-mails die naar de leden gestuurd zijn. Wederom was het raak. Wederom een mail met de aanhef “Geachte …..  { hierbij staat …. voor de achternaam van de geadresseerde}.
Wat Geachte …… Is dat heer, mevrouw, Piet, Wim, Mien, Fik, Hond, Waf, of ????? Is het nou zo verdraaid moeilijk uit het ledenbestand te halen dat dit Geachte Heer of Geachte Mevrouw moet zijn. Nee toch.
Maar deze keer wordt het nog erger gemaakt.
Deze keer worden de betreffende leden er nogmaals op attent gemaakt dat het lidmaatschapsgeld nog niet ontvangen is en/of dat men nog geen machtiging heeft verstrekt voor automatische incasso. Alleen, worden deze mails verstuurd door ene mevrouw Ingrid Wildschut. Tenminste ik neem aan een mevrouw gelet op de voornaam. Maar wie is deze mevrouw in vredesnaam. Geen bestuurslid. Dus in het gunstigste geval een gewoon lid van onze vereniging. Ik ken niet al mijn mede-leden. Maar wat heeft deze mevrouw dan te maken met het feit of een ander lid mogelijk  nog niet betaald heeft.
Daarbij komt nog eens dat de mails ondertekend worden door mevr. Pau, onze penningmeester.

Ik heb geen idee wat de relatie is tussen beide dames. Het zal mij een worst wezen. Ik vraag me alleen af  hoe onze penningmeester het in haar hoofd haalt een gewoon lid van de vereniging deelgenoot te maken van het betalingsgedrag van de overige leden. Dit vraagt toch nadrukkelijk om tekst en uitleg en in het ergste geval het opzeggen van het vertrouwen in èn het in twijfel trekken van de integriteit van deze mevrouw. Stel je voor dat de gemeente mijn buurman gaat vertellen of ik de gemeentelijke belastingen al voldaan heb voor dit jaar. Dat sta je toch ook briesend op het gemeentehuis.
Als klap op de vuurpijl krijg ik boze mailtjes van leden die het onbegrijpelijk vinden dat in deze brief cq mail een plaatje is geplaatst van een hoofd van een hond van een heel ander ras. Een plaatje dat volgens sommigen zelfs aanschurkt tegen het logo van een hele bekende onderneming. Wat is er ooit gebeurd met die afbeelding die destijds op die sticker stond en dienst deed als boegbeeld van de vereniging. Dat die afbeelding mogelijk wat lastiger is te gebruiken om op kleding af te drukken zou kunnen, maar dan had men terug kunnen grijpen op de afbeelding die daarvoor gebruikt werd. Je krijgt bijna het idee dat het huidige logo tot stand gekomen is tijdens een gebied met hoge alcoholinvloed. Het feit dat het bestuur dit plaatje mooi vindt, geeft al aan dat men meer met zichzelf bezig is dan met het ras.

Vervolgens, omdat dit bestuur zich ruim drie jaar geleden wilde verjongen v.w.b. samenstelling, alles in eigen beheer zou gaan nemen en dynamischer te werk wilde gaan, komt de vraag op: “Doet het bestuur wel alles zelf”. Ik heb ooit horen vertellen dat onze Directeur Feesten en Partijen de hulp nodig had van de echtgenoot van de PR-dame om bepaalde zaken te regelen voor zijn privé-website omdat hij zelf geen flauw benul had hoe dat  te doen. Ik heb ook begrepen dat hij jaren daarvoor de toenmalige webmaster van de NVSWH er al probeerde uit te werken om zelf de website van de vereniging te beheren. Hoe is dat dan nu geregeld? Doet hij dat zelf, conform de doelstelling van ons bestuur of heeft men gewoon de hele kluit belazerd en diende alles om bepaalde mensen eruit te werken, omdat zij teveel kennis van het ras hadden.

Diezelfde vraag heb ik al eens eerder gesteld destijds rond dat secretariaatschap. Mevrouw van Onna of dhr. Verbeeck. Wie was de werkelijke secretaris. Zo ook het penningmeesterschap nadat dhr. Pielanen was afgetreden. Hij zorgde er nog voor dat het financieel overzicht, de begroting, en dergelijke in het clubblad gepubliceerd werden. Sinds die tijd hebben de leden, als zij niet naar de ALV kwamen, geen inzicht meer gehad in de financiële situatie van onze vereniging. Bovendien had dhr. Verbeeck op eigen houtje besloten de ballotage-termijn tijdelijk vervallen te verklaren, om dhr. v. Onna de gelegenheid te geven penningmeester te worden.
Het ergste in dit geval was ook nog eens dat alle leden deze handeling slikten terwijl dhr. Verbeeck helemaal het recht niet had die ballotage op te schorten. Dat recht behoorde en behoort toe aan de leden, omdat dit in de reglementen van de vereniging is opgenomen, dus had men daarover tijdens een ALV een beslissing over moeten nemen. Het kan natuurlijk dat dit in België wel de gewoonte is bij verenigingen. Sommige zaken schijnen daar anders te verlopen.

Dus, hoe zit het nu met dat penningmeestergebeuren. Hoe zou het klinken komende ALV wanneer in de rondvraag één van de aanwezigen opstaat en zegt: “Hee, Pau en Verbeeck, hoe is het mogelijk dat Wildschut mail naar de leden verstuurt met betrekking tot hun betalingsgedrag?” Zou u over een dergelijke “onbeschofte” woordkeuze niet uw afkeuring uitspreken? Maar wedden dat onze voorzitter dan roept dat Pau de computer van Wildschut mocht gebruiken vanwege haar “engagement”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten