donderdag 29 november 2012

Tentoonstellingen

Zo vlak voor de laatste tentoonstelling van dit jaar een kleine bespiegeling. Hoeveel Saarlooswolfhonden waren afgelopen jaar ingeschreven op Nederlandse tentoonstellingen? Ik heb de tel niet bijgehouden, maar veel zullen het er niet geweest zijn. Bovendien zal men ook regelmatig dezelfde honden gezien hebben. Laten we als voorbeeld eens de laatste Winnertentoonstelling nemen.
8 Saarlooswolfhonden ingeschreven. Hiervan 7 van de NVSWH, waarvan uiteindelijk 5 aanwezig. De twee afwezige honden schijnen die geweest te zijn, die voor het aangekondigde nest gezorgd hebben.
Logisch dan dat die er niet waren. Het zullen niet de eerste honden zijn, die met een besmetting huiswaarts keerden. Dus één hond die niet van een NVSWH-lid was. Eén maar?
Hoe kan dat? Beide Winnerdagen, om het zo maar eens uit te drukken, waren beide rasverenigingen in het hondendorp aanwezig.
Ik heb trouwens vernomen dat er niet veel belangstellenden waren bij de stands van beide verenigingen. Als dat zo is, is dat het risico van het vak.
Van de NVSWH dus 5 aanwezige honden, die dan ook in het 'Hondendorp' getoond werden of konden worden. Maar hoeveel honden van de avls waren dan in dat 'Hondendorp' aanwezig en hoeveel daarvan waren uiteindelijk in de ring om beoordeeld te worden door de keurmeester? Dat kan er dus hooguit één geweest zijn, maar persoonlijk heb ik het idee dat zelfs die ene hond niet bij de avls thuishoort.
Is het dan toch zo, dat men zich bij de avls onderwerpt aan de mening van Johan? De woordvoerder en redacteur van de avls heeft, zoals al vaker geschreven, een bloedhekel aan tentoonstellingen. Dus slechts in het uiterste geval zal hij er één bezoeken. Tja, de eigen clubmatch kun je niet negeren. Daar moet je je gezicht wel laten zien om nog enigszins geloofwaardig over te komen. Maar de rest kan hem gestolen worden. Voor de goede orde, is volkomen zijn goed recht.

Laten we eerlijk zijn. Ergens moet je als exposant, zo wordt namelijk iemand genoemd die zijn hond inschrijft voor een tentoonstelling, een masochistische inslag hebben. Je betaalt grof geld om je hond te laten beoordelen door iemand die keurmeester genoemd wordt en, als je geluk hebt, ga je met een positief resultaat de ring uit. Daar komt nog eens bij dat zo'n keurmeester tussen 3 en 5 minuten de tijd krijgt om zijn beoordeling, het keurrapport, te dicteren. Tenminste hier in Nederland. In andere landen volstaat men met uitsluitend de kwalificatie te melden. Voor dat forse bedrag krijg je in het gunstigste geval een rozet van een bepaalde kleur en wordt verder ook van je verlangd dat je tot een bepaalde tijd aanwezig blijft in die tentoonstellingsruimte, ook al heb je het slechtst mogelijke resultaat behaald. De organisatie hoopt dat er veel publiek aangetrokken wordt om op die manier de kosten van het organiseren van zo'n tentoonstelling te drukken. Naast die inschrijfkosten moet je natuurlijk ook je reiskosten rekenen en, als je geen zin hebt je eigen broodje(s) en drinken mee te nemen, ook de exorbitante kosten van een bekertje koffie en een broodje met .....
Voor sommige deelnemers is het behalen van een zo'n goed mogelijk resultaat van invloed op de prijs die zij menen te kunnen rekenen voor de eventuele nakomelingen van die hond of van de andere honden die zij thuis hebben. Zeker wanneer de hond kampioen geworden is. Dat schijnt in de ogen van velen namelijk bij de dekking te worden meegegeven, zodat de puppy-prijs ook hoger mag liggen.
Dat dat de grootst mogelijke onzin is die men kan bedenken, doet niet ter zake. Een kampioen hoeft namelijk geen kampioen voort te brengen. Daar staat tegenover dat veel fokkers van kampioenen wel degelijk kampioenspuppen voortbrengen, maar dat heeft meer met het maken van de juiste fokcombinatie van doen gecombineerd met een dosis geluk.
Daarom is het ook zo'n belachelijke regel die veel rasverenigingen hanteren in hun fokregels, dat een hond tenminste een aantal malen een bepaald resultaat op een tentoonstelling behaald moet hebben, wil men als vereniging voor dat nest bemiddelen of de betrokken hond in het lijstje beschikbare fokreuen of -teven op te nemen. Zelfs een zgn. 'matige' hond heeft goede eigenschappen die in de fokkerij doorgegeven (kunnen) worden. Hetzelfde geldt voor een hond die nooit op een tentoonstelling komt.

Andere exposanten vinden het in het belang van het ras nodig hun hond te tonen aan het publiek in de hoop hun interesse te wekken. Op die manier wordt er indirect voor gezorgd dat puppen van dat ras een, hopelijk, goed tehuis vinden. Dat op die manier de fokkerij gesteund wordt, is meegenomen. Weer anderen vinden het uitsluitend leuk omdat zij andere en eventueel bekende exposanten ontmoeten om ervaringen, verhalen, enz. uit te wisselen. Je moet toch wat voor die 50 of 60 euro die je uitgegeven hebt.

Tenslotte neem je als exposant toch altijd een risico wanneer je besluit in te schrijven. Wat voor persoon is die keurmeester? Kent hij of zij het ras en waar gaat zijn of haar voorkeur naar uit. Iedere keurmeester heeft zijn eigen ideeën over hetgeen in de rasstandaard staat. Hoe interpreteert hij of zij bepaalde kenmerken. Niet elke standaard blinkt uit in duidelijkheid. Daar komt bij, dat als je met een hond van een populair ras komt, er over de hele wereld wel keurmeesters rondlopen die dat ras met regelmaat onder ogen krijgen. Maar nu kom je met een niet zo'n populair ras of een in het buitenland niet veel voorkomend Nederlands ras. Dan neem je een risico wanneer de betreffende keurmeester van jouw ras uit het buitenland afkomstig is. De organisatie zal jouw ras uit kostenoverwegingen veelal onderbrengen bij een keurmeester die én het ras mag keuren én nog niet aan het maximum aantal te keuren honden komt of dreigt te komen. Met andere woorden, je wordt ergens ondergeschoven.
In dat geval loop je dus het risico dat je, zoals een aantal jaren geleden in een clubblad van de NVSWH stond, een keurmeester treft die in de rasstandaard moet kijken of een bepaalde kleur wel geoorloofd is of die met een hondenencyclopedie open op tafel een ras moet en mag keuren wat hij nog nooit van zijn leven gezien heeft.
Dan pijnig je je zelf toch! Dan ben je toch masochistisch bezig!

Na deze zijstap terug naar het onderwerp waar ik het eigenlijk over wilde hebben.
Het inschrijven voor zo'n tentoonstelling. Iemand die geen interesse heeft zijn hond te laten beoordelen zal met zijn hond dus niet naar een tentoonstelling gaan. Dat hij als bezoeker gaat, valt nog te billijken omdat hij toch interesse in dat ras heeft en zijn kennis eventueel wil verdiepen.
Maar als de organisatie een vereniging in staat stelt het ras te promoten en daarvoor bereid is ruimte ter beschikking te stellen en zelfs de entreekosten voor een aantal honden op zijn rekening te nemen, dan mag daar ook wat tegenover staan. Dan mag je van leden van jouw vereniging verwachten dat een aantal bereid is als exposant in te schrijven. Nu wordt uitsluitend geprofiteerd van de gulheid van de organisatie. Maar die entreekosten zijn wel opgenomen in het inschrijfgeld voor zo'n tentoonstelling, voor niets gaat tenslotte de zon op. M.a.w. de aanwezigheid van de avls-leden met hun honden is voor beide dagen deels betaald door de NVSWH-leden die wel bereid waren hun hond(en) in te schrijven. Bovendien worden pas in de ring bepaalde kenmerken van een ras duidelijk dan wanneer dat dier de hele dag achter een kraam bivakkeert.
Dit is trouwens niet de eerste keer dat dit gebeurd op de Winner. Naar het schijnt was dit vorig jaar ook al het geval. En schijnt de avls ook vorig jaar in Leeuwarden vier dagen aanwezig geweest te zijn op de Centennial Eurodog show, waarvoor de Raad zelfs een vergoeding verstrekte voor een x-aantal in de stand aanwezige honden. Maar zag je toen een avls-lid in de ring? Nee. Dan blijft de vraag, wat heb je dan in hemelsnaam te zoeken op zo'n gebeuren. Alleen om puppy-afzet te bewerkstelligen?

Natuurlijk kan er nog een andere reden zijn. Eén die al veel vaker geventileerd is. Maar omdat het bijna Sinterklaas is, nog maar eens. Je komt niet omdat je de confrontatie met honden van niet-leden van jouw vereniging niet aandurft. Iets anders kan ik er niet van maken. Dat bewijzen de inschrijvingen van de meeste tentoonstelling wel. In dat geval moet je ook niet de moeite nemen je ras te promoten terwijl je de competitie niet aandurft.
Daar staat ook weer tegenover dat leden van de NVSWH niet bij iedere keurmeester inschrijven. Als we de keurmeesterslijsten van afgelopen jaar er eens bij nemen, zie je daar keurmeesters op staan die nog nooit een Saarlooswolfhond gezien hebben zoals die volgens de rasstandaard eruit moet zien. Die hebben alleen maar ervaring met de afwijkende exemplaren, om het netjes te houden, en denken dat het zo hoort. Ook daarvan zijn in de clubbladen van de NVSWH bewijzen terug te vinden.
Wat dat betreft is het een heel goede zaak dat volgend jaar op die eerste CAC tentoonstelling voor de Nederlandse Hondenrassen uitsluitend gekozen is voor Nederlandse keurmeesters.

In feite geldt maar één conclusie. Een keurrapport, zeker opgesteld door een keurmeester die geen rasspecialist is, is niets meer waard dan het papier waarop het geschreven of geprint is en kan vaak opgeborgen worden onder het kopje Ongelooflijke verhalen.

Voor alle duidelijkheid: een clubmatch hoort niet in dit rijtje thuis omdat dat een interne aangelegenheid is. Oke, een keurrapport is meegenomen maar je komt meer voor de gezelligheid. Over het algemeen. Maar helaas, een exposant is ook maar een mens, dus ook hier kom je exposanten tegen die zo streberig zijn dat zij luidkeels van hun ongenoegen kennis geven of, nog erger, nog luidruchtiger kennis geven van hun twijfels over de kennis en integriteit van een keurmeester. Vooral wanneer zij zelf niet de eerste plaats behaald hebben. Dat hun kennis over het ras vaak niet verder strekt dan hun eigen hond en soms zelfs dat niet eens wordt hiermee wel duidelijk gemaakt.

Als afsluiting gaan we terug naar de laatste tentoontelling van dit jaar. Juist, Wychen. Waar de Saarlooswolfhond op maandag gekeurd wordt, er gebruik gemaakt moet worden van een pendeldienst, tenminste als ik het goed begrepen heb, vanwege de parkeerproblemen op die dag en waar slechts twee Saarlooswolfhonden ingeschreven zijn. Wat denkt u, avls-leden? Nee, persoonlijk geloof ik daar niet in. Zelfs niet in deze maand van de cadeautjes. Zo vrijgevig of gul zal men bij de avls niet zijn. Bovendien zal er zeer waarschijnlijk ook geen mogelijkheid zijn je als vereniging te presenteren in een zgn. Hondendorp. Wat heb je daar dan ook te zoeken als avls.

In ieder geval hoop ik van harte dat een ieder goed bedacht wordt door de Sint en dat ook de honden niet overgeslagen worden. Een extra knuffel of kluifje hebben ze wel verdiend. En daarna gaan we in gestrekte draf richting de Kerst. Voor zover ik begrepen heb van hen die het kunnen weten, speelt Johan dit jaar voor Kerstman. Hij schijnt in elk geval al wat kerstversiering rond zijn kin te laten groeien.

Een fijne pakjesavond gewenst.

maandag 19 november 2012

Homogeniteit

De laatste dagen is dit een 'hot item'. Tenminste, als we het weblog van Johan moeten geloven. In ieder geval is het een stokpaardje van hem, zo lijkt het.
Maar wat is homogeniteit. Er zijn verschillende verklaringen voor, afhankelijk van het onderwerp waarin dit woord gebruikt wordt.
Bijvoorbeeld: 'Overal gelijk', 'Overal hetzelfde samengesteld', enz. Je krijgt dan te maken met 'een homogeen mengsel' of een 'homogeen gezelschap'
Stel dat je een brood wilt bakken. Dan wil je dat het deeg een homogene massa vormt. Met andere woorden, alle ingredienten moeten goed gemengd zijn, het deeg mag niet uit elkaar vallen, enz.

Maar ook heeft homogeen betrekking op 'een gelijkenis tussen twee individuen gebaseerd op dezelfde afkomst'
Op deze manier komen we dus bij rassen. Niet alleen hondenrassen, maar ook het menselijk ras valt hierbij te noemen.
Vaak wordt gezegd dat voor westerlingen alle Chinezen er hetzelfde uitzien, terwijl de Chinezen zelf wel degelijk verschillen zien. En laten we eerlijk zijn, natuurlijk zien ze er niet hetzelfde uit. Er zijn wel degelijk verschillen. Maar mogen we dan toch stellen dat er sprake is van homogeniteit gelet op de uiterlijkheden van Chinese mensen? Datzelfde geldt voor mensen van het zogenaamde Kaukasisch of blanke type. Ondanks dat ook hier verschillen zijn, zijn er toch ook overeenkomsten tussen de afzonderlijke individuen.

Ditzelfde geldt dus ook voor hondenrassen. Hierbij kunnen we mogelijk nog nadrukkelijker stellen dat een hondenras gekenmerkt wordt door homogeniteit. Anders hadden de afzonderlijke honden niet tot hetzelfde ras kunnen behoren. Met andere woorden, de homogeniteit binnen een ras is wat er voor zorgt dat een hond tot een bepaald ras gerekend wordt. U zult toch met mij eens dat iedereen een Labrador van een Afghaanse Windhond weet te onderscheiden en ook zal iedereen met iets meer verstand van honden in staat zijn binnen die twee rassen verschillen te zien. Dus: 'een gelijkenis tussen twee individuen gebaseerd op dezelfde afkomst' onderscheidt dus het ene ras van het andere.

Omdat Johan op zijn weblog duidelijk maakt dat hij grote moeite heeft met dat begrip homogeniteit en dan vooral wanneer dat betrekking heeft op uitspraken gedaan door een oud-bestuurslid van de NVSWH, heb ik links en rechts eens navraag gedaan hoe dat zit bij de Saarlooswolfhond.
Wat blijkt.
In 1975 werd wederom een poging gedaan de erfenis van Leendert Saarloos als rashond erkend te krijgen. Het voortouw hiertoe werd genomen door wijlen dhr. G. de Josselin de Jong.
Door dhrn. de Josselin de Jong, Robeerst en v.d. Teen, die als 'vervanger' van Leendert Saarloos optrad omdat hij daar kennelmedewerker was (geweest), en Marijke Saarloos was een bijeenkomst belegd in Zwijndrecht om dhr. de Josseling de Jong de gelegenheid te geven een homogene groep samen te stellen die aan een commissie van de Raad getoond kon worden. Homogeen, omdat het totaal een dusdanig bij elkaar geraapt stel honden was, dat niemand die ooit tot één ras zou rekenen. Ook toen al waren er leden die op hun tenen getrapt waren dat HUN hond niet bij de delegatie honden werd gevoegd.
Dhr. de Josselin de Jong schrijft daar ook over dat hij zich toen niet erg geliefd gemaakt had bij veel eigenaren.
Met 2 Volkswagenbusjes en 12 honden ging men naar de Raad in Amsterdam om voor die commissie te verschijnen. Naast de wolfhonden-vertegenwoordigers dhrn. de Josselin de Jong, v.d. Teen, Robeerst en Marijke Saarloos waren namens de Raad aanwezig dhr. v.d. Weijer, dhr. Nico v.d. Velden en mevr. A. Brooijmans.
De uiteindelijke erkenning was te danken aan dhrn. de Josselin de Jong, v.d. Weijer en v.d. Velden. Mevr. Brooijmans was daarbij zijdelings bij betrokken. Wel heeft zij de allereerste rasstandaard van dit nieuwe Nederlands ras opgesteld of was daar direct bij betrokken.
Dhr. v.d. Weijer besliste dat het ras ingedeeld zou worden in rasgroep 1 en dat de naam diende te worden "Saarlooswolfhond". Eén woord zodat niemand een vergelijk zou kunnen maken met de Ierse Wolfshond.
Jammer genoeg hanteert de Raad t.a.v. deze rasbenaming een tweesporenbeleid. Aan de ene kant vermeldt zij op haar website de naam als Saarloos Wolfhond (twee woorden) en daarnaast ook nog eens als Saarlooswolfhond (één woord dus). De FCI, waarnaar de Raad verwezen heeft t.a.v. de schrijfwijze van de rasbenaming, verwijst in de Engelstalige rasstandaard naar "Saarlooswolfhond", wederom één naam. Omdat de FCI in dit geval leidend is volgens de Raad, wordt het tijd dat de Raad zich daaraan conformeert en overal de juiste rasbenaming gaat hanteren.
Ter verduidelijking bij de hierboven genoemde namen: dhr. de Josselin de Jong had in de 2e Wereldoorlog enige tijd ondergedoken gezeten bij Leendert Saarloos; Dhr. v.d. Velden ging veel met Saarloos om en heeft na de dood van Saarloos de laatste 2 Jakhalshondjes opgevangen; Dhr. v.d. Weijer was destijds directeur van de Raad van Beheer en een goede vriend van de Josselin de Jong. Dhr. Aad Robeerst was interim secretaris van de wolfhondenvereniging. Na de erkenning van het ras werd mevr. Brooijmans benoemd tot één van de keurmeesters voor dit ras.
Een deel van de geschetste gang van zaken is trouwens terug te vinden in het, door Johan zo verfoeide, boek "Saarlooswolfhond".

In ieder geval was het dus noodzakelijk dat er een homogene groep getoond werd. Trouwens, in de eerste jaren na de erkenning toog een groep van zo'n 40 Wolfhonden met hun begeleiders naar een aantal tentoonstellingen om het ras te promoten. Later, toen er bij de eigenaren van deze honden meer inzicht was gekomen over het ras en dat er dus meer komt kijken bij een hond dan vier poten en een staart, kwam het
schaamrood nog regelmatig op de kaken van deze mensen als deze 'raspromoties' ter sprake kwamen. Ook het feit, dat er tijdens die promoties nooit een grom klonk tussen en tegen de honden onderling, was volgens hen meer geluk dan wijsheid maar het publiek vond het "machtig interessant".

Dat vervolgens in 1982, na de invoering van het gecentraliseerd fokbeleid om het desastreuze fokbeleid van de jaren 1975-1982 aan te pakken, maar ook in latere jaren gesproken werd over 'homogenisering' van het ras kan alleen maar in positieve context geplaatst worden. Zonder homogenisering geen ras en dus geen Saarlooswolfhond.

Wanneer je dus problemen hebt met dit begrip t.a.v. de Saarlooswolfhond en in feite dus t.a.v. elk hondenras, zoals Johan doet blijken, moet je je toch afvragen waarom hij dan in hemelsnaam een hond van dit ras heeft willen hebben. Simpel gezegd waarom heeft hij dan gekozen voor een rashond. Ik had dan gekozen voor het grootste (in omvang) hondenras ter wereld: "het ras dat bestaat uit vele variëteiten", de bastaard. Dit ras is over het algemeen niet homogeen, hoewel daar ook vraagtekens bij de plaatsen zijn, wanneer je de talloze roedels op deze aarde gaat onderzoeken. Kijk in dat geval maar naar de Dingo. Een niet erkend hondenras, maar wel homogeen.

Hoe je het went of keert. We ontkomen er niet aan, een erkend hondenras homogeen te noemen, ondanks de individuele verschillen.

woensdag 7 november 2012

Plan B

Een organisatie, welke ook, heeft een doel voor ogen voor hetgeen zij wenst te bereiken. Het maakt daarbij niet uit welk dat doel is.
Zo ook de NVSWH. Tenminste als ik kijk op hun website.
Laat ik allereerst met die website beginnen. In nieuwsbrief nr. 17 schrijft het bestuur, om het zo maar eens te noemen, dat zij aan de slag gaan met een nieuwe website. Zo, zo!

Een van de reacties op mijn vorige weblog geeft hierover wat meer duidelijkheid. Het was iemand opgevallen dat plots weer een oude website gepresenteerd werd aan het publiek. Laat dat toch waar zijn. Het riep toch de nodige vragen op. Hoe zat dat nou. Een nieuwe website en dan weer een oude? Had men dan al na de installatie van nieuwe bestuur direct een nieuwe website? Dat zou betekenen dat men al voor de bestuursverkiezing aan de gang was en dat men dus al lang van plan was de website aan te pakken, zonder dat de toenmalige webmaster het wist.
Ruud in 't Veld tilt in een reactie op mijn laatste blog een tipje van de sluier op. Hij blijkt toch, ondanks dat het niet nodig was zoals hij eerder schreef, aan de slag gegaan te zijn met het maken of bouwen van een kopie van de website van de NVSWH. Maar toen hij er achter kwam dat hij zonder bericht gewipt was als webmaster is hij daarmee gestopt en heeft hij de oude site weer terug gezet.
Tja. Daar zit je dan als vereniging. Een verouderde website die ook nog eens niet bijgewerkt kan worden, tenminste dat wordt geschreven en een nieuwe(re) website die weer verwijderd wordt.
En hier komt dan plan B uit de hoge hoed. De nieuwe webmaster, als ik de berichten moet geloven dhr. Mast, heeft of zelf die verwijderde bestanden terug gezet of heeft dat door de provider laten doen. Wel schijnen er een aantal teksten en dergelijke aangepast te zijn. Tja. Je moet toch wat. Betekent dit nu dat men die website blijft gebruiken of is men op de achtergrond toch maar begonnen met iets nieuws.
Gelet op het feit dat de NVSWH vol trots zich op het pad van de 'social media' heeft begeven kan je je afvragen hoe snel men gaat werken aan een nieuwe website.

Vraag blijft wie die nieuwe website zal gaan maken. Dhr. Mast? Zou kunnen, maar heeft die daar tijd voor? Kijkend naar de rest van het bestuur is daar niemand die daar verstand van heeft. Wordt het dan iemand die niet in het bestuur zit?

Trouwens, je kan je ook afvragen wat het nut van die nieuwsbrief is. Het schijnt dat slechts een handjevol leden van de NVSWH hun email adres heeft gegeven. Vandaar dat diezelfde nieuwsbrief ook via de post verstuurd wordt aan alle leden en ook op de website gepubliceerd moet worden. Hier past slechts één advies. Stop met die nieuwsbrief. Stuur alles wat je daarin kwijt wilt via de post, wat maakt een postzegel meer of minder uit en zet alles op de website. Het komt er toch op. Waarom dan zo omslachtig.

Laten we dan die laatste nieuwsbrief eens nader bekijken. Men gaat inventariseren! Houdt dat in dat het bestuur totaal niet weet wie er lid is en welke honden men vertegenwoordigt? Dat zal toch niet waar zijn. Is dan bij het secretariaat helemaal niet bekend wie er lid van de vereniging is. Is daar dan geen ledenbestand? Ik heb voorts ergens gelezen dat er een paar maanden geleden maar een man of 10, volgens de voorzitter 25, op de aanvraaglijst voor een pup stond. Zijn er dan na die tijd zoveel aanvragen voor een pup bijgekomen? Daarnaast kan ik me totaal niet voorstellen dat niemand van het huidige bestuur weet welke honden zij vertegenwoordigen.
Alhoewel.......

Laten we nog eens die nieuwsbrief erbij nemen en dan naar beneden bladeren. De bestuurssamenstelling.
De voorzitter, die zich tevens met de pupbemiddeling gaat bemoeien en de Franstalige rasinformatie gaat verzorgen, zou toch moeten weten welke honden er rondlopen bij de NVSWH. Hij is tenslotte al vele jaren bestuurslid en sinds een jaar of drie voorzitter. Dan weet je zoiets toch? Niet dan?
De secretaris, tevens verantwoordelijk voor de Duits- en Engelstalige rasinformatie, is er een aantal jaren uit geweest. Alhoewel, al die jaren zou hij verantwoordelijk blijven voor de contacten met de Universiteit van Bochum t.a.v. het onderzoek naar het PRA-gen. Niemand die daar na zijn aftreden nog iets over gehoord schijnt te hebben. Ook apart.
De Penningmeester. De man van de vorige secretaresse. Een persoon van wie nog nooit iemand bij de NVSWH gehoord blijkt te hebben. Een persoon die, plotseling in juni na die bewuste ledenvergadering, lid geworden blijkt te zijn en waarvoor men de ballotage-termijn afgeschaft schijnt te hebben. Van die persoon kan je inderdaad niet verwachten dat hij iets weet over het hondenbestand van de NVSWH.
Deze functionarissen worden bij veel verenigingen tot het dagelijks bestuur gerekend. Dat belooft dus al veel goeds.
De enige van deze drie die voldoende kynologische kennis heeft, tenminste dat mag ik aannemen, zou de voorzitter moeten zijn.

Maar dan de andere bestuursleden.
Mevr. Minten. Verantwoordelijk voor PR en Communicatie. Zij gaat de rasinformatie voor Nederland verzorgen, tevens neemt zij het clubblad onder haar hoede en moet men bij haar terecht voor de diverse aanvraagformulieren. Afwachten wat dat gaat worden.
Dhr. v.d. Geer. Verantwoordelijk voor de ledenadministratie en evenementen. Geen website? Dat zou hij toch overnemen, volgens een reactie van Ruud in 't Veld. Of is men er binnen het bestuur ook achter gekomen, dat hij daarvoor niet de benodigde kennis heeft. Heel goed mogelijk. Ik heb al eens gehoord van iemand, dat hij er tevens alles aan deed die database van Ruud in 't Veld en Diny Pielanen in handen te krijgen, omdat hij geen flauw benul had hoe de diverse afstammingen in elkaar zaten. Gaan de inventarisatieformulieren dan naar hem? Lijkt me geen slimme zet.
Dhr. v. Asten. Da's een goeie. Die gaat de rasinformatie voor België verzorgen. Rasinformatie geven. Jongens nog aan toe. Wat weet hij nou in vredesnaam van de Saarlooswolfhond. Zijn oudste hond blijkt een herplaatser te zijn, geboren in 2001 als ik het goed heb. Heeft al twee keer een nestje gefokt. Ja, zo iemand weet alles van het ras. Kan verantwoord informatie geven en weet raad wanneer iemand met een vraag op gebied van gedrag of ziektes komt. Eerlijk gezegd geldt hetzelfde voor mw. Minten.
De enige van de bestuursleden, m.u.v. de voorzitter, die lang genoeg Saarlooswolfhonden heeft om erover mee te kunnen praten is dhr. Cloosterman. En dit nieuwe bestuurslid heeft geen specifieke functie.

Oh. Nee. Foutje mijnerzijds. De mensen die rasinformatie gaan verzorgen hoeven nergens verstand van te hebben. Leden worden verzocht bij problemen met hun hond, op welk gebied ook, contact met het secretariaat op te nemen. Het is dan te hopen, dat deze secretaris wel de moeite neemt de mails te beantwoorden. Bij de vorige secretaris scheen het daar nog wel eens aan te schorten.

Gaan nu ook al deze bestuursleden wapperen met visitekaartjes met het logo van de NVSWH met daarop hun verenigingsadres? Dat staat interessant voor de buitenwacht.
In ieder geval heeft de vorige penningmeester, wanneer u zijn stuk waar alles mee begonnen is nog eens goed leest, gelijk gekregen. Althans in die strekking. Het is heerlijk belangrijk te laten weten welke honden in geschreven hebben voor de Winnertentoonstelling. Tja, om dit te regelen moeten andere, belangrijke, kynologische zaken ongetwijfeld blijven liggen.

Oh ja. Is het nou makkelijker met 7 mensen een vergaderdatum te plannen dan met 5 bestuursleden? Lijkt me leuk om te vernemen.

In ieder geval is er op één punt al openheid. Er wordt vermeld wanneer men pups verwacht. Op een website is een stuk van Diny Pielanen te lezen met daarin de namen van de teven en reuen die dit bestuur voortvarend voor de fokkerij heeft ingezet. Hoe zit het daarmee? Zijn die teven drachtig? Dat men voorts een 10 jaar oude reu voor de 5e maal in heeft gezet voor de fokkerij is niet belangrijk. Zijn er dan helemaal geen andere reuen bij de NVSWH? Als dat zo is, hoeft men niet bang te zijn dat leden van de avls bij leden van de NVSWH komen aankloppen voor een reu voor hun fokkerij. Ook bij de NVSWH zijn ze er niet meer.

Als dit de toekomst van de fokkerij van de NVSWH moet zijn, hou ik mijn hart vast.

Gelukkig dat men bij de avls al loopt te juichen dat er in ieder geval gediscussieerd wordt met bestuursleden van de NVSWH. Is er toch nog iemand blij met dit bestuur.