vrijdag 1 september 2017

Derde outcross

Onlangs werd door de avls en door de betrokken fokker trots bekendgemaakt dat de derde outcross in het kader van het “gezonder” maken van de Saarlooswolfhond had plaatsgevonden. Dit keer is een SWH-teef gekruist met een Podenco Ibicenco. Zo te zien een gladhaar.

Het derde nieuwe ras, officieel dan.
Laten we het nog eens op een rijtje zetten.
De eerste outcross vond plaats met de Zwitserse Witte Herder. Voor velen een mislukte Duitse Herder van origine, sinds een aantal jaren alweer een zelfstandig erkend ras. Gelukkig heeft dit ras niet die belachelijke stand van de achterbenen als de Duitse Herder. U weet wel, zover naar achter geschoven dat de knieën bijna de grond raken, zowel staand als in beweging. Je kunt je ook afvragen waarom in hemelsnaam die Witte Herder.
Kwaad denkers wijzen dan voornamelijk op de witte kleur. Nu bekend is hoe de vererving van de witte vachtkleur bij de Saarlooswolfhond in zijn werk gaat, is het eigenlijk logisch te kiezen voor een Witte Herder. Het gen voor wit ligt bij beide rassen op dezelfde genen. Met andere woorden, over enige tijd zien we dus witte Saarlooswolfhonden rondlopen. Een designer variëteit dus, net als al die andere designrassen, zoals de labradoodle, enz. Je kunt verder vraagtekens plaatsen bij de vachtstructuur van die nieuwe witte SWH'en, omdat de vacht van de Witte Herder heel anders is. Ik ben benieuwd.

De tweede outcross was met die Siberische Husky uit werklijnen. Heel trots en om interessant te doen een “working Husky” genoemd. Alsof een Labrador die voor de jacht gebruikt wordt aangeduid wordt als “working Labrador”. Het kan zijn dat die term gebruikt wordt, ik heb hem althans nog niet gehoord maar ik moet gelijktijdig toegeven dat ik van Labradors laat staan jacht totaal geen verstand heb.
Ik heb me laten vertellen dat honden die voor de slee staan, en ik neem aan dat een “working” Husky daarvoor gebruikt wordt, dusdanig krachtig met de achterbenen moeten afzetten dat de achterhandhoeking heel anders moet zijn dan bij een hond die gewoon een draver is en dus niet diezelfde krachten hoeft te ontwikkelen. Dus waarom dan die Husky. Loop je dan niet het risico dat je de nakomelingen uit die kruising gaat opzadelen met een voor de SWH verkeerde hoeking in de achterhand, dus een verkeerde stand van de achterbenen?

Dan nu die derde outcross met de Podenco. Als je kijkt naar de rasbeschrijving op de website van de Raad van Beheer zie je bij de Podenco staan dat hij in staat is reusachtige sprongen te maken. Oh? De SWH stamt uit wolf en Duitse Herder. Twee diersoorten die, naar ik aanneem, geen reusachtige sprongen hoeven te maken. Wat wil men dan? Ja, schrijven betrokkenen. De Podenco is expres gekozen om het gangwerk van de SWH te verbeteren! Verbeteren? Ik heb juist begrepen dat het gangwerk van de SWH, in ieder geval van de populatie van de NVSWH, om van te smullen is. Of is die kruising bedoeld omdat men buiten de NVSWH toch moet erkennen dat bij hun populatie het gangwerk de nodige verbetering behoeft omdat, dankzij het inkruisen van andere rassen, dat gangwerk het aanzien niet meer waar is.
Wat ik eerder schreef over die belachelijke stand van de achterbenen bij de Duitse Herder bleek, zo heb ik me laten vertellen, ook bij Saarlooswolfhonden voor te komen. Althans, er waren een aantal eigenaren die hun honden op die manier in de showring opstelden om op die manier de keurmeester, die veelal ook de Duitse Herder mocht keuren, te paaien. Het bleek vooral gedaan te worden door de in eerdere bijdragen genoemde Corrie Keizer en haar kompanen.

Maar, en dat is veel riskanter voor de Saarlooswolfhond, de Podenco blijkt te beschikken over een niet te onderschatten jachtpassie. Nou schijnt het zo te zijn dat windhonden nooit los mogen lopen omdat zij op het oog jagen, zoals dat zo mooi heet. Ik weet niet of die regel nog steeds van kracht is. Als dat wel zo is, geldt dit dan ook niet voor de Podenco, volgens de beschrijvingen een “half-windhond” die ook op zicht jaagt, naast reuk? Moet je er dan rekening mee houden dat er straks Saarlooswolfhnden rondlopen die ook nooit meer los mogen lopen vanwege hun jachtpassie. Sommige wolfhonden schijnen op dat gebied al iets te enthousiast te zijn, hoewel ze voor de echte jagers nog niet bruikbaar zijn.

Dan bestaat ook nog de mogelijkheid dat de avls een geheel nieuw ras wil scheppen. Een witte op een wolfhond lijkend dier die enerzijds voor de slee en anderzijds met grote kangoeroesprongen voor de jacht gebruikt kan worden. Een multifunctionele hond dus.

Een laatste mogelijkheid is ook, dat de eigenaar van een hond uit deze laatste kruising in staat wordt gesteld er meerdere exemplaren van te kunnen gaan huisvesten. Podenco's, als ze van het juiste geslacht en ook van hetzelfde geslacht zijn, zijn “stapelbaar”. Ze vechten niet onderling, liggen over elkaar heen en het maakt niet uit of je er dan 5 of 15 hebt. Dat zou wel makkelijk zijn voor toekomstige fokkers. Hoef je niet zoveel kennels te bouwen.

Trouwens over kennel gesproken. Het is te hopen dat de puppen die uit die kruising SWH/Podenco geboren gaan worden bij die kroegbazin geen last krijgen van het inregenen van de kennel en een forse achteruitgang van de buitentemperatuur. Dan moet mevrouw namelijk weer een kachel in de kennel plaatsen om dat ding droog en warm te stoken met als risico dat een pup of meerdere puppen de stroomkabel doorbijten met elektrocutie tot gevolg. Net als een eerder pupje bij deze mevrouw.

Ten aanzien van deze derde outcross heeft ene Gerrie een, in haar ogen, heldere toelichting gegeven waarom de avls voor dit ras gekozen heeft. Mevrouw schrijft echter in die toelichting ook een groot stuk onzin.
Zo heeft zij zelf liever een SWH met te grote oren die 15 jaar wordt, dan een SWH met normale oren die slechts 6 jaar oud wordt en vanwege lymfekanker overlijdt vanwege de inteelt. Het is echter wel opmerkelijk dat bij de NVSWH het merendeel van de honden boven de leeftijd van 13 jaar zijn als zij komen te overlijden en toch normale oren hebben.
Jaren geleden al hebben gespecialiseerde dierenartsen, oncologen, gemeld dat kanker, in welke vorm ook, bij één op de drie honden kan voorkomen, ongeacht het ras. Met andere woorden, ook bij rassen waar nauwelijks sprake is van inteelt kan dit voorkomen. Dus ook bij bastaarden.
Dus om dan te melden dat lymfekanker het gevolg is van inteelt is stompzinnig. Leg dat maar eens uit aan de mensen die in hun familie geconfronteerd worden met bijvoorbeeld lymfklierkanker. Of beschouwt deze Gerrie dat ook als het resultaat van inteelt?

Ook haar bewering dat met iedere lijn van de Saarlooswolfhond iets mis is, is klinkklare onzin. Tenzij die bewering stoelt op de populatie die de avls zegt te vertegenwoordigen. Ja, dan heeft zij gelijk gelet op de vele erfelijke afwijkingen die daar voorkomen.

Zo is ook kort geleden het nodige rumoer losgebarsten over een artikel in het blad “Onze Hond”, zo is op internet te lezen. In bedoelt artikel wordt geschreven dat onderzoek heeft uitgewezen dat bij vier van de negen Nederlandse rassen een bepaalde vorm van epilepsie, idiopathische epilepsie die mogelijk erfelijk is, voorkomt. Onder die vier rassen met een verhoogd risico daarop ook de Saarlooswolfhond.
Men heeft voor dit onderzoek navraag gedaan bij de rasverenigingen. Het is niet duidelijk of men ten aanzien van de SWH ook bij de NVSWH heeft aangeklopt. Het zou mij niets verbazen wanneer men ook in dit geval beide populaties Saarlooswolfhonden op één hoop heeft gegooid en uitsluitend is afgegaan op de epilepsie problemen bij de populatie buiten de NVSWH. Een geliefde bezigheid namelijk van sommigen, dat op één hoop gooien van de SWH.

In het commentaar op datzelfde artikel wordt verwezen naar een Faceboek groep over epilepsie bij de Saarlooswolfhond. Er zou een videootje staan van een NVSWH-teef die een epilepsie-aanval heeft. Ik heb dat videootje niet aangetroffen, kan natuurlijk aan mij liggen. Maar misschien wil de persoon die dat gemeld heeft dan zo vriendelijk zijn de naam van die hond te noemen. Dan weten de eigenaren van eventuele nakomelingen en/of nestgenoten ook waar zij aan toe zijn.
Ook wijst deze mevrouw op de hond Blizzard die ook epilepsie zou hebben. In een reactie daarop wordt echter gemeld dat de eigenaren van Blizzard hebben laten weten dat dat een onzinverhaal is dat door iemand de wereld in geholpen is en blijft rondwaren. Er zou helemaal geen sprake zijn van epilepsie. Als dat wel zou zijn, zou het ronduit schandalig zijn dat deze hond driemaal is ingezet in de fokkerij.

Maar goed, de mevrouw die dit allemaal wist te beweren in haar reactie heeft jaren geleden eens geschreven dat zij in haar SWH-fokkerij streefde naar honden met het uiterlijk van de NVSWH honden, omdat dat nog de echte Saarlooswolfhonden waren. Diezelfde mevrouw zag er geen been in te fokken met haar aan DM lijdende teef, ondanks dat het gen al bekend was en de test beschikbaar. Dus haar bewering moet maar men een korrel zout genomen worden.

In ieder geval is op die faceboek pagina over epilepsie bij de SWH te lezen dat in 2013 al een oproep gedaan werd voor het beschikbaar stellen van erfelijk materiaal in verband met DNA onderzoek naar deze aandoening. Erg actief is men niet op die pagina, dus was het ook niet zo moeilijk te constateren dat het daarna stil gebleven is. Geen enkele reactie. Het is dus onduidelijk of er inderdaad materiaal beschikbaar gekomen en gesteld is en al helemaal wat er uit dat onderzoek gekomen is. Vooropgesteld natuurlijk dat zo'n onderzoek daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

Tot slot, ik heb vernomen dat de redactie van “Onze Hond” zich niet schuldig voelt omdat dit artikel over epilepsie van de Raad van Beheer afkomstig is. Deze kan plaatsen wat zij wenst, want zij schijnen bladruimte in te kopen. Misschien dat de Raad dan duidelijkheid kan verschaffen waarop die uitspraak gebaseerd is. Of, nog beter, opheldering kan geven of deze vorm van epilepsie bij zowel de populatie van de NVSWH en die van de avls voorkomt, of uitsluitend dan wel in overgrote meerderheid bij de avls, dus de populatie buiten de NVSWH.
Als dat laatste het geval is, is het natuurlijk belachelijk beide populaties over één kam te scheren. Dat is dan hetzelfde als beweren dat, omdat bij honden in Noord-Brabant, om maar een provincie te noemen, een bepaalde afwijking massaal voorkomt, deze derhalve bij de honden van hetzelfde ras in Friesland ook massaal voorkomt.