zaterdag 25 januari 2014

Inteelt


Alvorens hierop in te gaan, op mijn stuk Outcross, deel 3 zijn drie nieuwe reacties binnengekomen. Wellicht is het beter dat de schrijfster van twee van die reacties, waarschijnlijk de mevrouw achter Netis Tala, haar reacties in het Duits plaatst. Dat maakt het een stuk duidelijker, aangezien het vertaalprogramma er dusdanig krom Nederlands van maakt dat het grotendeels onbegrijpelijk wordt.
 
Zoals u hebt kunnen lezen, is de kogel door de kerk. De Raad van Beheer is akkoord gegaan met het voorstel van de avls tot het doen van een outcrosss. Gedoseerd zullen honden van andere rassen worden ingekruist.

De grootste stommiteit die de Raad de laatste jaren ten aanzien van de Saarlooswolfhond heeft kunnen uithalen. Eerdere stommiteiten waren al het meewerken door diverse medewerkers van de Raad aan de stamboomfraude gepleegd door die fokster uit Frankrijk. U weet wel, die zogenaamd in Nederland zou wonen. De stommiteit daarna was het opleggen van een verbod aan de NVSWH ooit bij de Raad nog die naam van die fokster te noemen, zo werd op een ledenvergadering de aanwezigen voorgehouden.
 
Nu dan die outcross.
Ik heb ook het idee dat die algemene vereniging van look-a-like en surrogaatwolfhonden dit plan er uitsluitend door heeft kunnen drukken door het aanleveren van foutieve stamboomgegevens aan die deskundigen uit Wageningen.
Dat die mensen deskundig zijn, twijfel ik niet aan. Ik vraag me alleen af of die deskundigheid wel op praktijkervaringen berust of alleen theoretisch aanwezig is. Of is die praktijkervaring gebaseerd op onderzoeken bij landbouwhuisdieren?
Ongetwijfeld zal ik diverse mensen met deze stelling keihard tegen het zere been schoppen, maar dat moeten zij en ik maar voor lief nemen.
 
Laten we eerlijk wezen.
Gehanteerde argumenten tegen het hoge inteeltpercentage, dat wat mij betreft echter ook wel drastisch omlaag mag, zijn onder meer verminderde vitaliteit en het optreden van erfelijke aandoeningen.
Het is waar dat op geregelde tijden er kleine nesten of helemaal geen nesten geboren worden. Alleen speelt dit al tientallen jaren bij vele rassen. En iedere keer wordt zo’n periode weer gevolgd door een periode met grote nesten en vele nesten per jaar. Dit laatste ook natuurlijk weer doordat op zo’n moment eigenaren van teven toch hun verantwoordelijkheid nemen en besluiten mee te werken aan het fokprogramma van de betreffende rasvereniging.
 
Ik krijg alleen een nare smaak in mijn mond wanneer men met de drogreden “afwijkingen” komt. Vooral omdat niemand antwoord kan geven op de vraag hoe het dan in hemelsnaam mogelijk is dat bij de populatie Saarlooswolfhonden van de NVSWH, behalve dan die nog steeds onbekende vorm van PRA, géén erfelijke afwijkingen voorkomen. Dat had dan toch niet mogelijk kunnen zijn. Wellicht dat iemand met meer kennis dan ik op het gebied van kansberekening en dus statistiek hier antwoord op kan geven.
 
Aangezien het afgelopen tijd toch geen weer was in de volkstuin of op het balkon aan de slag te gaan en ik ’s avonds niets anders te doen had omdat op tv de herhalingen van de herhalingen voor de zoveelste keer herhaald werden en worden, ben ik weer eens uitgebreid in de online SWH database gaan zitten snuffelen. Nu echter met meer aandacht voor het IC dan in andere gevallen. Wel heb ik hierbij ook in aanmerking genomen dat van sommige honden de opgegeven afstamming foutief in die database staat.
 
Nemen we daarom bijvoorbeeld Andy-Harris from the Shadow of the Mountains. Geboren april 1998. Deze hond zou afkomstig zijn uit de kruising Quick x Tara of Male Kuryak. Althans, zo staat in die database. Het gevolg is dat die hond een IC heeft van 53,7%. Van Tara, geboren in 1995 zijn, m.u.v. de HD-uitslag, geen gezondheidsgegevens bekend. Datzelfde geldt voor haar ouders. Dan Quick. Van deze hond wordt gezegd dat hij last had van Cauda Equina Syndroom. Kwaadsprekers zullen dan ook gelijk kunnen roepen dat hij lijder DM was. In dat geval moeten zijn ouders Olrik Mortimer de Louba-Tar en Lupa Aura Zwart van Helmond minimaal drager geweest zijn. Van beide honden is op dit gebied niets bekend.
Echter, Quick is de vader helemaal niet van dit nest. Er is door onderzoekers alleen achterhaald dat het gaat om de hond C.. z. Polonin en daardoor bleven Car en zijn broer Cek over. Het inteeltpercentage van Andy-Harris is daarom niet 53.7% maar 0%. Hij is echter wel bewezen drager van DM. Omdat Quick hier niets mee te maken had, kan dit dragerschap vererfd zijn vanuit de moeder (Lupa Aura) of vanuit de vader. Gelet op vele andere gevallen gok ik op de vaderhond.
 
Interessanter wordt het met de kruising Quick x Roxy Wilka de Louba-Tar. In dit geval is bewezen verklaard, volgens ingewijden, voor het tuchtcollege van de VDH dat de echte vader de TWH-reu Burbon Kanyéo is. De VDH heeft daarop de stambomen van de nakomelingen uit dit nest, het E-nest van Hunter of the North, ongeldig verklaard. Op internet een IC van 55.8%, in werkelijkheid moet ook dit dus 0% zijn. Bovendien zou dit hele nest uit die online database verwijderd moeten worden omdat het bewezen bastaarden zijn.
 
Eén van de meest bekende en zeker twaalfmaal ingezette reuen is Zazi Zen Daoina Sidhe, wat volgens geruchten één van de vele kennelnamen was van die Frans/Nederlandse fokster. Volgens opgave afkomstig uit Senna en Sidhe Flann de Louba Tar. IC derhalve van ruim 60%. In werkelijkheid heeft Senna, volgens zijn eigenaar, nooit gedekt maar is de werkelijke vader de TWH-reu Ch. Rop z Kladenske. Dat betekent dus dat het IC van de Zazi Zen 0% moet zijn.
 
In alle drie genoemde gevallen gaat daardoor ook het IC van de nakomelingen omlaag.
 
Kijken we nu nog eens naar de NVSWH. Doorbordurend op de nalatenschap van Leendert Saarloos. In 1976 was het gemiddelde IC van de populatie 40,17% oplopend naar 48,33% in 1982 onder verantwoording van M. Saarloos.
Toen in 1982 de NVSWH gedwongen werd drastisch in te grijpen om het ras van de ondergang te redden, steeg daardoor het IC naar 51,55% in 1986. Twintig jaar later, dus in 2006, stond dit IC op 54,41%. Een stijging van 2,86%, met andere woorden per jaar een toename van 0,14%. Dat zijn 5 generaties (hierbij stel ik een generatie op 4 jaar), dus per generatie een toename van 0,57% en dat zonder dat er sprake was van het optreden van de erfelijke aandoeningen die buiten de NVSWH voorkomen. Voorwaar, toch niet slecht gedaan.
 
Kijken we nu naar de populatie buiten de NVSWH over diezelfde periode dan zien we een IC van 44,34% in 1986 oplopen naar 45,56% in 2006. Dus een totale toename 1,22% ofwel 0,06% per jaar. Op het eerste gezicht zou je dan zeggen dat de fokkers buiten de NVSWH het veel beter gedaan hebben en roept dat dus vraagtekens op over het optreden van al die erfelijke aandoeningen binnen die populatie. Maar hou je dan rekening met al die honden van andere rassen die ingekruist zijn, dan slaat de balans naar de andere kant door. Dan heeft men het dus een stuk slechter gedaan.
 
Het is daarom wel opmerkelijk dat het iets sterker stijgen van het IC bij de NVSWH ten opzichte van de populatie daarbuiten niet geresulteerd heeft in het optreden van al die aandoeningen die we kennen bij die andere, niet raszuivere, populatie.
Dat rechtvaardigt mijns inziens de stelling dat het optreden van die grote hoeveelheid erfelijke aandoeningen niets van doen heeft met een, al dan niet geringe, toename van het IC maar simpelweg het gevolg is van het inkruisen van die vreemde rassen.
Gelet dan ook op de voorgestelde rassen hou ik mijn hart vast voor de gezondheid van die al lang niet meer raszuivere populatie. Ik vrees dat er nog meer aandoeningen het licht gaan zien gedurende de looptijd van deze outcross-exercitie.
 
Geen wonder dus dat steeds meer fokkers buiten de NVSWH alle mogelijke moeite doen combinaties te verzinnen waar in ieder geval ex-NVSWH honden bij betrokken zijn. Dus nakomelingen van Tunka, Solo, Blizzard, Honehe. Alleen niet met het idee het IC omlaag te brengen maar uitsluitend om het optreden van erfelijke aandoeningen tot een minimum te beperken. Maar ook omdat men, zoals men ruiterlijk toegeeft, het type Saarlooswolfhond van de NVSWH het enige juiste type vindt.

Zoals geschreven, het toepassen van een outcross heeft onder andere tot doel het IC omlaag te brengen. Gelet daarom op die zeer geringe toename van het IC buiten de NVSWH is een outcross helemaal niet nodig, anders dan om het eigen ego op te poetsen: “Tweede redders van het ras” staat leuk op je CV als je belangrijk wilt lijken binnen de kynologie en helemaal binnen de “inner circle” van de Raad.
 
Ook zou een hoog IC verantwoordelijk zijn voor verminderde vitaliteit en lagere levensverwachting. Hoe is die verminderde vitaliteit te verklaren wanneer afgelopen jaar meer dan 300 Saarlooswolfhonden het levenslicht gezien hebben? Hoe is het voorts te verklaren dat er nog steeds honden overlijden op leeftijden van meer dan 15 jaar? Dat kan dan toch niet.

Waarop zijn die uitspraken gebaseerd. Bij welke diersoorten heeft men dit onderzocht of is er sprake van een theoretisch model. Helaas zijn veel van dit soort onderzoeken nooit verder gekomen dan het schoolbord en de statistische bewijzen. De praktijk bewijst keer op keer het tegendeel.
 
Zoals geschreven moet je bij het bereken van het IC en het op basis daarvan rechtvaardigen van een outcross uit gaan van de juiste gegevens. Het is al vele malen op internet gezet dat je niet moet vertrouwen op de online Saarlooswolfhonden database van dhr. Frantz noch op de database die momenteel door de avls gebruikt wordt. Volgens mij is dat simpelweg een kopie van de database van dhr. Frantz, dus kom je dezelfde fouten tegen.
 
Bij het doorspitten van die database viel mij namelijk op dat uit een ouderpaar dat vrij getest is voor het gen voor Dwerggroei een nest geboren wordt waarvan 1 pup drager is van dat gen. Dat kan dus betekenen dat:
  1. er een fout gemaakt is bij het invoeren in die database of
  2. dat de er bij de ouders een foutieve uitslag staat bij het voorkomen van het gen voor Dwerggroei of dat
  3. die test niet deugt.
In dit laatste geval houdt dat in dat, ondanks dat honden vrij getest zijn voor het gen voor Dwerggroei uit een kruising van ‘vrije’ honden toch een drager geboren kan worden. Dan zou hypofysaire dwerggroei door meerdere genen veroorzaakt worden, net als dat volgens de deskundigen het geval is met DM. Dan kan je testen wat je wilt, maar heb je nog geen zekerheid.
Ik denk echter dat die test wel goed is, maar dat dit voorbeeld opnieuw aangeeft dat je de informatie die je haalt uit die database met een grote korrel zout moet nemen. Maar dat was al bekend.

Omdat de NVSWH toch al gul is met het uitgeven van de pegulanten lijkt het mij beter niet langer reiskosten van leden te vergoeden opdat zij naar bijeenkomsten kunnen komen, maar is het volgens mij een uitgelezen kans van een groep honden DNA-materiaal af te nemen en te laten onderzoeken. Niet alleen op de erfelijke afwijkingen DM en Dwerggroei, om dus te bewijzen dat die niet in onze populatie voorkomen, maar ook om gebruik te maken van onderzoek naar het Y-chromosoom. Hiermee bestaat de uitgelezen kans duidelijk te maken dat de populatie raszuiver is.

Vervolgens gaat men ook op dit gebied samenwerken met de avls. Men pakt daar een paar reuen uit de lijnen waarvan iedereen, inclusief leden van de avls waarvan interviews in dat nieuwsblaadje staan, weet en roept dat daar honden van andere rassen inzitten en vergelijkt vervolgens die DNA-uitkomsten. Op het moment dat daar onverklaarbare afwijkingen in zitten, is het bewijs geleverd dat er gefraudeerd is en dat er dan ook geen outcross noodzakelijk is. Zou van alle reuen het Y-chromosoom wijzen naar een gezamelijke voorvader dan zijn de criticasters direct de mond gesnoerd en heeft men een goed argument voor een outcross.
Wat denkt u? Op welke uitkomst zou u uw geld zetten?

Afsluitend nog even terugkomend op het laatste clubblad van de NVSWH. Had ik in mijn vorige stuk nog even gerefereerd naar het vermelden van de tentoonstellingsuitslagen op de website en meer op het “afwijkende” taalgebruik, diezelfde opmerking geldt ook voor het clubblad. Ook daar wederom die rare grammaticale constructie van enkelvoud en meervoud.
Nogmaals wil ik de redacteur of redacteuren van het clubblad en vooral de persoon die verantwoordelijk is voor de tentoonstellingsuitslagen erop wijzen dat in keurrapporten al jaren gesproken wordt over type en niet over tijpe. Sterker nog, dit woord bestaat niet eens.

We weten voorts allemaal dat iedere hondeneigenaar wel één of meer ‘koosnamen’ of 'bijnamen' voor zijn hond of honden heeft verzonnen. Ik heb voorts geen idee wat de opleiding tot keurmeester allemaal inhoudt, maar ik neem niet aan dat hij of zij tijdens de opleiding ook stage moet lopen op één van de politiescholen. Ik vraag me daarom af hoe de keurmeester op afgelopen Winner tentoonstelling tot het besluit is gekomen dat Whitefang’s Ajia Ishani beschikt over een goede boevenbelijning. Heeft deze hond in een gestreept pakje door de ring gelopen of is er sprake van een rasgebonden jargon?
Gelukkig daarom dat Joscha in het bezit is van rechete benen, hoewel ik ook die uitdrukking nog niet eerder tegengekomen ben. Ach, een mens is nooit te oud om te leren en heb ik nog vele jaren om mij de kynologische terminologie eigen te maken voor het geval ik ooit eens als exposant op een tentoonstelling te vinden ben.

zondag 12 januari 2014

Veranderingen


Bij het begin van het nieuwe jaar is het gebruikelijk terug te kijken op het voorgaande jaar. In mijn geval pak ik gelijk maar een aantal voorgaande jaren. Wel zo makkelijk.

Op Saarlooswolfhondengebied zijn er zeer zeker de nodige veranderingen geweest afgelopen jaren. Zo ontkomen we niet aan het bestaan van de avls. Mochten we dat bestaan al proberen te negeren, die vereniging zorgt er wel voor dat dat niet gebeurt. Het blijkt dat ze toch hun zin hebben gekregen van de Raad tot het doen van een outcross. In zijn laatst gehouden Nieuwjaarstoespraak maakt dhr. Jipping dit ook bekend.

De avls kan dus ongestraft haar gang gaan met het doen van één of meerdere outcrosses. Details omtrent deze gang van zaken zijn mij niet bekend, maar er schijnen druppelsgewijs honden van andere rassen ingekruist te worden. Ik heb ook al eerder aangegeven, dat ook vele avls-leden dit besluit betreuren omdat het in hun ogen niet nodig is. Er lopen genoeg Saarlooswolfhonden rond, althans zij hebben een stamboom als zijnde behorende tot ons ras, dat er nog volop keuze en ruimte is in de fokkerij. Maar zoals ik ook al eerder heb geschreven, de keuze van de Zwitserse Witte Herder als één van de rassen die in aanmerking komen voor die outcross is uitsluitend gebaseerd op de ziekelijke wens tot het fokken van witte Saarlooswolfhonden.

Tenminste als ik de afgelopen jaren de reacties goed begrepen heb wanneer er weer eens een nestje op één van de vele internet-forums aangekondigd werd: “Ik hoop dat er een witte bij is”; “Zou er weer eens een witte bijzitten”; “Als er een witte bij zit hou ik die zelf”, enz. enz. Aan de andere kant moeten we over de toestemming voor een outcross ook weer niet te krampachtig doen. Op het gevaar af op een hangende grammofoonplaat te lijken, iedereen weet dat er al zoveel outcrosses hebben plaatsgevonden dat de avls in feite geen Saarlooswolfhond meer vertegenwoordigd maar een zooitje ongeregeld. Ondanks dat papiertje dat zegt dat ze een Saarlooswolfhond zijn.
We zullen moeten afwachten.

Ook bij de NVSWH hebben er afgelopen jaren de nodige veranderingen plaatsgevonden. Om maar niet te spreken van een ware revolutie. Mensen van het eerste uur, die hun hele ziel en zaligheid gelegd hebben in het ras, dag en nacht klaar hebben gestaan in het kader van de fokkerij, de herplaatsing, enz. werden door het vernieuwde, jonge en dynamische bestuur geschoffeerd en aan de kant geschoven. Uit hun functies gezet omdat eigen ego’s belangrijker werden gevonden dan kennis van het ras. Ach, het komt in de hele kynologie voor, dus de NVSWH is op dit gebied niet uniek. Dat ook in dit geval die verandering desastreus heeft uitgepakt moet toch iedereen duidelijk zijn.

Ja, er zijn sinds de bestuurswisseling een paar nestjes geboren. Alleen zijn die niet in het NHSB maar voornamelijk in het LOSH ingeschreven. Allemaal onder de naam van de voorzitter. Je gaat bijna veronderstellen, dat hij hard aan het werk is het keurmeesterschap voor de Saarlooswolfhond te verwerven. Voldoende kampioenen fokken en dan in België nog snel een cursus op Kynologisch Gebied volgen. 

Nog een verandering afgelopen jaren is het uiterlijk van het clubblad. In plaats van een boekje met gemiddeld 60 pagina’s op A5-formaat ontvangen we nu, als we geluk hebben, 22 pagina’s op A4-formaat. En dat ook nog eens dankzij dat grotere lettertype, omdat het aantal pagina’s anders nog lager had uitgepakt.
Konden we in het “oude” clubblad genieten nuttige informatie op allerlei gebied en van de verhalen van diverse leden aangevuld met tentoonstellingsuitslagen, enz. nu blijft het beperkt tot een verhaaltje van de voorzitter, wat tentoonstellingsuitslagen, nuttige informatie op gebied van gezondheid en een enkel kort verhaal van een lid van de vereniging. Met als dieptepunt toch echt wel de uitgave van het laatste clubblad dat eerder de titel “flutblad” verdient. Menig blaadje van de plaatselijke buurtvereniging bevat meer informatie.

Het artikel “Kerst levensgevaarlijk voor huisdieren” kwam in ieder geval net op tijd voor de Kerstdagen. Ach, anders hadden we het kunnen bewaren voor de feestdagen van 2014.

In elk geval kunnen wij, leden, nog uiterlijk maart weer een clubblad in de bus vinden. Althans dat zou moeten, omdat het fenomeen “Nieuwsbrief” klaarblijkelijk niet meer bestaat. Op bladzijde 16 van het laatste flutblad treffen we de agenda aan. Te lezen is onder meer dat op 6 april de ledenvergadering in Druten plaatsvindt. Meer informatie is in dit Clubblad te lezen. Waar???????????? Ik heb het blad diverse malen doorgenomen, maar niets. Totaal niets.

Wanneer krijgen alle leden en dan niet alleen die leden waarvan het e-mail adres bekend is, bericht over de agenda voor deze ledenvergadering. Wie is eventueel statutair aftredend en al dan niet herkiesbaar. Waar is het financieel overzicht van afgelopen jaar, de begroting voor dit jaar, het jaarverslag, enz. enz. Of moeten we wachten tot veertien dagen vóór de Ledenvergadering dat de oproep, de agenda en alle relevante stukken, zoals ik hierboven noemde aan ons worden toegezonden. Uiteraard per post, er is toch genoeg geld in kas en het bestuur heeft potverteren toch al hoog in het vaandel staan. Ik ben trouwens benieuwd of de leden die stukken wel toegezonden krijgen, omdat ik en, trouwens met mij nog vele leden vorig jaar geen jaarverslag en financieel verslag ontvangen hebben.
Het klaarleggen van deze bescheiden voor aanvang van de vergadering is een extra service naar de aanwezigen, maar leden die, om wat voor reden ook, niet in staat zijn de vergadering bij te wonen moeten wel in de gelegenheid gesteld worden de diverse verslagen in te zien en eventueel schriftelijk vragen te stellen. Dat wordt op deze manier onmogelijk gemaakt en duidt er op dat het bestuur zich geen barst van de leden aantrekt. Is het bestuur echter niet verplicht deze stukken openbaar te maken?

De Nieuwsbrief is al een paar keer de revue gepasseerd. Wat opviel is dat deze in het verleden vaak bijna gelijk met het clubblad in de bus kwam bij de leden. Althans bij die leden die hun e-mail adres hadden doorgegeven aan de bestuursleden verantwoordelijk voor die nieuwsbrief. In ieder bevatte stond destijds in die Nieuwsbrief informatie die in de meeste gevallen ook in het clubblad was opgenomen, voornamelijk activiteiten als wandelingen, tentoonstellingen, bijeenkomsten, enz. Sinds vorig jaar mei is er geen Nieuwsbrief meer verschenen. Opmerkelijk! Werd die Nieuwsbrief gebruikt om de vorige redactie van het clubblad te frustreren? Stoot onder de gordel, of zo? Het lijkt er wel op. Het kan natuurlijk ook zijn, dat men tot de ontdekking is gekomen dat het samenstellen van een clubblad meer vraagt dan het opstellen van een Nieuwsbrief en dat alles wat in de Nieuwsbrief komt ten koste gaat van het clubblad. Geen kopij is een bekend verschijnsel bij elke redactie van een clubblad, waar men vervolgens toch kans zag, met het nodige kunst en vliegwerk wel te verstaan, een acceptabel clubblad in elkaar te draaien. Het huidige clubblad is echter een sprekend voorbeeld van redactionele armoede.

Wat is er nog meer veranderd? Oh ja, de website van onze vereniging. Goed, de kleurstelling is identiek aan die van het boek. Hier houdt echter alles mee op. Dezelfde armoede als het laatste flutblad wordt op de website tentoongesteld. Tentoonstellingsuitslagen en, als er al een nest geboren wordt, een vermelding daarover.
Ik zou graag een verandering voorstellen t.a.v. de website. Ik heb dat al eens eerder laten doorschemeren. Zorg dat de persoon, die de artikelen op de site zet, de Nederlandse taal machtig is. Nog eenmaal een korte uitleg: Wanneer het onderwerp in het enkelvoud staat, staat ook het bijbehorende werkwoord in het enkelvoud. Staat het onderwerp in het meervoud, dan ook het werkwoord in de meervoudsvorm gebruiken. Als dit te moeilijk is om te begrijpen, en gelet op de website is dat ook zo, dan een voorbeeld.
“De hond behaalde op een tentoonstelling” en NIET “De hond behaalden op een tentoonstelling”. Voor “De hond” mag u natuurlijk de naam van één enkele dier invullen.
Dan geldt automatisch “De honden behaalden op een tentoonstelling” en NIET “De honden behaalde op een tentoonstelling”.
Zo moeilijk is dit niet, hoewel de redacteur(en) van de website anders doet/doen vermoeden.

Zo zou ook het nieuwe, jonge en dynamische bestuur zorgen voor meer openheid richting de leden. Ik heb er tot op heden nog niets van gemerkt. Nietszeggende stukjes van de voorzitter in het clubblad. Inhoudelijk niets.
In elk geval wel een compliment richting de voorzitter. Plots geeft hij er blijk van wel degelijk iets voor het clubblad in elkaar te kunnen draaien. Ik heb althans begrepen, dat in het verleden, dus onder de vorige redactie, hij van alles beloofde maar die beloftes zelden nakwam. Met andere woorden, hij beloofde een artikel voor het clubblad maar vanwege het ‘druk, druk, druk’ kwam zoiets nooit tot stand of pas wanneer het clubblad al naar de drukker was. Er is dus vooruitgang geboekt.
Nu nog die beloofde openheid van zaken.

Waaruit bestaat de samenwerking met de avls, geef de leden nou eens echt tekst en uitleg. Wat heeft het bestuur gedaan om de Raad duidelijk te maken dat die verwenste outcross de eerstkomende jaren nog helemaal niet nodig is omdat er voldoende honden rondlopen om uit te kiezen. Volgens de online database vorig jaar zeker 300 honden waarvan het merendeel in Frankrijk. Wat heeft het bestuur gedaan om de avls en de Raad duidelijk te maken dat de afstamming van een groot aantal honden in werkelijkheid niet is zoals het op papier staat. Ik neem tenminste aan dat de secretaris over de nodige bewijzen beschikt, zoals hij tijdens zijn vorige zittingsperiode de ledenvergadering voorgehouden heeft.
Wat zijn de activiteiten die het bestuur ontplooit in het kader van de opleiding van aspirant keurmeesters, rasexamens, enz.
Waarom vermeldt dit dynamische bestuur dat niet in het clubblad. Waar is een clubblad anders voor. Of zet het uitgebreid op de website, net zoals andere verenigingen doen. Zo moeilijk is dat toch niet? Nogmaals, alleen tussen en neus en lippen door melden op de ledenvergadering is een schoffering van de leden die niet aanwezig (kunnen) zijn.

Hoe staat het trouwens met het PRA onderzoek dat in Bochum uitgevoerd wordt. Of werd dat uitgevoerd. De secretaris zou dit blijven coördineren, ook toen hij jaren geleden was afgetreden als secretaris. We hebben er nooit meer wat over gehoord. Hoort dat ook bij die openheid?

Zijn er dan helemaal geen positieve kynologische ontwikkelingen?
Jazeker. Eindelijk is het vastgelegd in de tentoonstellingsregels dat exposanten niet langer tot 15.00 uur verplicht aanwezig moeten blijven. Werd de hond in het verleden om 10.00 uur gekeurd en hoefde de hond vervolgens niet in de eindkeuring zijn/haar opwachting te maken, dan diende u toch aanwezig te blijven. Nu mag u om, bij wijze van spreken, om 10.05 uur al weer naar huis. Heeft u toch nog wat aan de rest van uw zaterdag of zondag. Evenzo hoeft u niet langer om uiterlijk 09.45 uur aanwezig te zijn om vervolgens tot bijv. 14.00 uur duimen te draaien omdat ons ras dan pas gekeurd wordt. Nu kunt u eerst nog rustig naar de markt of bij opoe op visite om vervolgens rond 13.00 uur aanwezig te zijn.

Nog zo’n positieve ontwikkeling. Hoewel ik hier toch mijn twijfels bij heb. Nu mag iemand die een bestuursfunctie vervult bij een erkende vereniging gelijktijdig een bestuursfunctie vervullen bij een niet-erkende vereniging. Volgens Johan na enige druk van buiten af. Uiteraard, zou je bijna zeggen, komt hij met zo’n reactie. Als je als erkende vereniging je niet geroepen voelt je te houden aan de reglementen van de organisatie waar je je bij aangesloten hebt, moet je niet zeuren als je op je vingers getikt wordt. Kan je daar niet tegen, dan had je geen onderdeel van die organisatie moeten worden. Dat geldt voor elke organisatie, dus niet alleen binnen de kynologie.

Nog een verandering. Uiteraard weer volgens de “Hollandse Poldermethode”. DNA opslag. Natuurlijk moet er weer de nodige tijd over heen gaan voordat het ingevoerd wordt. Waarom niet per 1 januari ingevoerd? Dat is toch ook het geval met de wijzigingen op tentoonstellingsgebied. Dat vergt toch ook de nodige maatregelen van de organiserende organisaties. Of moeten bepaalde mensen nog even snel de gelegenheid krijgen tot het doen uitvoeren van DNA-registraties die anders niet door de beugel konden. Iedereen weet dat de Raad in het verleden al driftig sommige fokkers bijstond in hun, in de ogen van velen, frauduleuze handelingen omdat het geld in het laatje bracht. Is dat nu ook zo?
Het lijkt er in ieder geval op, dat ook in dit geval weer opnieuw het wiel uitgevonden moet worden. Typisch Nederlands, maar ach het staat zo leuk als je op kynologische bijeenkomsten kunt pochen met je commissie-werkzaamheden.

De praktijk zal moeten uitwijzen dat al deze veranderingen de kynologie ten goede komen. Wat telt is dat u voor uzelf het voornemen hebt er een prachtig kynologisch jaar van te maken.