Regelmatig kom je artikelen tegen waarin bekend gemaakt
wordt dat bij de Saarlooswolfhond een eerste officiële outcross heeft
plaatsgevonden, met dank aan de avls. Uit dit nest van drie puppen, geboren via
de keizersnede, zullen maximaal twee puppen teruggekruist worden op de
Saarlooswolfhond. Zeer waarschijnlijk zullen dat dus één van de twee reutjes
zijn en het teefje. Ik ben benieuwd trouwens of bij dat ene reutje beide
testikels al ingedaald zijn of dat er nog steeds sprake is van één waardoor dat
diertje dus als monorchyde door het leven zal gaan en dus afvalt voor de
verdere fok. Datzelfde geldt ook voor dat andere reutje, waar helemaal nog geen
testikels gevoeld werden. Maar vooruit, ze waren pas 6 weken oud. Als deze
situatie zich rond de leeftijd van 6 maanden nog steeds voordoet, is deze
outcross dus voor niets geweest. Maar dat had men na kunnen gaan bij de
mannelijke nakomelingen van de reu omdat monorchyde en kryptorchide zeer
waarschijnlijk een erfelijke achtergrond hebben.
Ik wil toch nog even terugkomen op de zgn. keurrapporten van
die drie outcross-pupjes zoals opgenomen in het laatste wijkblaadje van de
avls. De periode tussen mijn eerste opmerkingen over dat “Veelbelovend” en dit
stukje heb ik benut om opheldering te krijgen over nog een paar uitspraken in
die keurrapporten. Maar niemand die mij uit de droom heeft kunnen helpen.
Wat valt er te lezen.
Bij alle drie de puppen staat dat de
verhouding voorsnuit:schedel 1:1 is. Precies wat de rasstandaard voorschrijft.
Maar dan. Bij alle drie de puppen schijnt er iets mis te zijn met de verhouding
“Snuitje - Voorhoofd”.
Bij reu Athos: snuitje iets korter dan voorhoofd
Bij reu Ankor: snuitje tikje korter dan voorhoofd
Bij teef Aowijn snuitje tikje korter dan voorhoofd (kortste van de 3).
Wat is echter het verschil tussen "iets korter" en "tikje korter". Heeft de keurmeerster dit m.b.v. een duimstok of centimeter opgemeten of is dit geschat? In het laatste geval moet bij dat teefje sprake geweest zijn van fors korter, omdat een verschil van minder dan 5 millimeter nauwelijks met het oog zichtbaar is.
Bij reu Athos: snuitje iets korter dan voorhoofd
Bij reu Ankor: snuitje tikje korter dan voorhoofd
Bij teef Aowijn snuitje tikje korter dan voorhoofd (kortste van de 3).
Wat is echter het verschil tussen "iets korter" en "tikje korter". Heeft de keurmeerster dit m.b.v. een duimstok of centimeter opgemeten of is dit geschat? In het laatste geval moet bij dat teefje sprake geweest zijn van fors korter, omdat een verschil van minder dan 5 millimeter nauwelijks met het oog zichtbaar is.
Iedereen die ik benaderd heb, weet wat bedoeld wordt met de
verhouding voorsnuit - schedel. Maar ook iedereen was stomverbaasd over het
begrip verhouding snuitje - voorhoofd.
Velen dachten bij “snuitje” als eerste aan die twee boeven
“Snuf en Snuitje” uit de Pipo de Clown tv-serie, maar stapten snel van dat idee
af want het had niets met een hond te maken. Ook passeerde nog even het paard
“Snuitje” van Hennie Huisman de revue maar ook dat dier viel snel af, omdat het
al in 2012 overleden bleek.
Even werd zelfs nog gedacht aan de “stop”, maar ook dat heeft weer niets met verhoudingen te maken. Bovendien werd die in de rapporten van beide reutjes nog eens apart genoemd.
Even werd zelfs nog gedacht aan de “stop”, maar ook dat heeft weer niets met verhoudingen te maken. Bovendien werd die in de rapporten van beide reutjes nog eens apart genoemd.
Ergo, waar komt dit begrip vandaan en sinds wanneer wordt
dit bij de Saarlooswolfhond bekeken. Men heeft mij verzekerd dat in ieder geval vanaf circa
1982, toen de fokkerij binnen de NVSWH centraal geregeld werd, nog nooit iemand
naar deze verhouding gekeken heeft.
Een aantal leden en ex-leden hebben voor mij de oude
clubbladen doorgenomen om te kijken of in de keurrapporten van de verschillende
tentoonstellingen ook dit begrip genoemd is. Niets terug te vinden. Zelfs heeft
iemand de rasstandaarden van de Saarlooswolfhond en de vorig jaar genoemde
outcross-rassen bekeken. Alleen bij de Hollandse Herder is iets over een
“Voorhoofd” terug te vinden: “Voorsnuit iets langer dan het vlakke voorhoofd”.
Het blijkt verder binnen kynologisch Nederland een totaal
onbekend begrip te zijn. Voor zover mij bekend heeft niet één rasvereniging
ooit hiernaar gekeken. Ik kan me verder niet voorstellen dat ook maar één
keurmeester van welk ras ook naar deze verhoudingen kijkt. Dat betekent dus ook
dat bij het keuren van deze drie outcross-pups iemand van de aanwezigen een
moment van totale verstandsverbijstering gehad moet hebben. Omdat dat, zoals
geschreven, niet die keurmeester geweest kan zijn blijven alleen die twee dames
van de outcross-commissie over. Wie ook verzonnen heeft dat naar deze genoemde
verhoudingen gekeken moet worden, moet met onmiddellijke ingang een totaal verbod
op kynologische activiteiten krijgen. Dit slaat namelijk nergens op en is de
grootst mogelijke waanzin.
Een tip voor het komende symposium van de NVSWH. Misschien
kan daar uitgelegd worden wat verstaan moet worden onder de verhouding “snuitje
– voorhoofd”. Maar ook wat het verschil is tussen "voorsnuit" en "snuitje". Nodig dan in ieder geval die outcross-commissie van de avls uit.
Kunnen zij ook nog wat leren.
Trouwens, in die “keurrapporten” staan nog meer vreemde
zaken.
Bij reu Athos: “Vacht, prima, iets minder vacht”. Een prima vacht maar toch iets minder vacht. Iets minder dan wat? Voorts wordt bij alle drie de pups opgemerkt dat ze mooie voeten met zwarte nagels hebben!
Wacht even. Zwarte nagels? Waarom wordt daar naar gekeken? De Witte Herder heeft bij voorkeur een zwarte neus, donkere lippen en wenkbrauwen. Dus zullen ook de nagels donker of zwart zijn. Wat had men dat verwacht? Bruin? Wit? Geel? De teef was toch ook wolfsgrauw en bij die kleur Saarlooswolfhond komen toch ook zwarte nagels voor? Dus???????
Bij reu Athos: “Vacht, prima, iets minder vacht”. Een prima vacht maar toch iets minder vacht. Iets minder dan wat? Voorts wordt bij alle drie de pups opgemerkt dat ze mooie voeten met zwarte nagels hebben!
Wacht even. Zwarte nagels? Waarom wordt daar naar gekeken? De Witte Herder heeft bij voorkeur een zwarte neus, donkere lippen en wenkbrauwen. Dus zullen ook de nagels donker of zwart zijn. Wat had men dat verwacht? Bruin? Wit? Geel? De teef was toch ook wolfsgrauw en bij die kleur Saarlooswolfhond komen toch ook zwarte nagels voor? Dus???????
De ribben. Bij de ene reu zijn de ribben vlak en bij de andere
reu zijn ze goed. Alleen, dat rijmt niet met de opmerking dat de ribben
normaliter naar achteren staan. Als dat zo is waarom wordt dat bij deze reu dan
expliciet opgemerkt. Dan krijg je toch het idee dat er met die ribben iets niet
in de haak is. Trouwens, dat teefje schijnt geen ribben te hebben, althans ze
worden daar weer niet genoemd in het keurrapport.
Al met al zijn het keurrapporten waar bij menig lezer de
wenkbrauwen tot grote hoogte worden opgetrokken omdat er toch wel bijzonder
vreemde opmerkingen in voorkomen. Het blijft duister of dat de
bewoordingen van de keurmeester zijn of dat de schrijfster haar eigen
kynologische kennis probeert te demonstreren. Nou, dan heeft zij direct de
wereld laten weten dat zij die kennis totaal ontbeert.
Ook bij de NVSWH kloppen nog steeds vele zaken niet. Tussen
beide zittingsperioden van dhr. Mast als secretaris kreeg mevr. van Onna die
functie toebedeeld. In die tijd was, zo bleek uit bewoordingen tijdens
ledenvergaderingen, de daadwerkelijke secretaris onze voorzitter. Mevr. van
Onna was in feite niets meer of minder dan een notulist en mocht de brieven van
dhr. Verbeeck ondertekenen. Zo leek zij secretaris. Zo’n zelfde situatie doet
zich momenteel weer voor. Dhr. v.d. Mee is gekozen tot secretaris, maar volgens
de kynologische pers bekleedt dhr. Mast nog steeds die functie. Of, en dat
lijkt waarschijnlijker, er is binnen het bestuur alweer of eigenlijk nog steeds sprake van een
gigantische kynologische desinteresse waardoor, op papier dus, nog steeds de
verkeerde persoon rondwaart als secretaris.
Al met al kan ik nou niet zeggen dat dit bestuur voortvarend
en dynamisch te werk gaat. Een deel van dit bestuur lijkt te zwelgen in
zelfgenoegzaamheid en probeert alleen de eigen naam hoog te houden binnen de
kynologie. In de trant van “Ik ben bestuurslid van de Nederlandse Vereniging
van Saarlooswolfhonden, heb echter totaal geen kynologische kennis maar weet
dat te verdoezelen met mooie praatjes”. Dat daarmee de Saarlooswolfhond en de
vereniging zelf niet geholpen zijn, doet niet ter zake.
Laten we eerlijk zijn. Waarom anders ontkent men dat er momenteel drie kleuren Saarlooswolfhonden rondlopen. Zowel op de kalender die eind vorig jaar het licht zag als onlangs toen er foto’s gemaakt werden in verband met dat rasstandaard-symposium was er geen witte wolfhond te bekennen. Zijn de eigenaren van die witte honden benaderd of is men bang dat gesuggereerd wordt dat het bastaard Witte Herders zijn.
Laten we eerlijk zijn. Waarom anders ontkent men dat er momenteel drie kleuren Saarlooswolfhonden rondlopen. Zowel op de kalender die eind vorig jaar het licht zag als onlangs toen er foto’s gemaakt werden in verband met dat rasstandaard-symposium was er geen witte wolfhond te bekennen. Zijn de eigenaren van die witte honden benaderd of is men bang dat gesuggereerd wordt dat het bastaard Witte Herders zijn.
Ik zou bijna zeggen, omdat het merendeel van de
bestuursleden in het zuiden van het land dan wel in ons zuidelijke buurland
wonen, stop met alles en begin een carnavalsclubje. De zotheid die jullie
uitstralen past goed daarbij.
Gelukkig is het niet alleen bij de Saarlooswolfhond kommer
en kwel rond inkruisingen of outcrosses. Op het Engelstalige forum van de
Tsjechoslowaakse Wolfhond is daar ook het nodige over te lezen. Er wordt zelfs
aangegeven dat van een, met name genoemde kennel, in ieder het R- en het S-nest
zijn voortgekomen uit een outcross en dat er toch stambomen zijn verkregen. Volgende
keer daar meer over, omdat die discussie raakvlakken met de Saarlooswolfhond
heeft.