De laatste Raadar van de Raad van Beheer brengt voor de
eigenaar van een Saarlooswolfhond interessant nieuws.
Niet het feit dat op tentoonstellingen keurmeesters niet langer honden met wolfsklauwtjes mogen negeren. De Nederlandse wet schrijft voor dat deze niet langer verwijderd mogen worden. Vraag is natuurlijk wie dat controleert. Een beetje slimme fokker weet zijn dierenarts zover te krijgen, dat deze die ondingen verwijdert onder het mom van “medisch noodzakelijk”. Ik kan me ook niet voorstellen dat op tentoonstellingen aan de exposant gevraagd wordt of deze een verklaring heeft dat die wolfklauwtjes verwijderd zijn wanneer de hond ze niet heeft.
Voor zover mij bekend is het bij de Saarlooswolfhond maar heel zelden dat die dingen voorkomen en het meest opmerkelijke, zo is mij verteld, is dat als die dingen aanwezig zijn dat altijd is bij honden gefokt buiten de NVSWH. Heel apart als dat zo is, want waar komen die dingen dan vandaan? Voor zover mij bekend is het geen verschijnsel bij wolven, dus van welk ingekruist ras uit het verleden is dit een erfenis?
Niet het feit dat op tentoonstellingen keurmeesters niet langer honden met wolfsklauwtjes mogen negeren. De Nederlandse wet schrijft voor dat deze niet langer verwijderd mogen worden. Vraag is natuurlijk wie dat controleert. Een beetje slimme fokker weet zijn dierenarts zover te krijgen, dat deze die ondingen verwijdert onder het mom van “medisch noodzakelijk”. Ik kan me ook niet voorstellen dat op tentoonstellingen aan de exposant gevraagd wordt of deze een verklaring heeft dat die wolfklauwtjes verwijderd zijn wanneer de hond ze niet heeft.
Voor zover mij bekend is het bij de Saarlooswolfhond maar heel zelden dat die dingen voorkomen en het meest opmerkelijke, zo is mij verteld, is dat als die dingen aanwezig zijn dat altijd is bij honden gefokt buiten de NVSWH. Heel apart als dat zo is, want waar komen die dingen dan vandaan? Voor zover mij bekend is het geen verschijnsel bij wolven, dus van welk ingekruist ras uit het verleden is dit een erfenis?
Zo kan je je nog meer afvragen. Vol trots is bekend gemaakt
dat Bantu (Mikah Bantu) wederom moeder is geworden. Omdat volgens het
fokreglement van de avls een teef vier nesten mag krijgen, zou dit voor mij geen
reden zijn hierover te schrijven. Dat vier nesten van eenzelfde teef niet
direct bevorderlijk zijn voor het terugdringen van het inteeltpercentage doet
niet ter zake.
Nee, waar het om gaat is het volgende. Mij is verteld dat Bantu als pup zijnde op naam is gezet van mevr. Versnel. Maar deze mevrouw zou dan Bantu op zeker moment over of terug hebben laten schrijven op naam van de fokster, mevr. Wennekers. Aldus heeft Bantu haar eerste nest gekregen met de kennelnaam van mevr. Wennekers, Villa della Lupa. Na enige tijd is Bantu weer teruggeschreven op naam van E. Versnel en heeft zij haar tweede nest gekregen onder de kennelnaam Accidentally in Love. Ook de puppen uit het derde nest dragen deze laatste kennelnaam. Goh, waar kennen we die praktijken van? Nou dames, als dit heeft plaatsgevonden hebben jullie in elk geval goed gekeken naar een aantal buitenlandse fokkers die dit spelletje al jaren spelen.
Nee, waar het om gaat is het volgende. Mij is verteld dat Bantu als pup zijnde op naam is gezet van mevr. Versnel. Maar deze mevrouw zou dan Bantu op zeker moment over of terug hebben laten schrijven op naam van de fokster, mevr. Wennekers. Aldus heeft Bantu haar eerste nest gekregen met de kennelnaam van mevr. Wennekers, Villa della Lupa. Na enige tijd is Bantu weer teruggeschreven op naam van E. Versnel en heeft zij haar tweede nest gekregen onder de kennelnaam Accidentally in Love. Ook de puppen uit het derde nest dragen deze laatste kennelnaam. Goh, waar kennen we die praktijken van? Nou dames, als dit heeft plaatsgevonden hebben jullie in elk geval goed gekeken naar een aantal buitenlandse fokkers die dit spelletje al jaren spelen.
De vraag is echter of het verstandig is geweest dit derde
nest te laten komen. In het tweede nest werd de fokster geconfronteerd met een
pupje met ontwikkelingsproblemen in de vorm van het ontbreken van een anus en
een vreemd soort varkensstaartje. Beide aandoeningen zijn volgens mijn
informatie (gedeeltelijk) te rangschikken onder skelet-aandoeningen.
In het derde nest wederom een pup met een
ontwikkelingsafwijking, namelijk een open schedel en dientengevolge een open
gehemelte. Dit zou ook nu weer kunnen wijzen op een skelet-afwijking.
Omdat Bantu draagster is van het gen voor hypofysaire
dwerggroei zou je je kunnen afvragen of dat er iets mee te maken had. Of is er
sprake van puur toeval en pure pech?
Omdat bij de avls, zoals geschreven, een teef vier nesten mag voortbrengen lijkt het mij nou niet verstandig deze Bantu nogmaals in te zetten voor de fokkerij. Ik hoop, als dat inderdaad het geval gaat zijn, dat de eigenaresse in dat geval niet naar andere fokkers kijkt en besluit Bantu te houden en niet ter herplaatsing aan te bieden.
Omdat bij de avls, zoals geschreven, een teef vier nesten mag voortbrengen lijkt het mij nou niet verstandig deze Bantu nogmaals in te zetten voor de fokkerij. Ik hoop, als dat inderdaad het geval gaat zijn, dat de eigenaresse in dat geval niet naar andere fokkers kijkt en besluit Bantu te houden en niet ter herplaatsing aan te bieden.
Terug naar de laatste Raadar want daar begon ik
tenslotte mee. Trots wordt daarin gemeld dat, dankzij de medewerking van de
betrokken rasverenigingen de FCI akkoord is gegaan met de vernieuwde
rasstandaarden van de Saarlooswolfhond en de Stabijhoun. Zo te lezen hebben die
vernieuwingen eerder betrekking op het jasje waarin ze gegoten zijn dan dat er
wezenlijke wijzigingen aangebracht zijn.
Wat opvalt echter is dat de Raad spreekt van de Saarlooswolfhond, één woord. Wat verder opvalt is dat de Nederlandse tekst waarnaar zij verwijst een één op één kopie is van de rasstandaard zoals de NVSWH die in haar laatste boek heeft opgenomen. Waar nodig is destijds door de auteurs besloten ter verduidelijking verklarende tekst op te nemen, zodat een ieder kan begrijpen wat er bedoeld wordt. Niet zo vreemd natuurlijk, als men beseft hoe de standaard van vele rassen bol staat van de meest onbegrijpelijke zinnen.
Wat opvalt echter is dat de Raad spreekt van de Saarlooswolfhond, één woord. Wat verder opvalt is dat de Nederlandse tekst waarnaar zij verwijst een één op één kopie is van de rasstandaard zoals de NVSWH die in haar laatste boek heeft opgenomen. Waar nodig is destijds door de auteurs besloten ter verduidelijking verklarende tekst op te nemen, zodat een ieder kan begrijpen wat er bedoeld wordt. Niet zo vreemd natuurlijk, als men beseft hoe de standaard van vele rassen bol staat van de meest onbegrijpelijke zinnen.
De Nederlandstalige rasstandaard schrijft onder “Fouten” dat
“het ontbreken van voldoende expressie door haarkleuren minder gewenst is” en
onder “Diskwalificerende Fouten” “Andere dan de toegestane vachtkleuren”.
De Engelstalige rasstandaard waar Raadar eveneens naar
verwijst, is nog explicieter ten aanzien van de vachtkleuren: “Not sufficiently
intense colours” en “Formation of a dark saddle due to poor distribution of …”
Met andere woorden: Keurmeesters mogen honden die
bijvoorbeeld bijna zwart zijn (Frankrijk) of die vreemde chocoladekleurige
hond(en) uit het Oosten van Europa niet eens een goede kwalificatie geven op
tentoonstellingen vanwege de fouten die zij vertonen.
Dat betekent dus ook dat die mevrouw die maanden geleden
boos in de pen klom omdat haar chocoladekleurige Saarlooswolfhond, waarover ik
volgens haar negatief schreef, voldeed aan de rasstandaard zoals die in haar
land geldt, zoals zij zegt, geen recht van spreken heeft. Mevrouw kan beter
Engels, Frans, Duits of Spaans leren en dan in één van die FCI-talen de
rasstandaard van de Saarlooswolfhond nalezen. Dan ziet zij zelf dat er van die
kleur van haar hondje geen barst klopt. Maar ook die rare zogenaamde
Saarlooswolfhonden met dat Duitse Herderdek kunnen dus geen goede beoordeling
meer krijgen, want ook dat dient fout gerekend te worden.
Naar aanleiding van mijn vorige stuk kreeg ik van een paar
lezers bericht over die Franse database van de Saarlooswolfhond. Zoals al
gevreesd werd, er staan de nodige fouten in.
Vooral op het gebied van gezondheidsgegevens.
Eén van mijn lezers merkte tevens op, na het bekijken van
die Franse database, dat zij ten aanzien van PRA ook nog eens bij de Raad van
Beheer op de website had gekeken. Wat haar enorm stoort is dat de Raad
eigenhandig de uitslagen van de ECVO-arts(en) aanpast. In haar ogen niets meer
of minder dan valsheid in geschrifte door een medisch document aan te passen.
Bovendien lijkt dat er bovendien op dat de Raad daarmee de betreffende
ECVO-arts een brevet van onvermogen opspeldt.
Zij maakt het als volgt duidelijk.
Wanneer een hond bij de allereerste controle de uitslag “PRA Voorlopig Niet Vrij” krijgt en vervolgens bij alle volgende controles “PRA Vrij”, wordt die laatste uitslag door de Raad gewijzigd in “PRA Voorlopig Niet Vrij”. Dat is natuurlijk niet correct.
Het zou daarom correcter zijn, wanneer de Raad de uitslag van de ECVO-arts gewoon overneemt, dus in dit geval “PRA Vrij”, maar daarbij een noot plaatst dat dit pas officieel wordt wanneer de hond door dat panel beoordeeld is en dat tot die tijd de slechtere uitslag, “PRA VNV” blijft gelden.
In feite is het bezoek aan dat panel ook gewoon klinkklare onzin.
Wanneer een hond bij de allereerste controle de uitslag “PRA Voorlopig Niet Vrij” krijgt en vervolgens bij alle volgende controles “PRA Vrij”, wordt die laatste uitslag door de Raad gewijzigd in “PRA Voorlopig Niet Vrij”. Dat is natuurlijk niet correct.
Het zou daarom correcter zijn, wanneer de Raad de uitslag van de ECVO-arts gewoon overneemt, dus in dit geval “PRA Vrij”, maar daarbij een noot plaatst dat dit pas officieel wordt wanneer de hond door dat panel beoordeeld is en dat tot die tijd de slechtere uitslag, “PRA VNV” blijft gelden.
In feite is het bezoek aan dat panel ook gewoon klinkklare onzin.
Deze procedure wordt toch ook niet gehanteerd bij
bijvoorbeeld HD-onderzoeken. Er zijn voorbeelden genoeg van honden die bij het
eerste onderzoek HD-C kregen en bij het volgende onderzoek HD-A. Dat kan
natuurlijk niet. HD is (mede) een botafwijking en kan zich, volgens mij, nooit
herstellen. Toch wordt zonder bedenkingen die slechte eerste uitslag vervangen
door de nieuwere betere uitslag en geen hond die er iets van zegt. Dat verschil
in uitslagen kan veroorzaakt worden, doordat de hond niet in de juiste positie
lag wat dus een fout van de dierenarts was en als gevolg waarvan de foto’s niet
beoordeeld hadden mogen worden. Maar ook kan het betekenen dat of de eerste
groep beoordelaars van GGW niet bekwaam genoeg was of juist de tweede groep
beoordelaars, als die er al was. Maar vraagt GGW om een onafhankelijk onderzoek
waarbij door meerderheid van stemmen de juiste HD-uitslag vastgelegd wordt?
Nee.
Ook bij andere onderzoeken wordt dat niet gedaan. Waarom dan
wel bij ECVO-onderzoeken? Omdat de Raad zich hierbij laat ringeloren door de
ECVO-organisatie? Terwijl de ECVO-artsen zelf met de regelmaat van de klok met
elkaar van mening verschillen. Vreemd toch?
Bovendien, nogmaals de vraag. Wat is triester voor de hond
zelf. In de loop der jaren blind worden maar verder nog vrolijk door het leven
gaan of in de loop der jaren steeds slechter gaan lopen, pijn krijgen en
wellicht voortijdig uit dat lijden verlost moet worden. Zoals bij DM
bijvoorbeeld. Terwijl er vrolijk gefokt wordt met honden die DM-lijder zijn,
omdat ze “gelukkig niet blind zijn”. Omdat er bovendien een genetische test is
voor deze aandoening mag er volgens de reglementen van de FCI ook niet met deze
honden gefokt worden, maar niemand die er iets van zegt en de nakomelingen
krijgen gewoon een stamboom. Hoe krom kan er gereageerd worden.
Tenslotte wees één van mijn lezers erop dat het aantal honden
dat in die Franse database is opgenomen een grote misleiding is. Men is alleen
op dat aantal gekomen door honden niet alleen onder hun stamboomnaam op te
nemen maar ook onder hun roepnaam. Het aantal opgenomen honden moet daarom waarschijnlijk met
vele honderden worden verminderd.
Ook kreeg ik een stukje toegestuurd uit de laatste
“Hondenwereld” met betrekking tot het begrip “outcross”. Ook in dit stuk wordt
gemeld dat, na het toepassen van een outcross of crossbreeding zoals de auteur
het noemt, na circa drie generaties het uiterlijk weer is zoals het betreffende
ras eruit zou moeten zien.
Het is al eerder geschreven en wederom vraag ik me af waarop dat gebaseerd is wanneer je nog steeds Saarlooswolfhonden ziet rondlopen waarvan duidelijk is dat zij afstammen van een hond van een (heel) ander ras. Dus hoe komt het dat je nog steeds Saarlooswolfhonden ziet die je ogenblikkelijk zou moeten rangschikken onder de Tsjechoslowaakse Wolfhond, ondanks dat die al zeker 5 generaties eerder in die lijn is ingekruist. Hoe komt het dan dat je nog steeds, na drie of vier generaties, duidelijk aan de nakomelingen ziet dat Skog geen SWH was maar een Wolfhybride of nakomeling daarvan. Niet één van de voorstanders van een outcross heeft hier ooit antwoord op gegeven.
Het is al eerder geschreven en wederom vraag ik me af waarop dat gebaseerd is wanneer je nog steeds Saarlooswolfhonden ziet rondlopen waarvan duidelijk is dat zij afstammen van een hond van een (heel) ander ras. Dus hoe komt het dat je nog steeds Saarlooswolfhonden ziet die je ogenblikkelijk zou moeten rangschikken onder de Tsjechoslowaakse Wolfhond, ondanks dat die al zeker 5 generaties eerder in die lijn is ingekruist. Hoe komt het dan dat je nog steeds, na drie of vier generaties, duidelijk aan de nakomelingen ziet dat Skog geen SWH was maar een Wolfhybride of nakomeling daarvan. Niet één van de voorstanders van een outcross heeft hier ooit antwoord op gegeven.