zondag 27 september 2015

Raszuiver



Hoewel ik al eerder had geschreven over het artikel in het gecombineerde juli/augustus nummer van “De Hondenwereld” kom ik toch nog even terug op het interview met de dochter van Leendert Saarloos. Ondanks dat dit hele interview in feite niets meer is dan een samenraapsel van alle eerdere interviews en beschrijvingen over het ontstaan van de Saarlooswolfhond. Bladvulling dus.
Of moeten we het gooien op “reclame” voor de avls? Mogelijk dat de schrijfster lid is van die vereniging of er aandelen in heeft, het begint er behoorlijk op te lijken.

Zoals ook al eerder geschreven is in dit artikel niet terug te vinden, natuurlijk zou je bijna denken, dat de dochter samen met haar Frans/Nederlandse vriendin het ras naar de knoppen geholpen heeft. Niet alleen door het inkruisen van al die Tsjechoslowaakse Wolfhonden maar ook het inzetten van tenminste twee  wolfhybrides, genaamd Skog en broer Skarv. Tenslotte heeft de fokker daarvan, die “keurmeester” uit Noorwegen per ongeluk een mailtje aan een persoon gestuurd waarin hij toegaf dat deze dieren uit een wolfhybride stamden. Jammer dat die mail naar de verkeerde persoon werd gestuurd en jammer dat die persoon de inhoud daarvan op internet plaatste. Althans, jammer voor die fokker en overige betrokkenen. Tja, foutjes kunnen gebeuren.

Met excuses aan mijn lezers, dat ik wat in herhaling treed. Men zegt echter wel eens dat hoe meer je herhaalt, hoe beter het blijft hangen.

Ook in dit artikel is niet terug te vinden het jarenlang geknoei van de weduwe en de dochter Saarloos, dames die het ras nog verder naar de afgrond brachten, en de rol van de NVSWH in de opbouw van het ras na de erkenning ervan in 1975. Een dieptepunt in het bestaan van het ras waardoor de NVSWH genoodzaakt was tot die draconische maatregelen in 1982 door de fokkerij te gaan centraliseren omdat er anders helemaal geen Saarlooswolfhond meer had rondgelopen. Volgens sommige eigenaren, die zeer begaan zijn met het ras, was dat misschien zelfs een betere optie geweest. Was er nu niet al die ellende geweest. Gelijktijdig geeft men te kennen dat men dat nooit had kunnen genieten van de prachtige karaktertrekken en het schitterende voorkomen van al die raszuivere honden.

Laten we wel zijn, een fokker die doelbewust een zeer ernstig epileptische hond inzet, een dringend beroep doet op de eigenaar van de nestgenoot van die hond om zijn hond voor haar fokkerij beschikbaar te stellen, maar ook een fokker die doelbewust een agressieve hond gebruikt voor de eigen fokkerij of  aan de inhoud van de portefeuille de voorkeur geeft, kan je niet rangschikken onder de noemer “fokkers begaan met het ras”. Nee, dan was en is er sprake van geldelijk gewin. Let wel, dit was dus al rond 1982.

Nee, dan een aantal fokkers van de NVSWH. Zij waren daadwerkelijk begaan met ras en vereniging. Het geld dat zij overhielden na de verkoop van hun pups werd aan de vereniging geschonken om de financiële mogelijkheden te verbeteren. Wat ook noodzakelijk was, want de vereniging kampte nog steeds met de ellende door de verduistering van de kasmiddelen door de penningmeester uit de periode rond 1975.

Maar goed. U weet allemaal hoe het daarna gelopen is. Een aantal leden werd uit de vereniging gezet en begon voor zich zelf. Het resultaat kennen we. De ene bastaard na de andere zag het licht en met medewerking van onder meer toenmalige medewerkers van de Raad van Beheer werden vrolijk stambomen aan die dieren gegeven. Een praktijk die tot op heden nog steeds voortduurt, zij het dan dat het merendeel van die dieren officieel niet in Nederland geboren is, maar wel met een Nederlandse stamboom rondloopt. Naar men zegt, mede doordat die Frans/Nederlandse fokster uitsluitend een vergunning had voor het houden van circa 50 “Film- en showhonden”, maar er in werkelijkheid meer dan 100 Saarlooswolfhonden en Tsjechoslowaakse wolfhonden had zitten en daardoor in Nederland diverse stro-adressen en stro-kennelnamen gebruikte. Waaronder van leden van de avls, die nooit iets gemerkt hebben van al die honden die op hun terrein geboren zijn. Goh, ik zeg niet wie schuldig was maar toevallig werden die twee rassen een aantal malen door elkaar gekruist.

Daarom is het eigenlijk ook zo lachwekkend te lezen in dat genoemde interview dat men laat optekenen dat de nakomelingen van de officiële outcrosses zullen worden teruggekruist op de RASZUIVERE Saarlooswolfhond.
Lachwekkend, tenzij de NVSWH bereid is hieraan mee te werken want de avls heeft, zoals iedereen weet, geen raszuivere Saarlooswolfhonden. Diverse kenners hebben het al meer dan eens geschreven, en ik moet daarop afgaan en vertrouwen dat zij gelijk hebben. Wanneer u de stambomen van alle Saarlooswolfhonden gefokt buiten de NVWWH uitpluist, ziet u een aantal combinaties waarvan iedereen weet dat die nooit zijn uitgevoerd. Dat weten ook de leden en bestuursleden van de avls, maar zij zullen (noodgedwongen) blijven ontkennen omdat, ik schreef dat al meerdere malen, dan hun hele outcross exercitie overbodig is.
Toch nog even recapitulerend: wanneer u in de stamboom van uw hond de reu Quick tegenkomt, moet u lezen: C(ar) of C(ek) z. Polonin. Een TWH.
Komt u in de stamboom tegen de naam Zazi Zen dan moet u lezen dat zijn vader Ch. Rop z. Kladenske is, eveneens een TWH en niet Senna. Als u dan bedenkt dat Zazi Zen tenminste twaalf maal gedekt heeft, is de kans wel heel groot dat hij een voorvader van uw hondje is.

Wanneer u vervolgens in gedachten houdt dat op het Engelstalige forum van de TWH een Finse fokster ervan beschuldigd wordt een ander ras door de TWH te kruisen, de nakomelingen daarvan als TWH te laten inschrijven in het Finse stamboek en dat deze fokster heel toevallig ook de Saarlooswolfhond fokt, moet u bij de raszuiverheid van die puppen ook een slag om de arm houden.
Wanneer u vervolgens ziet dat in Oost-Europa Saarlooswolfhonden geboren worden met een kleur die bij het ras nog nooit is voorgekomen en dat datzelfde ook in Frankrijk het geval is, waar bovendien diverse fokkers rondlopen die naast de SWH heel toevallig ook de TWH en nog een paar andere rassen fokken, die in het verleden ook al ingekruist zijn, dan is het toch duidelijk dat het met die raszuiverheid buiten de NVSWH zeer droef gesteld is.

Neem vervolgens in gedachten dat de eerder genoemde Skog in, naar men zegt, meer dan 20 lijnen voorkomt, maar dat ook zijn broer Skarv gebruikt is, dat er Saarlooswolfhonden rondlopen die het hoofd en de kleur hebben van een Malamute, dat er honden rondlopen waarvan het uiteinde van de staart een echte haak vormt, dan is de cirkel rond.

Het probleem rond die raszuiverheid kan volgens een aantal van mijn lezers heel makkelijk opgelost worden. DNA-onderzoek is het tovermiddel. En dan met name onderzoek naar het Y-chromosoom dat in de loop der jaren nauwelijks verandert maar wel duidelijk de afkomst in mannelijk lijn weergeeft.
Omdat bij de NVSWH nog nooit een hond van een ander ras is ingekruist, moet dat genetisch onderzoek duidelijk maken dat de onderzochte reuen aan elkaar verwant zijn. Men roept toch dat alleen de honden die uit de nakomelingen van de laatst ingekruiste wolvin (1963) stammen een stamboom hebben gekregen, dan moet dat genetisch patroon model staan voor het verdere onderzoek. Vervolgens neem je een aantal, zeer vaak of zeer populaire, reuen van de avls en ook hiervan bepaal je dat patroon. Is er nauwelijks genetische variatie dan heeft de NVSWH het al die jaren mis gehad. Is er echter wel duidelijk sprake van variatie dan heeft de NVSWH dus gelijk gekregen en is de andere populatie bewezen niet raszuiver.

Maar zowel de NVSWH als de avls kennende zullen die daar geen aktie op gaan ondernemen. Nee, bij de NVSWH gaat men liever met een paar mensen wandelen. Had men dit jaar geen Kampioensclubmatch en seminar georganiseerd dan was er geen sprake geweest van Nederlandse Vereniging van Saarlooswolfhonden, maar van Nederlandse Vereniging van Saarloos Wandel Hobbyisten. Het is te hopen dat er bij de volgende wandeling dan meer dan, zo te zien, vier personen/honden meegaan.
De avls gaat kijken of het mogelijk is de genenvariatie van de SWH in kaart te brengen zodat men kan zien welke honden het beste met elkaar gekruist kunnen worden. Als men nu eens gewoon de stambomen erbij pakt, de ingekruiste honden/rassen invult, dan ziet men dat zo’n genetisch onderzoek niet nodig is. Pas je database aan en de fokcombinaties zullen zich aandienen. Hoewel, genetisch onderzoek spreekt meer tot de verbeelding en doet voorkomen dat je met deskundigen op fokgebied te maken hebt. Maar dat is t.a.v. bepaalde leden van de avls net zo’n sprookje als de beweerde raszuiverheid van hun populatie.

Gelukkig heeft de NVSWH bekend gemaakt dat er een succesvolle dekking heeft plaatsgevonden. Jammer genoeg hebben de eigenaren van betrokken honden er de voorkeur aan gegeven de namen van die honden (nog) niet bekend te maken, dus de speculaties zullen niet van de lucht zijn. Eén ding is zeker, als beide honden NVSWH gefokt zijn, zijn de nakomelingen zeker raszuiver. En dat is geen sprookje.

Ook de avls heeft laten weten dat er weer een succesvolle dekking heeft plaatsgevonden. Het lijkt erop dat men heel goed luistert naar die fokkerij-deskundigen die roepen dat er per jaar minimaal x-aantal nesten geboren moeten worden opdat het ras in stand blijft. Het enige probleem is dat die deskundigen er niet gelijk bij vermelden dat je dan wel pup-afzet moet hebben. Vandaar ook dat de avls gelijk weer een oproep doet liefhebbers zich te melden voor een pup. En iedereen maar denken dat ook de avls een lijstje had met liefhebbers. Nee, dus. Anders doe je die oproep niet. Ondanks de beweringen van de deskundigen zullen de pups niet raszuiver zijn. Tenslotte kom je zowel aan vaders- als aan moederskant een TWH tegen. Vervang de vader van Zazi Zen (Senna) maar door …….. juist.

woensdag 2 september 2015

Geschrokken



Op mijn vorige stuk zijn een aantal reacties binnengekomen. De tweede reactie, van dhr. v.d. Mee, was de aanleiding tot dit stuk. Ik zou u willen adviseren, mocht u dat stuk en die reacties nog niet gelezen hebben, dit alsnog te doen alvorens hier verder te lezen.

In feite bevestigt dhr. v.d. Mee met zijn reactie nogmaals wat in 2012 dhr. Pielanen al verwoordde in zijn gewraakte artikel in het clubblad van de NVSWH en waardoor de “coupe” plaatsvond.
Ook toen werd het toenmalige bestuur al verweten de zaken voor zich uit te schuiven waardoor bestuursvergaderingen meer op een theekransje leken dan op een zakelijk gebeuren. In de jaren daarna is er dus geen klap veranderd.
Het nieuwe dynamische bestuur, zoals het zichzelf destijds presenteerde, blijkt totaal onkundig. Dus niet berekend op zijn taak, het besturen van een vereniging. Dit is helaas een veel voorkomend euvel bij veel verenigingen, het is alleen in dit geval triest dat de Saarlooswolfhond hier de dupe van is. En dan met name de populatie die door de NVSWH vertegenwoordigd wordt.

Laten we de zaken nog eens op een rijtje zetten v.w.b. de invulling van de functie van secretaris.
Dhr. Mast was wegens persoonlijke omstandigheden gedwongen zijn functie neer te leggen, waarop mevr. v. Onna gekozen werd tot secretaris. In 2012 stelde mevr. v. Onna zich niet meer beschikbaar voor een nieuwe termijn. Bovendien bleek ook nog eens dat mevr. v. Onna eigenlijk nooit het volledige secretariaatschap had gedragen, maar meer functioneerde als een veredelde notulist van de vergaderingen.
Gelet op de ontwikkelingen rond de Saarlooswolfhond, haar kennis van het ras en haar kennis van de reglementen werd mevr. in ’t Veld als kandidaat voor het secretariaatschap voorgesteld. Een kandidatuur die, zo deed het bestuur naar de leden toe voorkomen, door het gehele bestuur gedragen werd.
Naar aanleiding van het stuk van dhr. Pielanen in het clubblad en zijn per direct, afgedwongen, aftreden als penningmeester en gelijktijdig het opzeggen van zijn lidmaatschap werd door het bestuur onmiddellijk de kandidatuur van mevr. in ’t Veld de prullenbak in gegooid. De reden hiervoor was, zoals dhr. Verbeeck de leden meedeelde een vertrouwenskwestie. M.a.w. men vertrouwde mevr. in ’t Veld niet (meer). Daar sta je dan met je bijna 30 jaar lidmaatschap: je bent niet te vertrouwen.
Tijdens de volgende vergadering in 2012 werd dhr. v. Onna gekozen als penningmeester, waarvoor door dhr. Verbeeck de ballotagetermijn opgeschort werd omdat dhr. v. Onna officieel nog geen lid van de vereniging was. Als secretaris werd wederom gekozen dhr. Mast.
Ook werd het bestuur nog eens met twee extra leden uitgebreid vanwege de vele taken die de zittende bestuursleden hadden te verrichten.

De besluitvaardigheid van het bestuur bleek al heel snel. Mevr. Pielanen werd, zonder daarin gekend te zijn, van haar taak als redactielid van het clubblad ontheven. Ook de fokkerij en het, helaas soms noodzakelijk, herplaatsen van honden werd haar uit handen genomen. Gelijktijdig werd dhr. in ’t Veld uit zijn functies van webmaster en rasvoorlichter gezet. Eveneens zonder hem hierin te kennen. Voor zover ik begrepen heb, kwamen beide personen daar bij toeval achter.

In 2014, dus twee jaar na zijn aantreden, besloot dhr. v. Onna zijn functie neer te leggen en werd mevr. Pau tot penningmeester gekozen. Gelet op haar zakelijke achtergrond niet eens zo’n slechte keuze. Ook dhr. Mast legde zijn functie neer en werd opgevolgd door dhr. v.d. Mee. Het resultaat heeft u kunnen lezen in zijn eerder genoemde reactie. Maar eigenlijk mag hij nog niet klagen dat zijn naam nog steeds vermeld staat (stond) als secretaris terwijl hij dat al lang niet meer is (was). Het heeft bijna drie jaar geduurd voordat in de kynologische pers het adres van het secretariaat van de NVSWH werd aangepast. Dat is een echt voorbeeld van dynamiek.

Als het waar zou zijn, dat dhr. v. Asten in een mailtje ook al liet uitkomen dat dhr. Pielanen destijds gelijk had met zijn opmerking over “het theekransje” en dat dit nog steeds een legitieme benaming is voor de bestuursvergadering, moeten we toch het ergste gaan vrezen. Je kunt je dan ook afvragen waarom het bestuur in 2012 niet eerst eens bij zichzelf te rade is gegaan waarom dhr. Pielanen die opmerking plaatste in plaats van direct zo hoog van de toren te blazen. Je zou dan hooguit kunnen stellen dat zij zichzelf meer capaciteiten toedichten dan in werkelijkheid aanwezig.

Het is ook tekenend voor dit bestuur dat er richting de leden met geen woord gerept wordt over de reden waarom, in elk geval de secretaris een jaar na zijn aantreden al weer zijn functie neerlegt.
Nu wordt ook duidelijk waarom er in de clubblad geen rubriek “van de bestuurstafel” is terug te vinden. Als men alles voor zich uitschuift en geen besluiten neemt, valt er ook niets te melden. Maar dat kan je niet schrijven.

De leden moeten zich dan eens goed achter de oren gaan krabben en zich gaan afvragen of dit bestuur en dan met name voorzitter Verbeeck, dhr. v.d. Geer en mevr. Minten, die alle drie al jaren zitting hebben in het bestuur, wel capabel genoeg zijn voor hun functies. De dit jaar gekozen bestuursleden valt niets te verwijten, zij moeten zich nog bewijzen. Wat dhr. Cloosterman voor taak heeft, is mij niet bekend. Dus laat ik hem maar buiten beschouwing.

Hoe zuur ook, maar de reactie van dhr. v.d. Mee zal met knallende champagnekurken onthaald worden in “De Havenstad” van Nederland. Weer een stuk fundament onder de NVSWH weggeslagen, weer een stapje op weg naar de ondergang van de NVSWH en dat door toedoen van het bestuur zelf.

Verbazingwekkend was echter het feit dat het bestuur bij diverse gelegenheden voor Sinterklaas ging spelen, vooral op financieel gebied. Het leek er bovendien heel sterk op dat de leden hiervan niets mochten weten, want de financiële overzichten en begrotingen werden niet langer gepubliceerd in de clubbladen. Op die manier werden mogelijk (al te) kritische vragen voorkomen.

Dat mijn stukjes ook door (bestuurs)leden van de NVSWH gelezen worden, is duidelijk geworden in het laatste clubblad. Plotsklaps wordt er weer een financieel overzicht gepubliceerd. Ik heb voor u de cijfertjes een vergeleken. Voor het gemak heb ik de bedragen afgerond.
In 2011 totaal in kas (dus spaarrekening, bank, giro, contant) een bedrag van ruim
€ 48000,00
In 2014 was dit nog ruim € 38.500,00. Een verschil van € 9500,00
In 2011 bedroegen de bestuurskosten slechts € 585,00. In 2014 was dit opgelopen tot € 5300,00.
In 2011 bedroegen de kosten voor kantoor (zullen postzegels, enz. geweest zijn) en het clubblad bij elkaar opgeteld € 2800,00. In 2014 was dit bij elkaar opgeteld € 3600,00
In 2011 zijn de kosten van de website nergens terug te vinden, maar in 2014 bedroegen deze € 346,00. Een blik op internet bij de verschillende providers laat zien dat je voor nog geen € 100,00 al voldoende ruimte op internet kunnen “huren” om een website zoals die van de NVSWH in stand te houden.
In 2011 bedroegen de inkomsten uit contributie, incl. giften, zo’n € 6800,00. In 2014 was dit nog (maar) € 4000,00. Een negatief verschil van € 2800,00. Nou moet ik hierbij wel aantekenen dat in 2011 nog via acceptgiro’s betaald kon worden en, althans volgens de toenmalige penningmeester, veel leden een extra bedrag overboekten. Die accepts zijn afgeschaft dus blijft het nu een verrassing of de leden wat extra over maken. Toch doet dit bedrag vermoeden dat, naast dhr. v.d. Mee, nog meer leden hun lidmaatschap hebben opgezegd sinds 2012. Een zorgelijke ontwikkeling.
Erger is dat in 2011 nog prominent te lezen viel dat het HD-fonds een buffer had van € 2000,00 en het SWH-hulpfonds € 6200,00. Totaal dus € 8200,00. Waar zijn deze posten gebleven in het financieel overzicht van 2014? Is dit geld er nog of is ook dit door het bestuur over de balk gesmeten? Tenslotte waren deze bedragen gereserveerd voor de honden.

Nou bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat in dit laatst gepubliceerde financieel overzicht een andere manier van boekhouden is gehanteerd dan voor 2012. Maar toch vraag ik me af hoe  dat verschil van € 9500,00 (bank/giro/enz.) te verklaren is en waar die € 8200,00 van HD-fonds en SWH-hulpfonds gebleven zijn. Dat is toch ruim € 17000,00.

Afwachten maar of het bestuur genegen is meer duidelijkheid te verschaffen.
Genoeg over de NVSWH.

Op diverse manieren wordt zeer nadrukkelijk reclame gemaakt voor het boek over de SWH wat door de avls op de markt is gebracht. Ik moet eigenlijk zeggen, dat de avls reclame maakt voor de uitgeverij die voor het op de markt brengen verantwoordelijk is. Tenslotte is het niet de minste uitgeverij die men in de arm genomen heeft. Uitgeverij Lieber. Deze uitgeverij vertegenwoordigt grote namen. Zoekt u maar op internet.
Niets gevonden? Nee. Dat klopt. Dit is een niet bestaande uitgeverij. Althans, op internet niet terug te vinden. Of dit bij de Kamer van Koophandel ook zo is, weet ik niet. Daar heb ik geen toegang toe.

Het zal mij niets verbazen wanneer deze naam staat voor LIEfting en BERends, de schrijvers van dat boek over de Saarlooswolfhond. Omdat ik toch met cijfertjes bezig was, komt de vraag op waar de eventuele winst van dat boek naar toe gaat. Is dat bestemd voor de kas van de avls of verdwijnt het in de zakken van de schrijvers? Herstel, gaat de winst naar de uitgeverij?

Gelet op het continue stimuleren van de zelfbevrediging van de verantwoordelijken voor dit boek bij de avls en gelet op alle commercie rond dit boek, zal men die winst hard nodig hebben voor de aanschaf van luststimulerende middelen.