donderdag 7 juli 2016

Testen



Afgelopen weken heb ik van diverse kanten mailtjes gekregen met betrekking tot het onderwerp testen.
Dit is niet alleen op internet een “hot item”, maar toevallig ook in één van de kynologische tijdschriften.

Zo schijnt er op internet een hele discussie gevoerd te worden, met beschuldigingen en al, over een hond die, in ieder geval, drager van DM blijkt te zijn volgens de eigenaar waarbij de fokker zich verschuilt achter “niet weten dat zijn honden drager van dat gen waren”.
Zo’n fokker is natuurlijk geen knip voor zijn neus waard en zou zich met deze uitspraak niet eens fatsoenlijk kunnen verweren indien het tot een rechtszaak zou komen.
Niet geheel toevallig speelt dit zich in Frankrijk af, waar men het over het algemeen toch al niet zo nauw neemt met de controle op de gezondheid van de honden. In dit geval echter zit die betreffende fokker natuurlijk uit zijn Franse nek te kletsen.
Er is een test beschikbaar, het is algemeen bekend dat in een bepaalde subpopulatie van de Saarlooswolfhond het gen voor DM alom vertegenwoordigd is, dus ben je een sufferd wanneer je je honden niet laat testen. Zeker wanneer je er mee wilt fokken.
Eigenlijk had ik het anders willen schrijven, maar nu kan ik in ieder geval niet aangevallen worden op “onnet” taalgebruik. Tja, er zijn nu eenmaal mensen, ook onder mijn lezers, die zich daarover kunnen opwinden.

Ook in dat artikel in dat hondenblad wordt uitgebreid ingegaan op het testen op verschillende  erfelijke aandoeningen. Wanneer in jouw ras een erfelijke aandoening voorkomt en er is een test beschikbaar om te controleren of jouw hond dat gen al dan niet heeft voor die bepaalde aandoening, is het logisch dat je je verantwoording neemt en die test laat uitvoeren, zeker wanneer je de betreffende hond inzet voor de fokkerij. Het wordt echter wat anders wanneer je gaat testen op aandoeningen die nog nooit of slechts incidenteel in het gehele ras zijn opgedoken.

Klein voorbeeld. Er blijken redelijk wat Saarlooswolfhonden te zijn of te worden getest op het voorkomen van het MDR1 gen, of de foute variant ervan. De foute variant van dit Multi Drug Resistance gen 1 komt voor bij een aantal rassen waaronder de Zwitserse witte herder. Volgens mij is het tot op heden nog niet aangetoond bij de Saarlooswolfhond. Dus waarom testen? Alleen omdat het bij de Witte Herder voorkomt? Opvallend echter is dat er al Saarlooswolfhonden getest werden op dit gen nog voordat er sprake was van het officieel inkruisen van de Witte Herder. Of, en dat is natuurlijk heel goed mogelijk, was men er allang van op de hoogte dat dit ras al ingekruist was.

Een zeer omstreden test, althans in SWH-land, is die op het al dan niet voorkomen van het gen voor DM. De mogelijkheid, volgens de deskundigen, bestaat dat deze aandoening veroorzaakt wordt door meerdere defecte genen. Bekend is dat bij de Berner Sennenhond inmiddels twee mutaties van het bewuste gen voorkomen, terwijl de mogelijkheid bestaat dat er nog meer mutaties zijn.
Bij de Saarlooswolfhond is tot op heden slechts één mutatie bekend waarop getest kan worden. Het is echter wel heel opvallend dat dit defecte gen nog steeds niet is aangetroffen bij de populatie van de NVSWH. Je kunt je dus afvragen waarom een aantal honden van die populatie het etiket “drager DM” opgeplakt hebben gekregen. Toevallig omdat die honden, meestal vanwege de leeftijd, een aandoening aan de achterhand hadden?
De tegenstanders van de NVSWH hadden dan allang onder tromgeroffel, klaroengeschal en knallende champagnekurken uitgebreid de wereld in kennis gesteld indien ook maar van één hond het genetisch bewijs geleverd was. Omdat dat niet gebeurd is, wordt door sommigen geroepen dat er bij de NVSWH een ander gen verantwoordelijk is voor deze aandoening, maar dat dat gen nog niet is aangetoond. Die mogelijkheid bestaat natuurlijk altijd. Alleen is het, zoals geschreven, dan allemaal wel heel toevallig als een andere mutatie uitsluitend bij de honden van de NVSWH-populatie voorkomt, terwijl de reeds bekende mutatie bij de, laten we zeggen, AVLS-populatie rondwaart.

Ik schreef hierboven al over die discussie rond een Franse fokker.
Er schijnt nog veel meer aan de hand te zijn. U moet echter wel de Franse taal machtig zijn om de verschillende discussies te volgen. De voertaal is namelijk Frans, ondanks dat de titel van die FB-site in het Engels gesteld is.
Eén van de gevoerde discussies gaat over wolfhybriden in relatie tot stamboeken, inbeslagname, enz. Onder hybriden moet u dan verstaan wolfhybriden, maar ook Amerikaanse Wolfhonden en Saarlooswolfhondbastaareden.
Er schijnt zelfs iemand te zijn die Saarlooswolfhonden houdt vanwege de vacht. Net als schapen worden die honden, wanneer de vacht lang genoeg is, geschoren. Hoe ziek kan iemand zijn? Dit even tussendoor.

Eerlijk gezegd begrijp ik niet goed waar men zich eigenlijk zo druk over maakt. Dat geduvel rond hybriden zijn praktijken die al vele jaren plaatsvinden. Vele honderden kruisingen hebben ten onrechte een stamboom gekregen en niet alleen door gebruik te maken van de mogelijkheid tot het laten aankeuren van een hond.
We weten allemaal van die kruising SWH/TWH die in Duitsland als stamboom-Saarlooswolfhond door het leven gaat, zo hij nog in leven is. Ook andere landen kennen het fenomeen aankeuren. Als het dier in de ogen van de betreffende keurmeester in de verste verte maar op het gewenste ras leek, kreeg het een stamboom

Het zou mij niet verbazen als dat ook in Nederland gaat gebeuren. Er komen steeds meer rassen waar men officieel tot outcross overgaat, dus is het logisch dat men ook “de boer opgaat” om honden te vinden die men tot het betreffende ras kan gaan rekenen. Dit alles om de inteelt in te perken en dus de genenpoel te verbreden.

Aan de andere kant kan je een fokker, die niet bij een erkende vereniging is aangesloten, het niet kwalijk nemen als hij voor zijn nestje geen stambomen aanvraagt, ondanks dat de ouderdieren wel een stamboom hebben. Het scheelt een hoop geld, je kan je puppen wat goedkoper in de verkoop gooien en als de nieuwe eigenaar wel een stamboom voor zijn hondje wil, regelt hij dat zelf maar middels aankeuren. Daarnaast moet hij zelf ook maar zorgen voor het bepalen van het DNA-profiel van zijn nieuw aangeschafte hondje. Kosten voor die eigenaar.
 
Al met al moet je toch wel heel wanhopig zijn wanneer je een Saarlooswolfhond in Frankrijk gaat aanschaffen. Vooral wanneer je ziet dat veel fokkers daar ook honden van andere rassen fokken, waaronder een aantal die in het verleden al met de SWH gekruist zijn. Je moet een intensieve zoektocht starten naar een werkelijk betrokken fokker, maar dan nog krijg je in de meeste gevallen een hond uit een lijn waar van alles  door gefokt is en met een zeer grote kans op erfelijke aandoeningen. Probeer dan eerst maar eens alle testresultaten boven water te krijgen.

Ik heb het al eerder geschreven, als je sommige Saarlooswolfhonden ziet vraag je je af hoe zo’n dier aan een stamboom is gekomen. Het lijkt niet eens op een SWH, soms is zelfs niet bekend wie de ouders zijn en toch zo’n papiertje. Een onbewuste medewerking door de betreffende kennelclub of vertegenwoordigende vereniging aan een outcross.

Nee, als je dan toch gaat testen, zorg dan dat je test op de reeds bekende aandoeningen. Ga niet testen om het testen. Dat kost handenvol geld en is in veel gevallen totaal zinloos. Besteed het geld dat je daarmee bespaart liever aan onderzoeken waarvoor nog geen test bekend is. Zo wordt er al zo’n 15 jaar gezocht naar het gen verantwoordelijk voor PRA bij de Saarlooswolfhond. Ik heb me laten vertellen dat er van meer dan 100 honden van de NVSWH-populatie genetisch materiaal is aangeleverd voor dat onderzoek. Bekend is dat ook van een aantal overleden honden de ogen beschikbaar zijn gesteld voor dat onderzoek.
Ook van de populatie van buiten de NVWH is bloed bij datzelfde laboratorium ingeleverd. Zelfs van honden die daadwerkelijk blind werden door deze aandoening. Maar nog steeds is niet bekend welk gen of welke genen verantwoordelijk zijn.
Het schijnt dat men in, ieder geval, op die plekken waar bij andere rassen het verantwoordelijke gen is aangetroffen bij de SWH niets heeft gevonden. Niet zo vreemd, omdat de genmutatie bij de verschillende rassen op andere plaatsten blijk te liggen.
Ik geef onmiddellijk toe dat het geen eenvoudige zoektocht is, omdat er meerdere vormen van PRA bekend zijn, maar niets. Geen spoortje. En het blijft heel stil rond die zoektocht.

Enige jaren geleden werd met veel bombarie kond gedaan van de zoektocht door een laboratorium naar het gen verantwoordelijk voor epilepsie. Het voorkomen hiervan bij de SWH zou door een actief avls-lid in kaart gebracht worden, genetisch materiaal zou opgestuurd worden en jawel, ook hier stilte alom. Er is niets meer over vernomen. Terwijl het toch nog steeds voorkomt en er zelfs met epilepsiehonden of nestgenoten van epilepsiehonden gefokt wordt.
Ik hoop binnenkort wat dieper op dit onderwerp in te kunnen gaan.

Voorlopig blijft dus staan: test bij een voorgenomen kruising de potentiële ouderdieren op die aandoeningen waarop genetisch getest kan worden, gebruik in ieder geval geen lijder om de verspreiding van die aandoening te beperken en test alleen dan de nakomelingen wanneer één van de ouders drager is. Zijn beide drager, dan op zoek naar een andere partner. Bovendien, het inzetten van een lijder zorgt ervoor dat alle nakomelingen altijd drager zijn.
Alleen op deze manier kan je meehelpen de aandoeningen in de loop der tijd uit het ras te fokken.