dinsdag 10 december 2013

Outcross, deel 2

Mijn vorige stuk had ik al klaar staan om te publiceren toen ik onverwachts naar het buitenland moest. Bij terugkeer vond ik het avls-blad in de bus, maar had nog niet eerder tijd dat te lezen vandaar dat mijn vorige stuk op internet het daglicht zag. Intussen ligt het blaadje op de stapel “gelezen, maar wel bewaren”. Daarnaast ligt de stapel van de NVSWH, dus niet denken dat ik het avls-blad belangrijker vind.

Het wordt steeds gênanter rond de wensen van de avls tot het doen van een outcross. Wanneer u het interview met de fam. Reek uit het vorige nieuwsblaadje nog eens leest, merkt u dat ook deze familie openlijk toegeeft dat een outcross helemaal niet nodig is omdat er al voldoende honden van andere rassen door de Saarlooswolfhond gekruist zijn.
Tevens heeft op een forum nog een eigenaar van één of meerdere honden openlijk verklaard dat er buiten de NVSWH totaal geen raszuivere Saarlooswolfhonden meer rondlopen. Deze man kan het blijkbaar weten, want hij schijnt verklaard te hebben dat de afstamming van zijn eerste SWH, Silwan Selwin, ook niet klopte. Een kwestie van gerommel met de ouders Perneault en Pooka Pardo. Of dat zo is, is mogelijk niet (meer) te bewijzen. Wel gingen er al eerder stemmen op dat lijnen waarin Perneault voorkwam als verdacht beschouwd moesten worden.

Dit plaatst natuurlijk het artikel in het laatste nieuwsblaadje van de avls in een heel vreemd daglicht. Volgens de redactie gaat die outcross door, hoewel de Raad van Beheer hierover op dit moment, 10 december, nog niets gepubliceerd heeft maar dat is voor de avls geen beletsel.
Ook in een gerenommeerd kynologisch maandblad geven een aantal deskundigen (keurmeesters, dierenartsen, fokkers) aan dat het doen van een outcross om gezondheidsproblemen binnen een ras op te lossen, een foutieve keuze is. De kans op nieuwe problemen is in dat geval zeer reëel.

Het is echter schrikken als we lezen welke rassen men in aanmerking vindt komen voor het doen van die outcross.
Met alle respect voor de goede bedoelingen van dhr. Ebels, heb ik toch het idee dat de gekozen rassen totaal geen bijdrage leveren aan het verbeteren van de gezondheid van de Saarlooswolfhond. Integendeel zelfs. Zij zullen alleen zorgen voor nog meer gezondheidsproblemen binnen de populatie buiten de NVSWH.

Zoals ik al eerder schreef, moet men maar eens kijken op de website van één van de erkende verenigingen voor de Zwitserse Witte Herder. Het eerste ras dat in dat nieuwsblaadje genoemd wordt als outcross-kandidaat.

Een ras waar in ieder geval DM voorkomt, naast een waslijst aan andere al dan niet erfelijke aandoeningen, ga je inzetten bij een populatie waar DM voorkomt. Op internet was al eens te lezen dat uit een kruising tussen twee honden van beide rassen in ieder geval één van de nakomelingen lijder aan DM was, dus ga je bewust het risico lopen nog meer van dat soort honden op de wereld te zetten.
Bovendien een ras met afwijkingen die (nog) niet binnen de populatie Saarlooswolfhonden voorkomen. Door dit ras te gebruiken loop je dus bewust het risico die aandoeningen in te kruisen. Met andere woorden: door je pogingen de gezondheid te verbeteren ga je doelbewust het risico lopen extra erfelijke aandoeningen in te kruisen. Ik geloof niet dat ook maar enig persoon met een beetje verantwoordelijkheidsbesef daaraan zou willen meewerken.

Maar ja, het is wel de avls, hè. Dus met dat verantwoordelijkheidsbesef zal het ook niet zo’n vaart lopen.
Nogmaals, de keuze voor dit ras wordt mijns inziens alleen ingegeven door de bijna ziekelijke wens tot het fokken van witte of crème-witte Saarlooswolfhonden.

Vervolgens wordt de Duitse Herder genoemd. Een ras verantwoordelijk voor het optreden van in ieder geval DM bij de Tsjechoslowaakse Wolfhond en vervolgens ook bij de Saarlooswolfhonden populatie buiten de NVSWH. Gelet verder op de bouw van de huidige Duitse Herdershond ook dan een onbegrijpelijke keuze. Er is geen Duitse Herder met een op de Saarlooswolfhond gelijkende bouw. Tenzij men denkt aan die zgn. Oud-Duitse Herder waarvan sommige exemplaren wel met de achterhand hoger staan dan de gewone Duitse Herder.
Alleen, de Oudduitse Herder is in feite een langharige Duitse Herdershond, met als extra eis dat hij geboren moet zijn uit langharige ouders. Ook de vachtkleur vind ik nou niet direct passen binnen de Saarlooswolfhond.
Om het niet te ingewikkeld te maken, schaar ik hem onder de Duitse Herdershond. Mogelijk met dezelfde erfelijke gebreken zoals DM, Dwerggroei, HD, Spondylose, enz.
Derhalve, geen gelukkige keuze deze (oud)Duitse Herder.

Als derde ras presenteert dhr. Ebels, tenslotte verzorgde hij die presentatie, de Tsjechoslowaakse Wolfhond. Een ras eveneens voortgekomen uit de wolf en de Duitse Herder, maar in tegenstelling tot de Saarlooswolfhond zijn daar veel meer Duitse Herders ingezet. Echter ook een ras dat stijf staat van de DM. Bovendien het ras, via een welbekende fokster uit Frankrijk, verantwoordelijk voor het optreden van DM en Dwerggroei bij Saarlooswolfhond. Uiteraard weer de populatie buiten de NVSWH.

Volgens dhr. Ebels echter een ras dat ten onrechte bestempeld wordt als zijnde “scherp”.
Ik stel voor dat dhr. Ebels dan eens dat stukje van Mw. Pielanen leest over de tentoonstelling in Zwolle van 2 jaar geleden. Jawel, die welbekende verregende Openlucht show. Zij schreef daar over een TWH die wild om zich heen bijtend de ring uitkwam.
Verder verwijs ik dhr. Ebels naar een artikel van onze voorzitter over de Wereldtentoonstelling in Polen, waar de Italiaanse exposanten/eigenaren van Tsjechoslowaakse Wolfhonden nog niet tevreden waren met het toen al bijzonder scherpe karakter van hun honden.
Verder wijs ik erop dat de TWH van oorsprong gefokt is op “scherpte” vanwege het werk dat deze honden moesten verrichten bij de grensbewaking.

Maar meer nog wijs ik erop dat dit ras al diverse malen ingekruist is bij de Saarlooswolfhond. Niet alleen door diezelfde bekende Nederlandse fokster uit Frankrijk, maar ook in andere landen waar fokkers wonen waar zij nauwe contacten mee onderhield. Althans, zo is op diverse forums te lezen. Het bewijs van een aantal inkruisingen schijnt aanwezig te zijn bij de NVSWH. Althans, iets dergelijks heeft de secretaris jaren geleden eens verkondigd op een ledenbijeenkomst.
Daarnaast is een in Zwitserland geboren reu uit de kruising SWHxTWH in Duitsland aangekeurd als Saarlooswolfhond. Het ras loopt officieel dus al door de SWH.
Derhalve absoluut geen goede keuze.

Als laatste wordt de Hollandse Herder gepresenteerd. Een ras volkomen afwijkend van de Saarlooswolfhond. Niet alleen v.w.b. karakter maar zeker ook v.w.b. uiterlijk. Dit wordt ook gemeld in dat nieuwsblaadje. Gestroomde vachten wordt geschreven. Volgens mij is de Hollandse Herder ook wat nerveuzer dan de Saarlooswolfhond, dus ook niet bevorderlijk in dat opzicht.
M.a.w. geen goede keuze.

Is men in die commissie dan zo ontzettend kortzichtig geweest bij het zoeken naar een kandidaat ras, indien die outcross dan toch zo noodzakelijk is.

Heeft men nu nog steeds niet begrepen dat alle gezondheidsproblemen die binnen die populatie opgedoken zijn veroorzaakt zijn door het inkruisen van honden van andere rassen. Voornamelijk de Tsjechoslowaakse Wolfhond. Maar ook de Alaskan Malamute, de Mechelse Herder, wolfhybriden, de Husky en wie weet wat nog meer lopen er al doorheen.

Ik heb ook al geschreven dat in Frankrijk op grote schaal gefokt wordt met de Saarlooswolfhond. Ga daar dan eens zoeken naar een gezonde reu. Toegegeven, het zal wel een lange zoektocht worden om geen nazaat van die beruchte Skog te vinden. Een hond met meer dan 15 dekkingen achter zijn naam, die volgens zijn fokker uit een wolfhybride komt. Ook op internet te lezen.

Zou het dan echt noodzakelijk blijken over te gaan tot een outcross om de problemen buiten de NVSWH op te lossen, waarom dan niet naar een totaal ander ras gekeken. Er zullen best wel rassen rondlopen die vanuit de verte op een Saarlooswolfhond of wolf lijken. Zo’n ras is vast wel te vinden.

Het gebruik van een ras dat totaal niets te maken heeft met de Saarlooswolfhond, maar wel kenmerken van de wolf in zich draagt, zal er in ieder geval voor zorgen dat nakomelingen toch nog enigszins lijken op een SWH, vooropgesteld natuurlijk dat je een reu van een vreemd ras gebruikt. Meer nog zal het er voor zorgen dat het inteeltpercentage drastisch omlaag gaat. Alleen, moet je in de fokkerij daarna wel weer uiterst zorgvuldig te werk gaan omdat anders al je inspanningen voor niets geweest zijn.

Maar het gebruiken van een hond van één van die kandidaat-rassen getuigt niet van realiteitszin en levert niets op voor de toekomst. Het vraagt alleen maar om meer problemen en leidt er toe dat over een aantal er geen hond meer rond loopt die ook maar enigszins op de Saarlooswolfhond lijkt zoals die nu in de rasstandaard beschreven is.

Wanneer echter de NVSWH op dezelfde voet doorgaat met het huidige fokbeleid, zal er trouwens over een aantal jaren alleen nog maar sprake zijn van namaak-Saarlooswolfhonden. Dat die populatie dan de reputatie heeft verworven van meest ongezonde ras van Nederland en tevens meest ongezonde Nederlandse ras, zal inherent zijn aan deze keuze.

Maar met slechts eenmaal inkruisen van een hond van een ander ras, ongeacht welk ras, ben je er niet. Dat helpt geen klap en zal in elk geval het inteeltpercentage niet omlaag brengen. Ja, in de eerste generatie, maar daarna houdt het op. Je wordt dus gedwongen om nog vaker honden van andere rassen in te kruisen.
Binnen de kortst mogelijke tijd kan je vervolgens de FCI laten weten, dat de Saarlooswolfhond in zijn huidige verschijning, met alles wat erbij hoort, uitgestorven is.
Dit plaatst dan ook de uitspraak van dhr. Wauben over ons “Nederlandse ras” in een heel ander daglicht. 

In het bedrijfsleven huur je een extern deskundige in om een bepaald onderzoek te doen. Daarover wordt een prijs afgesproken. Het probleem is natuurlijk dat je vast zit aan de afgesproken prijs, ook al blijkt tijdens het verloop van dat onderzoek dat er sprake is van overbodigheid. Vervolgens leg je dat rapport onder in een la, betaalt de rekening en daarmee is de kous afgedaan.

In het geval van de avls is het natuurlijk niet leuk die commissie te laten weten dat al hun inspanningen voor niets zijn. Dus mag die commissie haar werkzaamheden voortzetten. Die outcross moet en zal plaatsvinden, ook al vinden de leden het niet noodzakelijk vanwege de al eerder genoemde redenen.

Ik blijf van mening dat sommige leden van de avls, ik heb de namen al eens eerder genoemd dus laat ik ze hier maar achterwege, uit alle macht herinnerd willen blijven als de mensen die, in hun optiek, de Saarlooswolfhonden van de ondergang gered hebben. Dat dat echter begin jaren 80 van de vorige eeuw door anderen gedaan is, omdat een zeker persoon, ook die naam is bekend, het ras naar de afgrond hielp wordt over het hoofd gezien.
In de loop van de jaren daarna is door anderen buiten de NVSWH al zoveel gesleuteld aan het ras dat zij niet eens meer kunnen spreken van een Saarlooswolfhond. Men zal daarom in de herinnering blijven leven als de mensen die van een ongezonde bastaard-populatie een totaal verziekte bastaard-populatie hebben gemaakt.

 

 

1 opmerking:

  1. “Bij terugkeer vond ik het avls-blad in de bus, maar had nog niet eerder tijd dat te lezen vandaar dat mijn vorige stuk op internet het daglicht zag. Intussen ligt het blaadje op de stapel “gelezen, maar wel bewaren”. Daarnaast ligt de stapel van de NVSWH, dus niet denken dat ik het avls-blad belangrijker vind.”


    Dit schrijft Barend in zijn nieuwe stukje dat over outcross gaat. Moest wel even de wenkbrauwen fronsen en kon een glimlach niet onderdrukken: “daarnaast ligt een STAPEL clubbladen van de NVSWH”. Een stapel???? Jazeker, een stapel van al wel 3 clubbladen gedrukt in een lettergrootte die gebruikt wordt voor slechtzienden. Vult lekker zo’n groot lettertype.
    Vanaf mei 2012 tot december 2013, dus in de afgelopen anderhalf jaar, zijn er zegge en schrijven DRIE clubbladen verschenen, terwijl er vóór de bestuursverandering toch echt jaarlijks 4 á 5 clubbladen per jaar bij de leden in de bus vielen.

    Hans

    BeantwoordenVerwijderen