zondag 5 juli 2015

Verhaaltjes



Op mijn vorige stuk kwamen van twee lezers reacties. Volgens mevr. Versnel zat ik er naast met mijn opmerkingen en moest ik haar maar een mailtje sturen om de ware toedracht te vernemen. Dan kon ik dat in een volgend artikel eventueel verwerken. Omdat ik dat toch wel een omslachtige weg vond, heb ik dat ook laten weten en haar gevraagd dan zelf maar de ware toedracht te openbaren. Daarmee zouden natuurlijk eventuele fouten van mijn kant voorkomen worden. En ja hoor. Zoals verwacht. Geen antwoord meer. Eerlijk gezegd had ik daar ook niet op gerekend. In de loop der jaren ben ik er achter gekomen hoe het gros van de avls-leden in elkaar steekt. Een grote mond, maar wanneer om feiten gevraagd wordt niet thuis geven.
Waarschijnlijk ben ik verder duidelijk genoeg geweest in mijn reactie richting dhr. of mevr. van Veenendaal omdat ook deze niet meer gereageerd heeft.

De “Nationale” is inmiddels weer achter de rug. Voor wie nog niet weet wat hiermee bedoeld wordt, dat is de CAC tentoonstelling uitsluitend voor de negen Nederlandse Hondenrassen.
Wederom is verkozen tot beste Saarlooswolfhond een hond gefokt door de NVSWH. Dan moet er toch een lichtje gaan branden bij de deelnemers die geen lid zijn van onze vereniging.
Voor dat u met allerlei insinuaties komt, we gaan ervan uit dat de keurmeester naar eer en geweten keurt, dus zonder aanzien des persoons. Ik heb van een aantal van mijn lezers vernomen dat de keurmeester op deze tentoonstelling goed weet hoe een Saarlooswolfhond eruit dient te zien, hoe die moet lopen, enz. enz. Alle, voor mij onbegrijpelijke, zaken waaraan een hond op een tentoonstelling moet voldoen.

Omdat, mag ik schrijven alweer, een hond van de NVSWH tot beste van het ras verkozen is loopt de organisatie natuurlijk het risico dat eigenaren van honden gefokt buiten de NVSWH voor volgende editie van dit evenement niet meer inschrijven. In een aantal gevallen meer dan logisch, maar gelet op de overige honden van buiten de NVSWH moet ik toegeven dat er een aantal bij waren die toch behoorlijk het “ideaal” plaatje benaderen.
Toch, ik heb het niet geteld, blijkt het merendeel van de ingeschreven honden van leden van de NVSWH te zijn.

Dit roept natuurlijk vragen op.
Waarom niet meer honden van buiten de NVSWH ingeschreven voor deze tentoonstelling?
Is dat omdat de eigenaren zich er al duidelijk van bewust zijn dat hun hond, ondanks dat papiertje met de rasbenaming Saarlooswolfhond, niets met een SWH van doen heeft?
Is het, in het geval van eigenaren lid van de avls, het besef dat “de Saarlooswolfhond geen tentoonstellingshond is en dat gerespecteerd dient te worden”,  conform de uitspraak van het orakel van de avls, dat men niet inschrijft?
Als dat zo is, heeft mevr. Eggink dan lak/schijt aan de gedachtegang/uitspraak van haar (v)echtgenoot omdat zij wel had ingeschreven en er zelfs met een eerste plaats in haar klasse vandoor is gegaan. Mocht dat zo zijn, dan staat die Rotterdamse wijk nog wat vuurwerk te wachten.

In eerste instantie kreeg ik het idee dat er slechts één hond van de NVSWH voor die show was ingeschreven. Althans, zo deed een aankondiging op internet de argeloze lezer vermoeden. Piet Paulusma verkondigde het weer vanaf deze locatie en het leek erop dat alleen mevrouw Broek van de NVSWH met haar hond aanwezig was. Kwestie van verkeerd taalgebruik bleek achteraf. Jammer genoeg kunnen we “verkeerd taalgebruik” bij de NVSWH niet meer als een incident afdoen.

Doorgaand op het onderwerp Tentoonstelling kreeg ik een verwijzing toegestuurd naar een Facebook pagina waar SWH eigenaren de tentoonstellingsuitslagen van hun honden kunnen openbaren. Twee uitslagen vond ik opzienbarend genoeg om daar over te verhalen. Allereerst de uitslag van een show in Zweden. Foto van de hond erbij en de mededeling dat de keurmeester, een Nederlandse All-Round keurmeester, deze hond een typisch voorbeeld van een Saarlooswolfhond vond. Nou kan je van een all-round keurmeester niet verlangen, hoewel dat wel zou moeten, dat hij alle erkende hondenrassen tot in detail weet te omschrijven. Het lijkt mij daarom logisch dat iedere keurmeester de dag voorafgaand aan de show nog eens de rasstandaarden van de te keuren rassen doorneemt. Dan had deze All-Round keurmeester ook kunnen zien dat de kleur van de betreffende hond helemaal niet rastypisch is. Toegegeven, het dier heeft een mooi hoofd, maar de kleur klopt voor geen meter. Dus dat keurrapport moeten we maar gebruiken om de bbq aan te steken. Ik ben ook bang, dat als deze eigenaar of eigenaresse met deze hond op een tentoonstelling komt waar een echte rasspecialist aanwezig is, de uitslag heel wat minder rooskleurig zal zijn.

Dat mijn bewering niet op verzinsels gebaseerd is, blijkt uit de uitslagen van een andere hond en deze keer op een tentoonstelling in Duitsland. De eerste dag bij een Duitse Keurmeester krijgt de hond een “G”, de tweede dag bij een keurmeester uit Cyprus een Uitmuntend. Nou kan het best zijn dat de hond op zaterdag niet in goede doen was, maar een dusdanig groot gat tussen beide kwalificaties roept toch vragen op. Als je dan ook nog ziet dat die Cypriotische keurmeester, in vergelijking met andere keurmeesters en afgaande op zijn foto, toch nog redelijk jong is moet je toch vraagtekens zetten bij zijn capaciteit als Allrounder.
Dan ga je toch veronderstellen dat in sommige landen het allrounderschap wel erg makkelijk gegeven wordt. In de trant van: “Ah, u weet dat dit dier een hond is, u heeft gezien dat het een hij is en u weet dat er 10 rasgroepen door de FCI onderscheiden worden. U weet zelfs dat het hoofdkwartier van de FCI in België gevestigd is. Uw eigen honden hebben hier de nationale  kampioenstitel behaald, en zijn zelfs Internationaal Kampioen. Van harte. U bent vanaf nu All-Round Keurmeester”.
Het zal natuurlijk niet helemaal zo gaan, maar af en toe bekruipt je toch dat idee als je zo links en rechts hoort wat sommige keurmeesters er van bakken. Ze worden ingezet om rassen te keuren waar ze nog nooit van gehoord hebben en hebben daarom de grote honden-encyclopedie nodig om te weten hoe dat ras eruit zou moeten zien.
En daar betaal je als exposant dan rond de 50 euro of meer voor. Maar, dat is een vrijwillige keuze.

Intussen zijn we afgelopen dagen ook verblijdt met het nieuws dat weer een boek over de Saarlooswolfhond het licht gezien heeft. Geschreven door twee mensen die het minste verstand van dit ras hebben, Johand Berends en Helga Lieftink. De voorbeeldpagina’s op de website die in het leven geroepen is voor dit boek doen al het ergste vrezen.
Zo te zien wordt zeer uitgebreid ingegaan op het leven van Leendert Saarloos. Het lijkt erop alsof men bij de Paus een poging gaat doen hem heilig te laten verklaren. Sint Leendert, of iets dergelijks.
Het begint er al mee dat men, zo te lezen, uitgebreid ingaat op zijn werk als kok. Ik vind het te ver gaan hem te vergelijken met de Jonny Boer uit begin jaren 1900. Gelet op zijn taalgebruik zou hij eerder lijken op die bekende Engelse TV-kok. Maar vooruit, hij kon schijnbaar goed koken. Maar is voor het ontstaan van zijn creaties natuurlijk van nul en generlei waarde.

Nou moeten we natuurlijk zo eerlijk zijn om toe te geven dat Leendert Saarloos een gigantisch werk verzet heeft. Zeker in de crisis- en oorlogsjaren. We moeten echter ook onmiddellijk erkennen dat hij ons geen nieuw ras heeft nagelaten. Bij zijn overlijden was de hele populatie nog steeds een bastaardhond in vele verschijningsvormen. Niets leek op elkaar, alle honden waren in handen van Leendert en na zijn overlijden zijn erfgenamen. Redenen genoeg om de creatie niet als ras te erkennen.
Op internet is al eens eerder geschreven hoe oude Dordtenaren zich Leendert herinneren. Als een man die gigantisch liep te vloeken en tieren tegen zijn honden maar ook niet vies was van het uitdelen van een forse trap wanneer ze een oefening niet naar zijn zin uitvoerden. Zelfs in die tijd vond men het al vreselijk wanneer er weer eens “een tapijt van hondenlijken met ijzerdraad aan elkaar gebonden” in de rivier dreef.
En als je dan ook nog eens je vrouw, de tweede welteverstaan want voor zijn eerste had hij, naar verluidt, een heilig ontzag, opsluit in het kippenhok omdat je vindt dat zij kakelt als een kip, zal die heiligverklaring toch wat deukjes oplopen.

Uiteraard geven andere voorbeeldpagina’s aan hoe beide redacteuren staan tegenover het werk dat door de NVSWH, leden en bestuur, in de jaren na de erkenning van het ras verricht is. Zij hebben ervoor gezorgd dat de Saarlooswolfhond een duidelijk herkenbaar ras is geworden en niet langer als allegaartje door het kynologische leven ging.
Zonder twijfel zal ook het jaar 1982 weer uitgebreid behandeld worden. Hoe erg het was wat de NVSWH een aantal leden aandeed, enz. enz. Natuurlijk wordt er aan voorbij gegaan, althans dat ligt in de lijn der verwachting, dat Marijke in dat jaar tijdens die ALV toegaf een rotzooi gemaakt te hebben van de fokkerij. Zo zal er ongetwijfeld aan voorbij gegaan worden dat de “ingehuurde deskundige” (Ido V.) achteraf helemaal niet zo deskundig was en geen barst van de fokkerij snapte. Zelfs in een brief aangaf niets meer met dat “rot ras” van doen wilde hebben. Dan toch jaren later onder zijn kennelnaam een nestje Saarlooswolfhonden fokken, terwijl hij het ras nog nooit in het echt heeft gehad. Alleen op papier of zijn kennelnaam ter beschikking heeft gesteld van een hele bekende vermeerderaarster!

Zo zal het mij niet verbazen dat men er ook aan voorbij zal gaan dat vanaf midden jaren 80 van de vorige eeuw door, nog steeds actieve, fokkers honden van andere rassen doorgekruist zijn en waarvoor door middel van fraude stambomen zijn verkregen. Sommige van die fokkers niet toevallig eigenaren die in 1982 uit de NVSWH werden gezet. De bewijzen zijn er, alleen niet bij de redacteuren van de avls, dus blijven zij dat ontkennen. Hierbij geholpen door de Raad van Beheer die het bewijsmateriaal dat de NVSWH heeft geleverd weigert door te nemen. Ik ben benieuwd of in het boek ook die Nederlands/Franse fokster genoemd gaat worden, waar Johan destijds op zijn weblog zo lovend over sprak.
Het roept dan gelijk de vraag op waarom een groot aantal Franse fokkers van de Saarlooswolfhond toegeven dat dank zij die bewuste mevrouw de hele populatie in Frankrijk naar de knoppen gefokt is. De naam Skog wordt hierbij veelvuldig genoemd.

Zo zal het mij ook niet verbazen wanneer een inmiddels overleden keurmeester ten tonele gevoerd gaat worden. Deze mevrouw, iedereen snapt dat ik mevr. Brooijmans-Schallenburg bedoel, was in 1975 één van de pleitbezorgers voor de erkenning van het ras. Men vergeet hierbij wellicht voor het gemak dat zij tevens pleitbezorgster was bij de FCI de Saarlooswolfhond en de nog te erkennen Tsjechoslowaakse Wolfhond op één hoop te gooien. Gelukkig dat dat onzalige voorstel niet verder is gekomen dan de prullenbak waar het ook uiteraard in thuis hoorde. Gelukkig voor de Saarlooswolfhond omdat beide rassen onverenigbare karakters hebben.

Zo zal het mij ook niet verbazen wanneer in dit boek ook het beruchte jaar weer van stal gehaald wordt waarin naast Johan en zijn vrouw Marianne nog een aantal leden van de NVSWH geroyeerd werden. Die overige leden trouwens vanwege hun wangedrag tijdens die ledenvergadering.
Ik ben ook bang dat dit voorval aangehaald wordt om de erkenning van tweede, derde, vierde enz. rasverenigingen per ras te vieren. Een constructie waar, zo blijkt van diverse kanten, nog steeds de meerderheid binnen de kynologie van gruwt. Simpelweg omdat er mensen zijn die, wanneer zij geen kans zien via democratische weg binnen hun vereniging hun eigen zin door te drijven, gelijk een nieuwe vereniging in het leven roepen. Sommige rassen zijn zo klein van omvang (populatie) dat het zelfs voor één enkele vereniging al moeilijk genoeg is het ras te vertegenwoordigen en dan wordt het publiek ook nog eens opgezadeld met twee of drie verenigingen voor dat ras. En alle erkend door de Raad van Beheer.
Omdat iedereen weet hoe dat destijds gegaan is, ga ik daar maar niet verder op in.

Maar wilt u werkelijk dat boek bestellen en de auteurs een “veer in het achterwerk” steken, niemand houdt u tegen. Als je wilt schrijven over de Saarlooswolfhond, prima. Maar dan alle loftuigingen, heiligverklaringen, verketteringen, enz. enz. achterwege laten. Zonder het boek gelezen te hebben, ik ben ook niet van plan het te bestellen, vrees ik dat het weinig tot niets met het ras te maken heeft. Het zal meer gaan om de verheerlijking van Leendert, de verkettering van de NVSWH en het op de schouderkloppen van alle rasvernielers die er rond lopen. Misschien heb ik het mis, maar echt onpartijdige berichtgeving hieromtrent zal ik niet verwachten.

Om toch heel positief te eindigen: de organisatie van de Openlucht show in Echt van dit weekeinde heeft besloten de tentoonstelling af te gelasten vanwege de verwachte extreme weersomstandigheden. Triest alleen, en een smet op dit positieve nieuws, is de vraag van een exposante hoe het met haar inschrijfgeld zit. Krijgt ze dat terug of niet. Dit tekent dus de interesse van deze eigenaresse. Geld is belangrijker dan de hond.

2 opmerkingen:

  1. Die hond met volgens vele verkeerde kleur is wel 1 vd weinige SWH's die volledig profiel heeft liggen inclusief dat van de kleuren en die is gewoon volgens het SWH patroon.
    Niks mis mee.
    Waar hij ligt op de balans van raszuiverheid ? Dat kunnen we alleen maar meten als de raszuivere ook profiel laten maken.
    Als het goed is hebben wij hier behoorlijk richting raszuiver en ja profiel wordt op dit moment gemaakt. Nu de echte raszuivere nog profielen laten maken lijkt me, dan kunnen we zien hoeveel de rest afwijkt.

    http://www.mydogdna.com/
    We zullen zien welke richting we opgaan .Die van de Herder ? Wolf ? Malamute ? (tot nu toe geen enkele SWH)
    Andere rassen ?

    Meten is weten zeggen we dan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zoals verwacht weer een nieuw stukje over mij geschreven. Tja, het is natuurlijk lang geleden voor jullie, maar als je een nestje prachtige pups hebt liggen, hebben die voorrang in de tijd die ik heb te verdelen.
    Bij deze dan alsnog maar een reactie, aangezien het makkelijker is een ander voor je onkundigheid te laten opdraaien. Toen de plannen kwamen om met mijn teef Bantu te gaan fokken, leek het mij niet nodig daar zelf een kennelnaam voor aan te vragen. Audry had een kennelnaam, we waren beide weg van de reu die we hadden gevonden, dus klaar. Voor het tweede nestje waren Audry en ik het niet eens over de reu die ik in gedachten had en toen hebben we in overleg besloten dat ik mijn eigen kennelnaam zou aanvragen. Geen gedoe, geen 'praktijken' zoals jullie het noemen, gewoon een verschil in mening en daarbij een andere kennelnaam. Geen idee wat daar mis mee is. Oh en voor de duidelijkheid: dit was haar laatste nestje, en nee dit heeft niet te maken met de 2 pups die helaas allebei een afwijking hadden, maar simpelweg omdat ik 3 genoeg vind. Waar jullie het nu weer weghalen dat ik haar misschien zou gaan herplaatsen na een vierde nest, geen idee, maar jullie kennen mij niet en hebben geen enkel idee wat ze voor mij betekenen!

    BeantwoordenVerwijderen