vrijdag 4 januari 2013

Wit

Mijn stuk over wit heeft een en ander losgemaakt, vooral bij de, in bepaalde kringen, bekende heer Piers. U weet wel, die van Fura en Frodo.
Ook deze man vindt het noodzakelijk zijn mening te ventileren over het niet fokken op of niet inzetten van witte Saarlooswolfhonden door en bij de NVSWH.
Meneer komt op zijn weblog met een filmpje over een witte wolfhond die dienst doet als blindengeleidehond, enz.
Dit omdat ik in mijn vorige stuk schreef over Marja v.d. Kilstroom, een witte wolfhond die dienst gedaan heeft als blindengeleidehond. Deze hond werd op de leeftijd van circa 6 jaar herplaatst naar mevr. v.d. Kamp. De hond kon bij Marijke aan de 's Gravendeelschedijk in Dordrecht opgehaald worden. Na een paar weken kwam deze mevr. v.d. Kamp er achter dat Marja blind was. Hoe is het dan mogelijk dat Marijke dat nooit gemerkt heeft. Vreemd toch, wanneer je zelf honden opgeleid zegt te hebben als geleidehond. Dan moet je zoiets toch gemerkt hebben?
Prima verder allemaal. Alleen daar ging mijn verhaal niet over.

Uiteraard weet iedereen die de stambomen van de wolfhonden kan terugwerken tot de tijd van Leendert dat er voldoende witte of créme-witte wolfhonden hebben rondgelopen.
De NVSWH werd er echter door Johan en nu, ik zou bijna zeggen vanzelfsprekend, ook door Peter Piers van beschuldigd met behulp van het gecentraliseerde fokbeleid de witte wolfhonden te hebben weggefokt.
Men komt alleen niet met bewijzen. Dat kan ook niet.

Zoals bekend werd de Saarlooswolfhond in 1975 als rashond erkend onder deze naam en bestond derhalve de mogelijkheid de reeds rondlopende honden als rashond te laten erkennen, waarbij zij een stamboom met NHSB-nummer kregen.
Wanneer we voor het gemak de créme-witte honden onder de witte rangschikken blijken er bij de erkenning in 1975 zo'n 35 honden geweest te zijn die vanaf 1966 geboren waren en dus eventueel voor een stamboom in aanmerking konden komen. Van deze 35 hebben slechts 6 honden die stamboom gekregen.

Daarvan: Jakarina uit 1966, bij de erkenning dus al 9 jaar; Zanzo en Vera uit 1968 (7 jaar); Bonnie uit 1969 (6 jaar), Omara uit 1971 (4 jaar) en Vidok uit 1974 (1 jaar).
Waarom is voor de andere witte wolfhonden uit bijv. 1974 dan geen stamboom aangevraagd? Let wel: de NVSWH werd pas opgericht na de erkenning van de Saarlooswolfhond.
In maart 1977 werd door het bestuur van de NVSWH nog een oproep geplaatst in het clubblad dat de RvB nog de mogelijkheid had geschapen een stamboom voor de nog levende Saarlooswolfhond aan te vragen. Dus had dat ook voor die witte wolfhonden nog gekund.

Een mogelijke verklaring is dat Marijke gezegd of geschreven schijnt te hebben, dat uitsluitend stambomen aangevraagd konden worden voor de nakomelingen van de laatst gebruike wolvin. Juist die uit 1963. Persoonlijk vind ik dat een vreemde redenering omdat je daardoor al een deel van je populatie bewust laat uitsterven.

Zoals ook bekend kwam bij de erkenning van het ras de fokkerij onder verantwoording van Marijke en haar moeder.
Daarom nogmaals: waarom werden de witte wolfhonden met stamboom dan niet voor de fokkerij ingezet?
In 1975 werd een witte teef gebruikt: Evalien v.d. Kilstroom, gekruist met Flipper v.d. Kilstroom, waaruit Wolva v.d. Kilstroom werd geboren. Alleen ..... Evalien had geen NHSB-nummer en heeft dat ook nooit gekregen. Waarom niet? Geen afstammeling van die laatste wolvin? Waarom heeft Wolva dan wel een stamboom gekregen? Tenslotte had ook Flipper geen NHSB-nummer en dus geen stamboom!

Zoals geschreven werd het gecentraliseerde fokbeleid van de NVSWH in 1982 in het leven geroepen. Hoeveel witte Saarlooswolfhonden, met stamboom uiteraard, liepen er toen rond en hoeveel daarvan hadden een leeftijd dat zij nog voor de fokkerij ingezet konden worden? Slechts twee, nl. Donja v.d. Kilstroom (overleden in 1987) van de fam. v.d. Vos en Dena Danthius v.d. Kilstroom, eigendom van dhr. Luttik. Beide honden geboren in 1979. Geen idee of deze mensen nog lid gebleven zijn na 1982. Geen idee ook waarom die honden niet ingezet werden. Of dat met de witte kleur te maken had, kan niemand met zekerheid zeggen. Er zijn meerdere honden destijds van de fokkerij uitgesloten wegens allerlei verschillende redenen.

De witte kleur is recessief verervend, met andere woorden men moet dus maar afwachten of hopen dat uit een combinatie wit geboren wordt. Zelfs wanneer beide ouderdieren het gen voor wit bij zich dragen, moet alles precies op zijn plaats vallen. Het wit wordt anders onderdrukt door het wolfsgrauw of bosbruin en blijft het een groot vraagteken of één van de pups uit die combinatie wel drager is van het gen voor wit. Let wel, deze uitleg kunt u in ieder boekwerkje over genetica terugvinden.
Volgens sommigen is de kleur wit een verbleking van wolfsgrauw en bosbruin. Het is dus geen apart gen zoals men bij andere rassen onderscheidt.
Dan moet je vervolgens een proefkruising gaan doen in de hoop dat je vermoedens gerechtvaardigd blijken zodat wit geboren wordt.
Dat is precies wat men in 1986 gedaan heeft bij de kruising van Valimar met Helena Storm van Chabony en het vermoeden werd bewaarheid.

Ook wanneer men vervolgens deze witte nakomelingen ingezet zou hebben in de fokkerij was er geen garantie dat er wit geboren zou worden. Dus nogmaals: de toevalsfactor blijft aanwezig.

Het is daarom wel makkelijk tegen de NVSWH aan te trappen door te stellen dat men dankzij dat fokbeleid de witte kleur om zeep geholpen zou hebben, maar echt bewijzen leveren doet men niet.
Ook het feit dat er nauwelijks tot geen belangstelling was en is voor een witte Saarlooswolfhond is natuurlijk een bijkomende reden niet gericht op wit te gaan fokken.

Mijn vraag nu aan dhrn. Johan en Peter: in plaats van goedkope verhaaltjes te verspreiden op uw resp. weblog gaarne het bewijs leveren met welke honden men had moeten fokken om de witte kleur op grote schaal het licht te doen laten zien.
Daarnaast graag het bewijs leveren waarom buiten de NVSWH tot op heden geen raszuivere witte Saarlooswolfhonden geboren zijn.
Het plaatsen van beeldmateriaal op een weblog is in dit geval slechts bedoeld om de boel op te leuken, maar geeft geen verklaring voor hun beschuldigingen.

Dat honden uitsluiten van de fokkerij een versmalling van de genenpoel inhoudt is duidelijk. Dan zou je moeten besluiten elke hond voor de fokkerij in te zetten, dan weet je zeker dat geen erfelijke materiaal verloren gaat. Alleen aan wie moet je dan de nakomelingen kwijt? Iedereen die verantwoord fokt, neemt het besluit slechts zo beperkt mogelijk nestgenoten in te zetten voor de fokkerij opdat de basis zo breed mogelijk wordt en/of blijft en om het opsteken van eventuele erfelijke gebreken zoveel mogelijk te beperken. Voor sommigen daarom alleen jammer dat dit de NVSWH wel gelukt is en de fokkers daarbuiten niet.

Maar toch nog de beste wensen voor 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten