maandag 8 februari 2016

Regels



Onze maatschappij is ingesteld op het naleven van regels, of we die nou leuk vinden of niet. Ze zijn met een bepaald doel in het leven geroepen.
Gelijkertijd zijn er groepen mensen die vinden dat die regels niet voor hen van toepassing zijn. Dat weten we allemaal, we hebben of we moeten er mee leren leven. Bovendien, in veel gevallen worden de mensen die zich niet aan die regels houden er niet eens op aangesproken of voor gestraft. Veelal wordt dit ook veroorzaakt doordat die regels voor meerdere uitleg vatbaar zijn en/of doordat sommige mensen altijd proberen de grenzen van die regels op te zoeken.

Zoals iedereen weet is Nederland een land waar regels worden opgesteld opdat andere regels nageleefd dienen te worden. Of zoals iedereen wel eens verzucht: het is een land met een dusdanige regelbrij dat niemand meer precies weet hoe die regels in elkaar steken.
Ook op het gebied van het fokken met honden zijn er regels waar wij ons aan dienen te houden. Zeker de laatste jaren als gevolg van de negatieve publiciteit omtrent de gezondheid van enkele rassen, waarbij natuurlijk, anders verkoopt het niet, uitsluitend de excessen in beeld gebracht worden. Dat bij die in beeld gebrachte rassen al jaren maatregelen getroffen worden om die excessen uit te bannen is niet interessant.
Gelukkig is dit bij de Saarlooswolfhond (nog) niet het geval. Hoewel er jaren geleden al stemmen in de Tweede Kamer opgingen om het ras op de lijst van “gevaarlijke honden” te plaatsen, alleen vanwege het woordje “wolf” in de naam en omdat er een paar vervelende incidenten hadden plaatsgevonden. Zoals een Saarlooswolfhond die een konijn of een eend had gegrepen of zoiets en het lef had dat in het volle zicht van enkele omstanders te doen.

Desondanks dienen beide verenigingen voor de Saarlooswolfhond te beschikken over een zgn. VFR, net zoals elke andere rasvereniging in Nederland. Een reglement waarin zij aangeven op welke wijze zij, in lijn met de regels van de Raad, denken de fokkerij met het ras dusdanig te begeleiden opdat de gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk, het meest gewaarborgd is.

Zoals al mijn lezers weten, heb ik al eens eerder geschreven over de uitlatingen van die man, waarvan ik de naam niet meer zou noemen, dat de NVSWH in gebreke bleef met dat VFR in vergelijking met de AVLS.
Tenslotte beschikt de AVLS al sinds december 2013 over een goedgekeurd VFR en medio 2015 de NVSWH nog steeds niet, althans volgens die man. Waarbij hij, zoals ik ook al diverse malen aangaf, voorbij ging aan het feit dat de NVSWH al sinds 2002 over een door de RvB goedgekeurd VFR beschikt. Maar, de NVSWH zou de NVSWH niet zijn, als zij niet zowel de RvB als de AVLS van dienst was en dat VFR op enkele punten aanpaste waarna, uiteindelijk, in november dit aangepaste VFR wederom de goedkeuring van de Raad kon wegdragen.
Gelukkig. Iedereen tevreden, behalve die man waarvan ….. enz. omdat hij nu niets meer te zeuren heeft. Tja, je kan nu eenmaal niet iedereen te vriend houden.

Ik heb daarom, alsof ik niets anders te doen heb, de fokreglementen van beide verenigingen eens naast elkaar gelegd. Best interessante lectuur trouwens. Moet u ook eens doen op een regenachtige dag.
Voor beide reglementen geldt dan dat u alles onder punt “1. Algemeen” mag overslaan. Hier vindt u uitsluitend de meest elementaire kreten zoals die voorgeschreven zijn door het reglement van de Raad.
Het wordt pas interessant vanaf punt “2. Fokregels”.
Bij de NVSWH is eenzelfde oudercombinatie slechts eenmaal toegestaan, bij de AVLS tweemaal.
Dit lijkt niet voor meerdere uitleg vatbaar. Toch? Maar nu komt het.
De NVSWH gaat verder niet in op deze oudercombinatie, dus blijft het bij eenmaal houden. Maar na een gemotiveerd verzoek mag een tweede maal ook nog.
De AVLS echter wordt wat ondoorzichtiger, althans in mijn ogen. Maar wie ben ik.
Men schrijft dat als het “gespeende nest uit slechts één of twee puppen bestaat, die zelfde oudercombinatie nog eenmaal mag worden toegepast. Volgens mij betekent dat dus dat die combinatie dan voor de derde maal mag worden uitgevoerd. Maar, als na 4 jaar blijkt dat met geen enkele nakomeling uit die combinatie verder gefokt is, mag die combinatie nogmaals worden uitgevoerd. Dus een vierde maal.
Als ik het mis heb, hoor ik dat graag. Maar op deze wijze kan dit punt geïnterpreteerd worden.

We gaan verder.
Bij de NVSWH moet de reu minimaal 20 maanden zijn voor hij voor de fokkerij ingezet mag worden, terwijl diezelfde reu bij de AVLS 24 maanden moet zijn.
Daar staat tegenover dat bij de NVSWH die reu maar maximaal drie nesten in zijn leven mag voortbrengen en bij de AVLS vier maal. Als reu zou ik het dan wel weten, ik stapte over naar de AVLS. Althans voor dit onderdeel.

De NVSWH kent een zgn. gecentraliseerd fokbeleid waarbij de vereniging dus een zekere invloed heeft in tegenstelling tot het fokbeleid bij de AVLS waar ieder voor zich mag fokken. Maar bij de AVLS kan de fokker, als hij lid is van die club, de dekmelding aan de vereniging doorgeven om die op de website te laten vermelden. Oké, er moet aan wat voorwaarden worden voldaan, maar dat is dan ook alles. Alleen moet, althans volgens artikel 2.9 van het VFR van de AVLS de fokker binnen 7 dagen na de geboorte hiervan schriftelijk mededeling doen aan de vereniging, met bijzonderheden over eventueel doodgeboren pups. De fokker krijgt dan op zeker moment nestbezoek vanuit de vereniging. Waarom? De AVLS kijkt op verzoek van de fokker wat de beste fokcombinatie is maar de fokker is zelf verder verantwoordelijk voor de dekking, geboorte, enz. enz. Waarom komt men dan op nestbezoek? Als fokker zijnde zou ik die mensen de toegang weigeren. Dit even terzijde.

We gaan door.
Bij de AVLS mag de teef niet gedekt worden voor de dag waarop zij 24 maanden oud is geworden. Bij de NVSWH vindt men een teef van 22 maanden oud genoeg voor een nest. In beide gevallen heb ik daar mijn twijfels bij. Er zijn eigenaren die vinden dat een hond van die leeftijd oud genoeg is, maar in de meeste gevallen is een SWH-teef van die leeftijd nog meer pup dan volwassen. Zo is mij tenminste verzekerd door deskundigen. Bovendien, er zijn voldoende teven die op die leeftijd pas voor het eerst loops worden. En dan gelijk al laten dekken? Maar goed, de leden waren het er mee eens, dus die zullen het wel weten.
Bij de AVLS weer mag een teef die al eerder een nest heeft gehad niet meer worden gedekt nadat zij 96 maanden (8 jaar dus) is geworden. Bij de NVSWH heeft men de grens gesteld op 7 jaar.
Verder mag bij de NVSWH een teef niet meer worden gedekt nadat zij haar tweede nest op de wereld heeft gezet, terwijl de AVLS die grens op vier nesten stelt.

Persoonlijk vind ik het aantal nesten bij de NVSWH ten aanzien van de genenspreiding, het blijft een mooie kreet, beter. Daar staat tegenover dat ik de leeftijdsgrens van 7 resp. 8 jaar discutabel vind. We hebben te maken met een ras met een gemiddelde leeftijd van 12 tot 14 jaar. Dan zou je volgens mij de grens zonder problemen kunnen leggen bij 10 jaar. Waarom moet je de SWH rangschikken onder het gemiddelde omdat de meeste rassen die hoge leeftijd niet halen. Hoe vaak komt het niet voor dat in onze eigen mensenmaatschappij een vrouw van boven de 40 jaar nog zonder problemen een gezond kind op de wereld zet. Dat was vroeger toch ook uit den boze. En bij de honden blijven we dit onderscheid wel maken.

Bij de AVLS mag een teef na de tweede keizersnede niet meer worden ingezet. Bij de NVSWH kom je dit punt niet tegen, omdat de teven daar toch al niet meer dan tweemaal ingezet mogen worden.

Punt 3.8 bij de AVLS is een leuk punt. De fokker kan de AVLS om advies vragen m.b.t. de keuze van de dekreu en eventuele reserve-reu. Maar hij blijft zelf verantwoordelijk. Wel kan de vereniging, al dan niet na consultatie van deskundigen, verder advies uitbrengen m.b.t. de kans op erfelijke afwijkingen, enz.
De NVSWH heeft een dergelijk punt niet opgenomen. Nou kan men stellen dat dat komt door het gecentraliseerde fokbeleid, maar daarbij wordt de fokker ook alleen maar verwezen naar de meeste geschikte reuen omdat ook verder de fokker zelf verantwoordelijk is voor de keuze van de reu.
Beide verenigingen hanteren deze regeling omdat zij anders, in geval van optredende erfelijke gebreken of dergelijke, verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor de fokcombinatie.

De AVLS stelt verder dan van beide ouderdieren DNA monsters afgenomen moeten worden voor opname in de DNA databank van de vereniging of voor het bepalen van het DNA profiel conform de regels van de Raad.
De NVSWH rept hier niet over, omdat dit al een eis is van de Raad en het dus niet nodig is dit in het VFR op te nemen.

Waar menigeen zijn afschuw uitspreekt over dat gecentraliseerde fokbeleid van de NVSWH heeft de AVLS in het fokreglement opgenomen dat leden van het bestuur of een afgevaardigde van het bestuur, in overleg met de fokker, ter advisering en oriëntatie op nestbezoek zullen komen. Bovendien dienen teven in principe in huiselijke kring te bevallen. Dit lijkt nog veel meer op “Big brother is watching you” dan het beleid van de NVSWH. Die rept daar niet eens over omdat het daar al tientallen jaren de gewoonte is dat teven in huiselijke kring bevallen, maar ook in huiselijke kring opgroeien en niet in één of andere kennel.

Voor wie het te saai wordt, we zijn er bijna. Punt 4: “Gezondheidsregels” van beide fokreglementen zijn heel opmerkelijk.
De NVSWH stelt in 4.2 dat op basis van wetenschappelijk onderzoek binnen het ras geen gezondheidsproblemen vastgesteld zijn.
De AVLS geeft echter onmiddellijk toe dat zij een ander ras vertegenwoordigen want stellen zij “op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn volgende gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld”, waarna er slechts vier aandoeningen genoemd worden.

Dus ergens wordt de boel beduveld. Of, en dat is echter meer voor de hand liggen, moet in beide reglementen de verwijzing naar “het ras” vervangen worden door “de populatie”.
Gelukkig vinden beide verenigingen wel dat dieren waarmee gefokt gaat worden tenminste onderzocht moeten worden op heupdysplasie. Bij de NVSWH mag dat pas op de leeftijd van 18 maanden, de AVLS vindt 16 maanden al een mooie leeftijd. Ten aanzien van het oogonderzoek zitten beide verenigingen dan weer wel op één lijn, nl. 22 maanden voor het eerste onderzoek. De AVLS echter verbindt nog extra eisen aan dit onderzoek wanneer op latere leeftijd ouderdieren alsnog een oogprobleem ontwikkeld blijken te hebben.
De AVLS echter geeft duidelijk aan dat in de populatie die zij vertegenwoordigt meer erfelijke problemen voorkomen dan bij de populatie van de NVSWH. Tenslotte eist de AVLS onderzoek naar het voorkomen van het gen voor hypofysaire dwerggroei en degeneratieve myelopathie. Voor alle duidelijkheid, deze aandoeningen zijn bij de NVSWH nog nooit aangetroffen, zodat daarop niet gecontroleerd hoeft te worden;

Verder merkt de AVLS op dat de gezondheidsuitslagen van de ouderdieren gepubliceerd worden door de vereniging, terwijl de NVSWH dit niet doet. Ik heb even op de website van de avls gezocht naar gezondheidsuitslagen, maar wat men daar publiceert is een schoolvoorbeeld van minimalisme. Driemaal de gezondheidsuitslagen van die witte herder die voor de outcross gebruikt is. Dat is het wel zo’n beetje. Dan krijg je het idee dat er verder helemaal geen honden onderzocht worden.

De AVLS stelt dat puppen pas op de leeftijd van 7 weken naar de nieuwe eigenaar mogen en dat tussen de eerste enting en de overdracht aan die nieuwe eigenaar minimaal 7 dagen moet zitten. Een belachelijke regel, omdat de eerste enting pas op de leeftijd van 6 weken gegeven wordt en de puppen wettelijk niet eerder dan op 7 weken overgedragen mogen worden aan de nieuwe eigenaar.
De NVSWH maakt het wat lastiger. Wel houden zij zich aan de termijn van eerste enting en minimale leeftijd van overdracht, maar daarna wordt het wat onduidelijker. De pups mogen namelijk niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van 8 weken en ze moeten voor de 2e maal gevaccineerd zijn. Volgens mijn informatie wordt die tweede vaccinatie pas op de leeftijd van 9 weken toegediend. Dus, waar komt die 8 weken vandaan.

Beide reglementen maken duidelijk dat de reuen van de buitenlandse leden in ieder geval moeten voldoen aan de eisen die in hun land gesteld worden. Dat betekent dus ook, dat die reuen zich een slag in de rondte mogen dekken als in dat land van herkomst daarover geen maximumgrens gesteld is. We zien dan ook dat dit bij de SWH gebeurt.

Beide fokreglementen spreken niet duidelijk over andere, al dan niet erfelijke, aandoeningen binnen het ras of de populatie.
Wanneer je echter op internet gaat zoeken naar gezondheidsuitslagen bij de Saarlooswolfhond zie je heel vaak dat honden ook nog eens onderzocht worden op ED (Elleboogdysplasie). Waarom weet niemand, want dit is zeker geen erfelijk voorkomende afwijking binnen het ras.

Wel opvallend is dat nergens gesproken wordt over epilepsie.
Enige jaren geleden zou een lid van de AVLS gaan inventariseren hoe vaak epilepsie binnen het ras voorkwam, daarbij rekening houdend met de verschillende vormen van deze aandoening. Dit naar aanleiding van berichten dat steeds meer honden last van deze aandoening hadden. Ten aanzien van deze aandoening zou men, naar ik meen, ook gaan samenwerken met een universiteit in Helsinki. Of hier ooit iets uit gekomen is, is mij niet bekend.
Onlangs is echter bekend geworden, dat binnen de AVLS en dan voornamelijk binnen het bestuur, deze aandoening gebagatelliseerd wordt terwijl deze aandoening bij diverse honden werd en wordt waargenomen. Hierbij niet gezegd dat dit aangeboren epilepsie is. Maar ieder geval is er één te veel.
Als gevolg hiervan is bij een aantal leden van de AVLS de nodige onvrede ontstaan omdat het bestuur ten aanzien van deze aandoening nogal nonchalant, laat ik voorzichtig blijven, reageerde op een aantal voorgestelde fokcombinaties. Het schijnt dat een aantal leden, mede gelet op de schofferende houding van een bestuurslid richting die leden tijdens afgelopen ALV heeft besloten met onmiddellijke ingang het lidmaatschap van de AVLS op te zeggen.

Door bepaalde leden van de AVLS werd afgelopen tijd regelmatig gewezen op de afname van het ledenbestand van de NVSWH. In dit geval wordt het interessant hoeveel leden de AVLS nu nog over heeft. Eind 2014 was dat, inclusief gezinsleden, circa 210. En nu??

Het is alleen niet te hopen dat deze leden, samen met de opgestapte leden van de NVSWH een derde SWH-vereniging in het leven gaan roepen. De samenwerking tussen de twee bestaande verenigingen is al moeizaam, laat staan als er een derde bij komt.
Dan moet die derde ook weer zorgdragen voor statuten, HR en VFR, voldoende leden krijgen, enz. enz. En na verloop van tijd komen ook hier weer ontevreden leden, die eventueel opstappen en ….. nou ja. Vult u zelf maar in.

Maar goed. Er zijn dus twee fokreglementen, die van elkaar afwijken. Maar volgens mij is het zo gesteld, dat iedereen die met de Saarlooswolfhond wil fokken zich dient te houden aan het fokreglement. Ook als hij/zij geen lid is van enige vereniging. Volgens welk reglement ga je dan fokken? Ik zou dan kiezen voor dat van de NVSWH, omdat daar dus niet gesproken wordt over DM en Dwerggroei. Alleen, als je puppen vervolgens wel het gen voor die aandoeningen bij zich dragen en je hebt de ouderdieren niet gecontroleerd, heb je een probleem met de wetgever.
Dit betekent dus ook, dat je in feite gedwongen wordt het reglement van de AVLS te volgen. Het is dan te hopen dat zij niet meer, reeds binnen hun populatie voorkomende, erfelijke afwijkingen gaan opnemen in het VFR.

Maar gelukkig gaat de NVSWH voor de tweede maal een inventarisatie onder de leden houden. Weet men nu nog niet welke honden bij de leden zitten? Weet men nu nog niet wie en, veel belangrijker, hoeveel mensen op de puppy-lijst staan?
Het lijkt er dus heel sterk op dat het bestuur er nog steeds niet in geslaagd is de leden ervan te overtuigen dat zij serieus genomen worden zoals onze voorzitter ooit heeft laten doorschemeren. Zouden de leden namelijk serieus genomen worden, dan is zo’n inventarisatie helemaal niet nodig. Dan geven de leden uit zichzelf en uit betrokkenheid met het ras wel door of hun hond nog in leven is, op eventuele erfelijke aandoeningen gecontroleerd is en wat de uitslag van die controle was. Dan nemen de leden ook regelmatig contact op met de pupbemiddeling om te vragen of er al zicht is op een pup, sterker nog of er al weer een dekking heeft plaatsgevonden. Maar als je dan toch van plan bent, zoals ik begrepen heb, jaarlijks zo’n inventarisatie-formulier naar je leden te sturen, zorg dan in vredesnaam dat het er een beetje goed uitziet. Dit formulier is een klassiek voorbeeld van lagere school plak- en knipwerk en is een aanfluiting en een vereniging onwaardig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten