zaterdag 24 januari 2015

Dynamisch



Regelmatig kom je artikelen tegen waarin bekend gemaakt wordt dat bij de Saarlooswolfhond een eerste officiële outcross heeft plaatsgevonden, met dank aan de avls. Uit dit nest van drie puppen, geboren via de keizersnede, zullen maximaal twee puppen teruggekruist worden op de Saarlooswolfhond. Zeer waarschijnlijk zullen dat dus één van de twee reutjes zijn en het teefje. Ik ben benieuwd trouwens of bij dat ene reutje beide testikels al ingedaald zijn of dat er nog steeds sprake is van één waardoor dat diertje dus als monorchyde door het leven zal gaan en dus afvalt voor de verdere fok. Datzelfde geldt ook voor dat andere reutje, waar helemaal nog geen testikels gevoeld werden. Maar vooruit, ze waren pas 6 weken oud. Als deze situatie zich rond de leeftijd van 6 maanden nog steeds voordoet, is deze outcross dus voor niets geweest. Maar dat had men na kunnen gaan bij de mannelijke nakomelingen van de reu omdat monorchyde en kryptorchide zeer waarschijnlijk een erfelijke achtergrond hebben.

Ik wil toch nog even terugkomen op de zgn. keurrapporten van die drie outcross-pupjes zoals opgenomen in het laatste wijkblaadje van de avls. De periode tussen mijn eerste opmerkingen over dat “Veelbelovend” en dit stukje heb ik benut om opheldering te krijgen over nog een paar uitspraken in die keurrapporten. Maar niemand die mij uit de droom heeft kunnen helpen.
Wat valt er te lezen. 

Bij alle drie de puppen staat dat de verhouding voorsnuit:schedel 1:1 is. Precies wat de rasstandaard voorschrijft. Maar dan. Bij alle drie de puppen schijnt er iets mis te zijn met de verhouding “Snuitje - Voorhoofd”. 
Bij reu Athos: snuitje iets korter dan voorhoofd
Bij reu Ankor: snuitje tikje korter dan voorhoofd
Bij teef Aowijn snuitje tikje korter dan voorhoofd (kortste van de 3).
Wat is echter het verschil tussen "iets korter" en "tikje korter". Heeft de keurmeerster dit m.b.v. een duimstok of centimeter opgemeten of is dit geschat? In het laatste geval moet bij dat teefje sprake geweest zijn van fors korter, omdat een verschil van minder dan 5 millimeter nauwelijks met het oog zichtbaar is.
Iedereen die ik benaderd heb, weet wat bedoeld wordt met de verhouding voorsnuit - schedel. Maar ook iedereen was stomverbaasd over het begrip verhouding snuitje - voorhoofd.

Velen dachten bij “snuitje” als eerste aan die twee boeven “Snuf en Snuitje” uit de Pipo de Clown tv-serie, maar stapten snel van dat idee af want het had niets met een hond te maken. Ook passeerde nog even het paard “Snuitje” van Hennie Huisman de revue maar ook dat dier viel snel af, omdat het al in 2012 overleden bleek.
Even werd zelfs nog gedacht aan de “stop”, maar ook dat heeft weer niets met verhoudingen te maken. Bovendien werd die in de rapporten van beide reutjes nog eens apart genoemd.
Ergo, waar komt dit begrip vandaan en sinds wanneer wordt dit bij de Saarlooswolfhond bekeken. Men heeft mij verzekerd dat in ieder geval vanaf circa 1982, toen de fokkerij binnen de NVSWH centraal geregeld werd, nog nooit iemand naar deze verhouding gekeken heeft.

Een aantal leden en ex-leden hebben voor mij de oude clubbladen doorgenomen om te kijken of in de keurrapporten van de verschillende tentoonstellingen ook dit begrip genoemd is. Niets terug te vinden. Zelfs heeft iemand de rasstandaarden van de Saarlooswolfhond en de vorig jaar genoemde outcross-rassen bekeken. Alleen bij de Hollandse Herder is iets over een “Voorhoofd” terug te vinden: “Voorsnuit iets langer dan het vlakke voorhoofd”.
Het blijkt verder binnen kynologisch Nederland een totaal onbekend begrip te zijn. Voor zover mij bekend heeft niet één rasvereniging ooit hiernaar gekeken. Ik kan me verder niet voorstellen dat ook maar één keurmeester van welk ras ook naar deze verhoudingen kijkt. Dat betekent dus ook dat bij het keuren van deze drie outcross-pups iemand van de aanwezigen een moment van totale verstandsverbijstering gehad moet hebben. Omdat dat, zoals geschreven, niet die keurmeester geweest kan zijn blijven alleen die twee dames van de outcross-commissie over. Wie ook verzonnen heeft dat naar deze genoemde verhoudingen gekeken moet worden, moet met onmiddellijke ingang een totaal verbod op kynologische activiteiten krijgen. Dit slaat namelijk nergens op en is de grootst mogelijke waanzin.
Een tip voor het komende symposium van de NVSWH. Misschien kan daar uitgelegd worden wat verstaan moet worden onder de verhouding “snuitje – voorhoofd”. Maar ook wat het verschil is tussen "voorsnuit" en "snuitje". Nodig dan in ieder geval die outcross-commissie van de avls uit. Kunnen zij ook nog wat leren.

Trouwens, in die “keurrapporten” staan nog meer vreemde zaken.
Bij reu Athos: “Vacht, prima, iets minder vacht”. Een prima vacht maar toch iets minder vacht. Iets minder dan wat? Voorts wordt bij alle drie de pups opgemerkt dat ze mooie voeten met zwarte nagels hebben!
Wacht even. Zwarte nagels? Waarom wordt daar naar gekeken? De Witte Herder heeft bij voorkeur een zwarte neus, donkere lippen en wenkbrauwen. Dus zullen ook de nagels donker of zwart zijn. Wat had men dat verwacht? Bruin? Wit? Geel? De teef was toch ook wolfsgrauw en bij die kleur Saarlooswolfhond komen toch ook zwarte nagels voor? Dus???????

De ribben. Bij de ene reu zijn de ribben vlak en bij de andere reu zijn ze goed. Alleen, dat rijmt niet met de opmerking dat de ribben normaliter naar achteren staan. Als dat zo is waarom wordt dat bij deze reu dan expliciet opgemerkt. Dan krijg je toch het idee dat er met die ribben iets niet in de haak is. Trouwens, dat teefje schijnt geen ribben te hebben, althans ze worden daar weer niet genoemd in het keurrapport.

Al met al zijn het keurrapporten waar bij menig lezer de wenkbrauwen tot grote hoogte worden opgetrokken omdat er toch wel bijzonder vreemde opmerkingen in voorkomen. Het blijft duister of dat de bewoordingen van de keurmeester zijn of dat de schrijfster haar eigen kynologische kennis probeert te demonstreren. Nou, dan heeft zij direct de wereld laten weten dat zij die kennis totaal ontbeert.

Ook bij de NVSWH kloppen nog steeds vele zaken niet. Tussen beide zittingsperioden van dhr. Mast als secretaris kreeg mevr. van Onna die functie toebedeeld. In die tijd was, zo bleek uit bewoordingen tijdens ledenvergaderingen, de daadwerkelijke secretaris onze voorzitter. Mevr. van Onna was in feite niets meer of minder dan een notulist en mocht de brieven van dhr. Verbeeck ondertekenen. Zo leek zij secretaris. Zo’n zelfde situatie doet zich momenteel weer voor. Dhr. v.d. Mee is gekozen tot secretaris, maar volgens de kynologische pers bekleedt dhr. Mast nog steeds die functie. Of, en dat lijkt waarschijnlijker, er is binnen het bestuur alweer of eigenlijk nog steeds sprake van een gigantische kynologische desinteresse waardoor, op papier dus, nog steeds de verkeerde persoon rondwaart als secretaris.

Al met al kan ik nou niet zeggen dat dit bestuur voortvarend en dynamisch te werk gaat. Een deel van dit bestuur lijkt te zwelgen in zelfgenoegzaamheid en probeert alleen de eigen naam hoog te houden binnen de kynologie. In de trant van “Ik ben bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Saarlooswolfhonden, heb echter totaal geen kynologische kennis maar weet dat te verdoezelen met mooie praatjes”. Dat daarmee de Saarlooswolfhond en de vereniging zelf niet geholpen zijn, doet niet ter zake.
Laten we eerlijk zijn. Waarom anders ontkent men dat er momenteel drie kleuren Saarlooswolfhonden rondlopen. Zowel op de kalender die eind vorig jaar het licht zag als onlangs toen er foto’s gemaakt werden in verband met dat rasstandaard-symposium was er geen witte wolfhond te bekennen. Zijn de eigenaren van die witte honden benaderd of is men bang dat gesuggereerd wordt dat het bastaard Witte Herders zijn.
Ik zou bijna zeggen, omdat het merendeel van de bestuursleden in het zuiden van het land dan wel in ons zuidelijke buurland wonen, stop met alles en begin een carnavalsclubje. De zotheid die jullie uitstralen past goed daarbij.

Gelukkig is het niet alleen bij de Saarlooswolfhond kommer en kwel rond inkruisingen of outcrosses. Op het Engelstalige forum van de Tsjechoslowaakse Wolfhond is daar ook het nodige over te lezen. Er wordt zelfs aangegeven dat van een, met name genoemde kennel, in ieder het R- en het S-nest zijn voortgekomen uit een outcross en dat er toch stambomen zijn verkregen. Volgende keer daar meer over, omdat die discussie raakvlakken met de Saarlooswolfhond heeft.

1 opmerking:

  1. Wij zijn in ieder geval niet benaderd door de NVSWH voor foto's van onze witte wolfhonden. Nou hoeft de NVSWH ook niet te komen met zo'n verzoek gezien de wijze waarop het bestuur ons een paar jaar terug beduveld en behandeld heeft. Daarnaast vindt een van de bestuursleden, Kees v.d. Geer, onze Eswhite Essnow Timberley geen mooie hond, ondanks dat hij Ned. Jeugd en Ned. Kampioen is. Zal wel komen omdat hij zijn vader Brego verslagen heeft in 2011 op de show in Leeuwarden Dan is het niet zo vreemd dat er geen contact opgenomen wordt. Bovendien, wij zijn geen lid meer van de NVSWH.
    Ruud

    BeantwoordenVerwijderen